Bescherming van consumenten én tegen concurrenten: de OHP
bezig met laden...
Oneerlijke handelspraktijken (OHP). Zowel consumenten als concurrenten krijgen te maken met oneerlijke handelspraktijken van ondernemers. Soms is sprake van opzettelijk misleiden of overduidelijke agressieve verkoop, maar ook ogenschijnlijk onschuldige ‘lokkertjes’ of marketingstrategieën kunnen in strijd zijn met de OHP regels. Vooral als u (ook) een webshop heeft, kunt u met de OHP-regels te maken hebben gehad of krijgen. De OHP kent verschillende vormen en heeft verschillende consequenties. In deze bijdrage een korte uitleg omtrent de OHP.
De OHP
In de Wet OHP staat dat de verkoop van producten of diensten niet misleidend of agressief mag zijn. De wet geldt voor alle ondernemers. Er wordt onderscheid gemaakt tussen misleidende verkoop en agressieve verkoop, en er is een verschil tussen de bescherming van consumenten en bescherming tegen concurrenten die in strijd handelen met de OHP-regels.
Onder misleidende verkoop wordt verstaan: het maken van misleidende reclame, een prijs noemen waarin niet alle (extra) kosten zijn opgenomen, onjuiste mededelingen doen over het aantal beschikbare producten of het al dan niet ‘uitverkocht’ zijn van een product, gratis producten aanbieden waarna men aan een abonnement vast zit en het onjuist vermelden van een keurmerk of branchevereniging.
Ook moet een ondernemer volgens de wet voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst alle belangrijke informatie over het product of de dienst aan de consument verstrekken, waaronder: de belangrijkste kenmerken, de totale prijs, de eventuele extra kosten en of er een (wettelijke) bedenktijd geldt. Die informatie moet bovendien volledig en duidelijk zijn, de informatie mag niet worden ‘verstopt’ (in de kleine lettertjes).
Onder agressieve verkoop wordt onder meer verstaan: het ongevraagd producten toesturen met de vraag of de consument die producten wil betalen, terugsturen of bewaren, iemand het verlaten van het (winkel)pand verhinderen totdat de koopovereenkomst is gesloten, de consument laten denken dat hij/zij een prijs heeft gewonnen, terwijl er geen prijs is of men voor de prijs moet betalen en de consument onder druk zetten (dwingen). Een aantal van deze praktijken zijn behalve oneerlijk in de zin van de OHP, ook strafbaar. In dat geval kan de consument naast onderstaande maatregelen ook aangifte doen.
Consumentenbescherming
De OHP-regels gelden in eerste instantie ter bescherming van de consument. De Wet OHP betreft een afdeling in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor consumenten betreft het verschillende wetsartikelen en deze B2C bescherming geldt voor zowel misleidende als agressieve handelspraktijken.
Als sprake is van een oneerlijke handelspraktijk, kan de consument een
aantal dingen doen:
1. contact opnemen met de verkoper/dienstverlener en er gezamenlijk
proberen uit te komen;
2. de (koop)overeenkomst vernietigen of ontbinden;
3. een klacht indienen bij de Autoriteit Consument & Markt. De ACM kan op
haar beurt een boete (tot wel 450.000 euro per overtreding) opleggen en/of
een last onder dwangsom opleggen. Dit betekent dat de overtreder moet
stoppen met de overtreding, en anders een bedrag moet betalen voor iedere
dag dat de overtreding voort duurt.
Hoewel de OHP-regels in eerste instantie zijn geschreven voor consumentenbescherming, ondervinden concurrenten uiteraard ook hinder van oneerlijke handelspraktijken van andere ondernemers. Ondernemers kunnen geen rechtstreeks beroep doen op de wetsartikelen die voor consumenten zijn geschreven (artt. 6:193a – 6:193 j BW). Voor de B2B bescherming geldt artikel 6:194 BW betreffende de misleidende reclame (misleidende mededeling aan de consument) en artikel 6:194a BW betreffende de vergelijkende reclame. Vergelijkende reclame die onjuist is of ‘te ver’ gaat, kan een OHP opleveren. Vergelijkende reclame komt veel voor in de opticienbranche, die veelal verwijzen naar andere opticiens (en dan vooral hun hogere prijzen) in hun commercials.
Ondernemers kunnen op grond van een overtreding van de artikelen 6:194 of 6:194a BW een civiele rechtszaak tegen de overtredende ondernemer (veelal een concurrent) starten. Vaak wordt dan een verbod (al dan niet onder dwangsom) en een schadevergoeding gevorderd. Uiteraard geldt dat wanneer een concurrent als privé persoon optreedt, hij/zij ook als ‘consument’ heeft te gelden en op die grond een klacht kan indienen bij de ACM.
OHP in de praktijk
Hoewel veel eerlijke ondernemers niet zullen verwachten dat zij in strijd zouden kunnen handelen met de OHP-regels, is de scheidslijn tussen ‘slimme marketing’ en een OHP soms dun. Hieronder vier voorbeelden, waar de gemiddelde (fashion-)ondernemer gemakkelijk mee te maken kan krijgen:
Reclame: wanneer is een reclame grappig vergelijkend (“Anders dan Hans”, van Specsavers), en wanneer wordt dit ongeoorloofd “Nu écht zonder fratsen”, van een lokale supermarkt als variatie op de C1000 slogan)? En wanneer is het met superlatieven en overdrijvingen aanprijzen van een product geoorloofd (“de No.1 van uw regio” of “de lekkerste”, beide subjectief) en wanneer wordt dit ‘misleidend’ in de zin van de OHP-regels (“de goedkoopste”, dit is immers objectief meetbaar).
Ambush marketing: ook wel guerrilla-marketing genoemd, is een marketingactie waarbij een bedrijf/merk zich associeert met een (sport)evenement, zonder hiervoor sponsorgelden te betalen. Er wordt aangehaakt bij een (sport)evenement en meegelift op de (media)aandacht. Resultaat: veel aandacht (exposure), weinig kosten. Wellicht het bekendst is de marketingactie van het biermerk Bavaria met hun ‘Dutchy Dress’. Ook als er geen gebruik wordt gemaakt van beschermde namen, logo’s, slogans, etc., kan een marketingactie eventueel worden verboden, althans kan eventuele schade worden verhaald. Wanneer middels een marketingactie niet alleen het eigen merk/product wordt gepromoot, maar tevens de indruk wordt gewekt dat het bedrijf/merk gelieerd is aan of medeorganisator is van het evenement (wanneer dat niet het geval is), is er sprake van een misleidende mededeling in de zin van de OHP-regels!
Webshops: ook de onjuiste vermelding van de beschikbaarheid van producten wordt (mogelijk) gezien als oneerlijke handelspraktijk. In Duitsland hebben aanbieders van fashion hier al mee te maken gehad. Een bekende schoenen- en fashionverkoper werd verweten dat er standaard op de webshop werd aangegeven dat er nog drie producten op voorraad waren, terwijl er dat in werkelijkheid (veel) meer bleken te zijn. Het is niet tot een rechterlijke uitspraak gekomen, maar de betreffende verkoper heeft de mededeling wél aangepast.
‘Speciale’ of ‘uitverkochte’ producten: FashionUnited berichtte hier ook over in het artikel van 31 mei 2012. In factory outlet centers en online besloten shoppingcommunities mode werd mode verkocht onder de noemer ‘outlet’, restpartij of ‘overstock’. Maar uit het onderzoek bleek, dat de verkochte kleding van een andere kwaliteit was dan de werkelijke winkel-producten en speciaal voor outlet doeleinden werd geproduceerd. Consumenten dachten dat ze een kwalitatief gelijk product met fikse korting kochten, maar werden in werkelijkheid misleid. Niet alleen schadelijk voor de consument, maar ook (en vooral) voor de concurrent! Hetzelfde is geoordeeld ten aanzien van concerttickets: het aanbieden van ‘opgekochte’ tickets voor een concert en daarbij vermelden dat het concert is ‘uitverkocht’, terwijl dat niet het geval is, is (uiteraard) ook misleidend in de zin van de OHP-regels.
Lucia van Leeuwen is advocaat bij Köster Advocaten in Haarlem. Regelmatig behandelt zij hier actuele juridische kwesties. Advocatenindemode.nl.