Arnhem's avontuur, interview Pieter 't Hoen
bezig met laden...
In een jaar tijd kan veel veranderen. Op 10 juni 2004 zei modetekenaar Pieter 't Hoen in de Volkskrant dat de plannen voor een grootschalig modefestijn in Arnhem voorlopig in de ijskast waren gezet omdat voldoende financiële middelen ontbraken. Precies één jaar later is het dan toch zo ver. Op 10 juni 2005 gaat de eerste Arnhem Mode Biënnale van start. De organisatie van het tweejaarlijkse evenement ligt in handen van de gemeente Arnhem en ArtEZ, de Hogeschool voor de Kunsten in Oost-Nederland. Hiermee willen de initiatiefnemers de Nederlandse modevormgeving meer zichtbaar maken. Op het programma staan tentoonstellingen, een wandelroute en lezingen en alles is aan mode gerelateerd. FashionUnited sprak met 't Hoen (pseudoniem Piet Paris) die de artistieke leiding van de Biënnale heeft.
Wie tijdens de Arnhem Mode Biënnale de modetentoonstelling bezoekt die Pieter 't Hoen in de voormalige zuivelfabriek van Coberco heeft ingericht, doet er goed aan een paraplu en een paar waterdichte laarzen mee te nemen. "De tentoonstelling is gebaseerd op het idee dat mode overal is en dat je er altijd mee te maken hebt," zegt de curator, "weer en wind hebben invloed op het kleedgedrag evenals je dagindeling." 't Hoen heeft zeven ruimtes ingericht waar hij mode koppelt aan de seizoenen en aan alledaagse bezigheden als slapen, eten en werken. "Zo is er een zaal waar het voortdurend regent en een windtunnel waar je haar in de war wordt geblazen. Het is een mode-avontuur om door de expositie te lopen." De tentoonstelling laat een dwarsdoorsnede van de actuele Nederlandse modevormgeving zien. Er worden prototypes en monstercollecties getoond evenals speciaal voor de gelegenheid gemaakte stukken. Bekende ontwerpers(duo's) als Oscar Suleyman, Marlies Dekkers en Orson & Bodil werkten mee. Ook zijn er creaties in verwerkt van Bas Kosters, Jan Taminiau en Kind, namen die nog niet iedereen kent. De ontwerpers bevinden zich in verschillende fasen van hun carrière en hun werk verschilt enorm, maar zij zijn wel allemaal Nederlands en steeds op zoek naar vernieuwing. "Natuurlijk willen deze modevormgevers commercieel succesvol zijn, maar zij proberen ook ieder seizoen iets nieuws te doen. Creatief te zijn. Een jurk te maken die er nog niet was." Pieter 't Hoen vindt het jammer dat het grote publiek deze creatieve talenten van eigen bodem nauwelijks kent. De Mode Biënnale moet daar verandering in brengen. Hiertoe wordt mode in een brede context geplaatst - de Biënnale wordt als een cultureel festival gepresenteerd - in samenspraak met film, literatuur, eten en straatcultuur. Binnen deze context is mode een vorm van toegepaste kunst. Dat betekent niet dat het 'moeilijk' of ondraagbaar zou zijn. 't Hoen: "Volgens mij is Nederlandse mode enerzijds kunst, maar ook goed draagbaar. Opvallend is dat het buiten Nederland veel bekender is dan hier. Neem een duo als Truus en Riet Spijkers. In Selfridges in Londen heeft hun label Spijkers en Spijkers een shop-in-shop, waarom kan dat hier niet?" Met een divers programma hoopt de organisatie van de Biënnale zoveel mogelijk mensen te trekken. Zo loopt tijdens het openingsweekend een catwalk van anderhalve kilometer lang door de binnenstad. Op deze 'langste catwalk ter wereld' showen mensen uit de stad hun eigen - typerende - kledij en zij worden geflankeerd door professionele modellen in Nederlandse mode. De kastenroute door de Arnhemse winkelstraten voert wandelaars langs modieuze plekken in de stad. Het is een buitenexpositie welke bestaat uit een dertigtal kledingkasten die elk een eigen verhaal over mode vertellen. "Vijf Gelderse kunstenaars gaan kasten inrichten met kunst gebaseerd op mode of andersom. Er komen kasten met studieprojecten van modestudenten. Er zijn kasten gewijd aan kostuumhistorie, et cetera." Het modefestival in Arnhem heeft als doel aan een groot publiek te laten zien dat er méér is dan Frans Molenaar en Diesel. De artistiek leider is het vooral om extra aandacht voor de individuele ontwerpers te doen. Daarin verschilt dit festival dan ook van de Amsterdamse modeweek AIFW die met vakbeurs en merkenshows zich meer op de commerciële kant van de mode concentreert. "Ik ben heel erg gevoelig voor originele ontwerpers," zegt 't Hoen. "Vanuit die gedachte heb ik destijds ook met Angelique Westerhof het Fashion Institute Arnhem opgericht. Wanneer het in Nederland over mode gaat gebeurt dat meestal in de context van een modeshow met een vrij agressief 'champagnenetwerk' er omheen. Ik vind dat er te weinig aandacht is voor mode als toegepaste kunstvorm. Terwijl er in die wereld een constante vernieuwingsdrang heerst die het heel interessant maakt om te volgen. Kijk naar Viktor & Rolf, die heb ik (mede door zijn beroep als modetekenaar voor dagblad De Telegraaf) zien ontstaan. Het duo is nu wereldberoemd maar toen zij vroeger presentaties gaven kwam daar vrijwel niemand op af." Ook nu blijft Nederlands beroemdste ontwerpersduo in zijn werk steeds die creatieve vernieuwing zoeken die de liefhebbers zo belangrijk vinden.
De Arnhem Mode Biënnale is ontstaan op initiatief van de burgemeester van Arnhem, Paulien Krikke. In 2002 is zij naar de academie gestapt met de vraag of men een plan kon bedenken om mode beter zichtbaar te maken in de stad. Toenmalig hoofddocente Gisèle Prager en eventproducente Lisette Schmetz kwamen met het idee een tweejaarlijks modefestival (een modefeest) in de stad te organiseren. In 2003 werd Pieter 't Hoen gevraagd of hij dat wilde invullen. In april vorig jaar is de organisatie enige tijd stil gelegd toen er geen overheidssubsidie werd toegekend. De Raad van Cultuur vond de plannen te prematuur. Ook de provincie Gelderland had op dat moment nog geen subsidie toegezegd. In september 2004 kon de organisatie weer worden voortgezet. "De financiering is rond. Er is een convenant met de gemeente, de provincie en het rijk die alle drie geld inbrengen. Van de benodigde middelen moet de organisatie voor elke editie 35 procent middels sponsoring uit de markt betrekken. Maar er is ook alvast een startkapitaal voor de tweede editie in 2007, dat vonden alle partijen van groot belang." De tweede Biënnale wordt nog groter, gevarieerder en langduriger. "Een hele maand in plaats van zestien dagen en ook in de omliggende regio zal dan van alles worden georganiseerd. Wegens tijdgebrek konden we dit keer niet ingaan op de uitnodiging van het Kröller-Müller museum, maar ik zou daar graag iets willen doen met folklore en kostuums. Wat te denken van het Coda-museum in Apeldoorn dat een prachtige museale verzameling accessoires heeft of iets met modekippen in de Burgers' Zoo." Nog voordat de eerste Arnhem Mode Biënnale begonnen is praat 't Hoen vol vuur over de tweede editie. "Ik krijg er al helemaal zin in."