Bonnie Doon wordt vijftig
bezig met laden...
Van een eenmanszaak in een schuurtje tot een internationaal bedrijf met twintig medewerkers. Dat is de weg die beenmodebedrijf Bonnie Doon Europe in achtendertig jaar heeft afgelegd. Dit jaar viert het merk Bonnie Doon zijn vijftigjarig jubileum. Voor de toekomst staat verdere uitbreiding in Europa op het programma.
Van origine is Bonnie Doon een Amerikaans merk. Het werd opgericht in 1957 door Alex Lee Wallau en in 1969 naar Nederland gehaald door de huidige directeur, R. Puper, die de rechten van het merk verwierf voor een gedeelte van Europa. "Tot die tijd waren er in Nederland alleen sokken in basiskleuren te koop", vertelt bedrijfsleider Albert Vogel, die al vijftien jaar betrokken is bij Bonnie Doon. "Er waren vier kleuren; blauw, grijs wit en zwart. Bonnie Doon kwam met de Orlon kniekous in veertig verschillende kleuren. Het merk was een kleurenpionier. Dat sloeg aan." De basiscollectie van Bonnie Doon bestaat uit sokken, kniekousen en maillots voor dames, heren, kinderen en baby's. Daarnaast brengt het merk vier keer per jaar een geheel nieuwe seizoenscollectie uit. Binnen deze collecties is 'vernieuwend' nog steeds een belangrijk begrip, vertelt Vogel: "Met het modische gedeelte van onze collectie kunnen we ons merk onderscheiden van de massa en daarmee trekken we klanten. Dat moeten we voortdurend blijven ontwikkelen, want successen worden snel gekopieerd. Niet dat we ons daar druk om maken, we richten ons gewoon op onszelf." De styling van de collecties voor de Europese markt vindt geheel in Nederland plaats. "Eind jaren zestig ontdekten we dat de Amerikaanse ontwerpen niet goed aansloten op de Nederlandse vraag. Daarom besloten we het ontwerp van de modische collecties in eigen hand te nemen. Later besloten we ook de basiscollectie niet meer uit Amerika te laten komen. Vanwege de hoge dollarprijs was dat niet meer rendabel." De productie van de artikelen gebeurt in het buitenland, in landen van Italië tot het Midden Oosten. Momenteel bestaat het totale assortiment voor dertig procent uit een basiscollectie, en voor zeventig procent uit een modische, steeds wisselende, collectie. "De basiscollectie is noodzakelijk voor erbij", aldus Vogel. Ik schat dat dit deel goed is voor iets meer dan de helft van de omzet. Maar de basiscollectie kan dus niet bestaan zonder de aantrekkingskracht van de modische collectie. En dat geldt andersom ook. Het is een wisselwerking." Met Amerika heeft Bonnie Doon Europe weinig meer te maken. Sterker nog; de Europese sectie van Bonnie Doon doet het beter dan de Amerikaanse zus. "Op de Amerikaanse markt is Bonnie Doon nauwelijks meer vertegenwoordigd", vertelt Vogel. "Maar in Europa zijn we erin geslaagd het merk naar een hoger plan te tillen, door onze eigen ontwerpen en door onze verkooppunten te beperken tot speciaalzaken en grote bedrijven als V&D." Bonnie Doon Europe wordt behalve in Nederland ook verkocht in België en Frankrijk. Vorig jaar verwierf Bonnie Doon de rechten voor Duitsland. Nu staan Scandinavië en Engeland hoog op het verlanglijstje, boven landen als Italië en Spanje. "We hebben natuurlijk het liefst de landen waar het wat kouder is", lacht Vogel.