Bouwen met stof
bezig met laden...
De viering van het 10-jarig bestaan van de confectielijn van Eiske Henneman was een feestelijke gebeurtenis, met een designmodeshow en een jubileumboek. De festiviteiten op 29 januari jl. markeerden echter ook het einde van het succesvolle Nederlandse label en de zomercollectie 2006 bleek tevens de laatste te zijn. De ontwerpster en naamgeefster van het merk is ernstig ziek en zij moet rust nemen. Een moeilijk besluit voor iemand die al 47 jaar in het vak zit en gewend is aan werkweken van 70 uur. Maar wanneer chemotherapie en ziekenhuisopnamen je dagindeling gaan bepalen, moet op een gegeven moment de knoop worden doorgehakt. Henneman vroeg zich af wat haar liever was, haar werk of haar leven, en toen was de keus snel gemaakt.
Het is een ingrijpende beslissing om op een hoogtepunt te stoppen met een goedlopend bedrijf, maar zo'n ommezwaai in haar carrière heeft Eiske Henneman (1941) wel eerder gemaakt. Sterker nog: haar loopbaan wordt er door getypeerd. Henneman is de oudste van zeven kinderen en heeft haar creativiteit en liefde voor stoffen en kleding van huis uit meegekregen. "Mijn oma, naar wie ik vernoemd ben, maar die ik nooit heb gekend, had een naaiatelier aan huis in Alkmaar. Zij maakte de prachtigste creaties op bestelling voor particulieren. Later werd dat atelier overgenomen, maar als wij bij opa op bezoek waren, gingen wij er altijd spelen. Zo was ik al jong met lapjes, draden en spelden in de weer." Zo maakte zij eerst poppenkleertjes en later ook kleding voor zichzelf. In het boek, dat ter ere van het 10-jarig jubileum uitkomt, vertelt ze hoe zij zelf haar petticoats maakte, "met ijzerdraad waarmee ze gordijntjes ophingen, en met elastiek en stijfsel." Affiniteit met kleding maken en creativiteit zit in de familie. "Ook mijn moeder en tantes zijn ermee opgegroeid. Mijn moeder kon prachtig tekenen, een tante had eveneens een naaiatelier en mijn oom maakte hoeden voor prinses Irene." Het artistieke gen is niet alleen op de oudste dochter overgedragen. Zo is Hennemans jongere broer Jeroen een bekend beeldend kunstenaar en zusje Ig is componiste. Bovendien blijken alle kinderen Henneman een zekere prestatiedrang te hebben, die hen aanzet uit te blinken in hun vak. "Mijn zus Maria werkte voor de televisie (zij was hoofdredacteur van Netwerk, red.) en geeft nu mediatrainingen en een andere zus heeft zich gespecialiseerd in Dyslexie." Volgens de ontwerpster is dat inherent aan het opgroeien in een groot gezin. "Je wilt je toch onderscheiden. Ik denk, dat we daarom ook allemaal iets anders zijn gaan doen."
Behalve creatief was de familie ook zakelijk ingesteld. "Mijn vader was aannemer," zegt Henneman en kijkt er veelbetekenend bij . "In creatieve beroepen mag je de commerciële kant nooit uit het oog verliezen. Wat je maakt moet wel worden verkocht." De combinatie van creatieve en zakelijke bezigheden is wat Henneman nu het leukste vindt aan haar werk, maar het combineren van die twee heeft zij vooral in de praktijk geleerd. "Ik heb gestudeerd aan de mode-academie in Amsterdam, die toen Vogue Studio heette. Die opleiding was puur creatief, daar werd niets aan commercie gedaan. Ik heb nog geleerd om mantelpakken met paardenhaar te maken, met de hand. Ik kreeg er les in patroontekenen, mouleren en stoffen ontwerpen." Henneman studeerde cum laude af en ging aan de slag als freelance ontwerper. "Ik werkte met Frank Govers, die toen ook aan het begin van zijn carrière stond. Ik maakte heel ingewikkelde modellen met theatrale draperieën, onder meer voor Mathilde Willink."
Kinderkleding
In 1974 komt de eerste grote ommekeer in haar werkzame leven. Na jaren met succes als ontwerpster te hebben gewerkt besluit Henneman om voor zichzelf te beginnen en opent met een kennis een kinderkledingwinkel in haar geboorteplaats Haarlem. Nu nog woont zij in het huis waar twintig jaar lang op de begane grond die kledingzaak gevestigd was. In de winkel, De Hoepel, verkocht zij voornamelijk confectie, maar ook een kleine collectie van eigen hand. "In het begin maakte ik collecties voor kinderen, maar later alleen voor volwassenen." De modezaak bestiert Henneman ruim twintig jaar om vervolgens, zij is dan 54, opnieuw het roer om te gooien. "Ik vond het wel best," zegt ze nu. "Ik wilde mij alleen nog bezighouden met de creatieve kant van het vak en een eigen kledinglijn beginnen. Dat zou ik nu niemand aanraden," voegt zij er lachend aan toe. "De eerste jaren werk je ongeveer 80 uur per week en het duurt vier of vijf jaar voordat je een naam hebt opgebouwd. Het eerste jaar verdien je niets, dan moet je alleen maar investeren. Winkeliers zijn voorzichtig en willen eerst zien of een merk wel aanslaat, of je op tijd uitlevert en de kwaliteit constant is. Om naam te maken moet je daarom je handschift goed bewaken, daarvan ben ik overtuigd. Mijn eigen merk is bekend geworden vanwege de bijzondere stoffen die ik gebruik en de ingewikkelde patronen en modellen. In de praktijk leer je dat je daar geen concessies aan moet doen. Als er eens een eenvoudiger model in de collectie zat, dan verkocht dat niet. 'Dat kan ik overal krijgen', was het commentaar, 'daarvoor kom ik niet bij jou'." Haar signatuur is te omschrijven als stoer, vrouwelijk en creatief. Zij maakt kleding die geschikt is voor het werk en het theater. Korte jasjes met een bijzondere coupe en wijde broeken. "Jurkjes en rokken, daar hou ik niet van." De kleur zwart overheerst. "De eerste jaren hebben we eigenlijk bijna alleen maar zwart en grijs gedaan. Ik vind het mooie kleuren, het is chique, makkelijk te combineren en het verveelt niet." Later is zij met meer kleur gaan werken en hebben ook rokken hun intrede in de collectie gedaan, maar zwart voert nog steeds de boventoon. "Ik vind dat veel kleuren mensen slecht staan. Dus als ik met kleur werk dan denk ik daar goed over na. Welke tinten passen bij bepaalde mensen en ook nog bij zwart of grijs? Als iemand een kast vol heeft met mijn kleding en die is allemaal zwart, dan moeten die nieuwe kleuren daar ook bijpassen."
Beeldhouwen
Eiske Henneman was een van de eersten die voor haar kleding stoffen gebruikte waarin aluminium was verwerkt. "Dat kwam ik tegen op de stoffenbeurs in Parijs en ik was meteen verkocht." Werken met bijzondere stoffen brengt ook nadelen met zich mee. "De fabrikant waarschuwde indertijd al dat de aluminiumdraad kon breken en dat er dan kleine glees in de stof ontstaan. Mensen die het veel droegen kregen met die slijtage te maken. Gelukkig is de kwaliteit in de loop der jaren verbetert." Het uitgangspunt voor haar label was dat het herkenbaar moest zijn. "Ik wilde een handschrift neerzetten en dat moest gebeuren met bijzondere stoffen. Vanaf het begin was mijn streven dat mensen die mijn kleding droegen reacties zouden losmaken." Zo heeft zij haar doelgroep altijd duidelijk voor ogen gehad. "Zelfstandige vrouwen die hun eigen boterham verdienen en een beetje willen opvallen. Zij hebben lef en willen zich niet standaard kleden." Het sloeg aan. Bij haar afscheid levert het label aan ruim 50 winkels in Nederland. Uitbreiden naar het buitenland heeft zij nooit gewild. "Dan had je weer eens wat klanten in Duitsland of in Zwitserland, maar een paar seizoenen later ben je ze weer kwijt," zegt Henneman nuchter. "Het geeft alleen maar stress."
Naast stoffen met aluminium gebruikte Henneman kreuk- en plissématerialen, bewerkt rubber, geborduurde zijde, gewassen wol. Stevige stoffen waar je een kledingstuk mee opbouwt of construeert. Onlangs zei ze in een interview dat zij waarschijnlijk architect was geworden als zij geen modeontwerpster was geweest. Henneman bevestigt dat zij in feite beeldhouwt of bouwt met stof. "Ik ben op de millimeter met kleding bezig, maar dat geldt bijvoorbeeld ook voor de inrichting van mijn huis of de showroom." Het eerste ontwerp tekent ze vaak. "Daarna maak ik het in het klein van papier en dan ga ik knippen en vouwen om zo tot een bevredigend eindresultaat te komen. Ik vind het leuk om er over na te denken en zo te zorgen dat een ontwerp steeds spannender wordt. Neem bijvoorbeeld een colbert. Door aparte stoffen te gebruiken, een gekke coupe of opvallende belijning wordt het mijn handschrift, maar het blijft een colbert."
Voor iemand die met zoveel plezier ontwerpt, is het moeilijk om uit de continuïteit van het maken van collecties te stappen. "Dat ga ik waarschijnlijk het meeste missen. De vanzelfsprekendheid dat er ieder half jaar een nieuwe collectie moet komen. Dat je weet, wanneer het af moet zijn en wanneer wat moet gebeuren. Ik heb mijn hele leven gewerkt en nooit hoeven denken 'wat zal ik nu eens gaan doen'. Ik maakte werkweken van 70 uur en dat kan ik nu niet meer. Zelfs al zou ik het willen." Eiske Henneman sluit haar confectiecarrière af maar benadrukt dat dit niet het einde is van haar werkzame leven. "Ik hoop toch nog een aantal leuke dingen te gaan doen. Gastcolleges geven bijvoorbeeld en jonge ontwerpers adviseren. Daar ben ik vaker voor gevraagd, maar ik heb er eigenlijk nooit tijd voor gehad. En ik blijf ontwerpen, zij het op aanvraag, en incidenteel."
Finale
De laatste modeshow van het label op 29 januari moest een stylingfeestje worden. "Vooraf was het de bedoeling om verschillende collecties op de catwalk te brengen en dat 'design' slechts een onderdeel zou zijn." Vanwege haar ziekte heeft zij besloten om alleen dat laatste te doen en zij ontwikkelde opvallende, theatrale creaties. "Het was heerlijk om mijn creativiteit los te laten en nu eens niet bezig te zijn met de vraag of het wel verkopen zal. Het was heel anders werken dan voor een confectielijn, ieder stuk is immers eenmalig. Wie weet, zijn er mensen die zoiets toch willen hebben en wat voor opdrachten daar in de toekomst weer uit voort komen?"