Londen - Na een voorzichtige comeback vorig seizoen ging London Fashion Week opnieuw voluit. Zonder hele grote namen, maar als vanouds met een kweekvijver jong talent.
‘Back to life, back to reality.’
De hit van Soul II Soul uit 1989 klonk maandagavond non-stop door de tot de nok gevulde art deco theaterzaal van The Savoy, aan de Strand in Londen. Ozwald Boateng gaf er zijn eerste show sinds twaalf jaar. De gerespecteerde ontwerper, artistiek directeur van de mannencollecties van Givenchy tussen 2003 en 2007, wijdde zijn comeback aan het idee van ‘British Black Excellence’, met meer dan honderd modellen.
Ook Londen zelf lijkt ‘back to life’.
Bijna niemand draagt nog een mondmasker. Alles lijkt zoals tevoren. Al is dat niet helemaal zo. In Oxford Street, de commerciële slagader, torent het ene leegstaande department store naast het andere. House Of Fraser, Debenhams en Topshop gaan nooit meer open. John Lewis en Marks & Spencer doen aan downsizing. Alleen Selfridges blijft groeien.
London Fashion Week maakte vorig jaar in september een voorzichtige comeback. Dit seizoen werd het aanbod nog wat opgevoerd, met 131 designers op de officiële kalender, waaronder flink wat catwalkshows. Toch zijn er wolken aan de lucht. De grootste attractie, Burberry, is al enkele seizoenen afwezig. Daar komt voorlopig geen verandering in. Het enige Britse label dat echt meetelt in de luxesector showt wel in Londen, maar dan pas op 11 maart, na de modeweek van Parijs.
Ook andere gevestigde namen gaven de afgelopen week niet thuis. Zoals J.W. Anderson, Mary Katrantzou, of Victoria Beckham (haar zagen wel front row op de show van Supriya Lele). Anderzijds dook Raf Simons plots op in de kalender. Weliswaar met een digitale show, waarin hij fleece koppelde aan latex en Breughel aan Robocop.