Addy van den Krommenacker: ‘Gelukkig mag ik mijn olifantspoot houden’

Na een hectische week heeft de Nederlandse couturier Addy van den Krommenacker zijn zaakjes weer op orde. Onlangs werd bekend dat hij een oude schuld – van 50.000 euro – zo snel mogelijk moest betalen aan de Belastingdienst. De consequentie van niet betalen, was een inboedelveiling van zijn winkel in Den Bosch. Gisteren liet de ontwerper echter na de presentatie van zijn nieuwe ready-to-wear collectie vol trots weten: "Het geld wordt maandag betaald."

Gisteren presenteerde Van den Krommenacker zijn nieuwe prêt-à-porter collectie, genaamd 'London revisited', voor het najaar van 2015 in het Singer museum te Laren. Speciaal was de samenwerking met sieradenontwerpster Odette Steendijk, omdat de couturier bijna nooit met anderen samenwerkt. Lange jurken met veel kant, dieren- en bloemenprints, in de kleuren zwart, wit, bruin, goud en blauw waren het resultaat. Een lichte hebberigheid straalde uit de ogen van het publiek wanneer de modellen langskwamen, gevolgd door een hoop ‘wow’ en ‘wat prachtig’. De rest van de collectie bestond uit kokerrokken, jasjes en jurken geïnspireerd op de jaren ’60. Ook hier speelden de verschillende prints en het gebruik van zwart en wit een grote rol. Na de show krijgt de ontwerper een extra hard applaus, want iedereen is blij dat hij zijn problemen heeft overwonnen.

Inboedelveiling Addy van den Krommenacker van de baan

Het is opvallend dat wederom een couturier in het nieuws komt met geldproblemen. Collega’s Marlies Dekkers en Monique Collignon hebben ook een financieel ‘dieptepunt’ meegemaakt. Volgens Van den Krommenacker is dat helemaal niet zo vreemd. “Het is gewoon moeilijk om twee keer per jaar grote shows te houden. Zeker als je ready-to-wear en couture doet.” Een andere meespelende factor zijn de stoffenfabrikanten in Italië. “In Italië is het op dit moment crisis. Alle fabrikanten willen dat je vooruit, contant of misschien wel direct betaalt. Tien jaar geleden was er een bank die je krediet gaf aan de hand van het aantal orders die je had. Tegenwoordig is dat niet meer zo. Nu moet je alles zelf voorfinancieren. Je moet dus wel wat geld hebben, anders heb je een probleem.”

Hoewel de media er pas sinds kort achter kwamen, speelden de financiële problemen al een langere tijd. Van den Krommenacker heeft meerdere malen geprobeerd om een oplossing te vinden, maar zonder succes. “Het was een oude schuld, destijds veroorzaakt door buitenlandse mensen aan wie ik leverde, die failliet zijn gegaan. Wanneer je dan niet op tijd ingrijpt, kan het mis gaan. Het wilde niet zeggen dat ik geen goede cijfers had,” aldus de couturier.

De media-aandacht zorgde voor veel onrust bij de Brabantse ontwerper, maar bracht ook de oplossing voor het financiële probleem. “Door de publiciteit zijn er zo veel reacties gekomen waardoor ik veel nieuwe contacten heb kunnen leggen en nieuwe mogelijkheden heb kunnen creëren. Gisteren, een dag voor de show, werd duidelijk dat alles rond was.” Verdere details wil Van den Krommenacker niet noemen. De inboedelveiling van aanstaande dinsdag gaat dus niet door. “Gelukkig mag ik mijn olifantspoot houden,” grapt de ontwerper.

Addy van den Krommenacker: ‘Ik ga nog heel lang door’

Dat de afgelopen tijd zwaar was voor de couturier, is een understatement. “Het was een emotionele week. Ik heb eigenlijk mijn tijd moeten verdelen om de problemen op te lossen en een fantastische show neer te zetten. Als ik bezig was met mijn jurken, kreeg ik toch wel weer energie en toen dacht ik: koste wat het kost moet het goed komen.”

Nu alles weer van de baan is, kijkt de ontwerper vol goede moed naar de toekomst. “Ik ga nog heel lang door en neem alle mogelijkheden die er zijn. Er is nog zo veel uit te bouwen, bijvoorbeeld de prêt-à-porter. Daar ben ik voorzichtig mee begonnen. Nu heb ik redelijk wat verkooppunten in Nederland. Eerst gaan we naar België en vervolgens weer verder naar het buitenland. Ik blijf natuurlijk in Den Bosch met mijn couture. Andere mogelijke projecten die ik kan aannemen zijn bijvoorbeeld bedrijfskleding of nieuwe samenwerkingen.”