AIFW: Edwin Oudshoorn
bezig met laden...
Een catwalkshow van Edwin Oudshoorn is nooit zomaar een catwalkshow. De oud-winnaar van de Frans Molenaarpijs gebruikt zijn ontwerpen altijd om maatschappijkritiek te leveren, wat hem dit seizoen verrassend goed lukte. Vorige keren gebruikte hij zijn prachtige collecties nog voor -toen al- uitgekauwde thema's als massarouw (Pim Fortuyn en André Hazes) en de alomtegenwoordigheid van reclame, maar deze keer was hij met zijn kritiek op de wegwerpmaatschappij beter bij de tijd.
De manier waarop hij zijn thema vormgaf, was subliem. De show werd geopend door dansers hangend in een kledingkast; een subtiele verwijzing naar het moois dat verborgen blijft in onze kasten. Dat werd explicieter uitgebeeld door de elegante jurken -sommigen nog verpakt in cellofaan- waarin vervolgens de lange modellen over de catwalk schreden.
Daar hield de symboliek nog niet op, want elk ontwerp was uitgerust met een grote houten hanger die al dan niet diende om het ontwerp op zijn plaats te houden. De stoffen, zichtbaar zacht fluweel en voile, waren bovendien bedrukt met dessins die Edwin ontwierp op basis van de bekleding van kasten uit het Rijksmuseum.
Los van de symboliek waren de creaties waren stuk voor stuk erg mooi. De pantalon met de naad in felrood voorop gestikt, de fragiele blouse van wit kant en vooral het lange gewaad van een stof zo flinterdun en fijn dat het achter zijn draagster aangolfde alsof het vloeibaar was.