Couturier Peter Rommers: 10 jaar in het vak
bezig met laden...
Wie het afgelopen half jaar door de Lairessestraat gekomen is, kàn de winkel van Rommers niet zijn ontgaan. Continu vernieuwen is een must in dit vak.
Couturier Peter Rommers heeft een bewogen jaar achter de rug. In maart 2005 ging, na een ingrijpende verbouwing, zijn nieuwe winkel en atelier open aan de Lairessestraat in Amsterdam. Begin oktober vierde hij zijn 10-jarig bestaan als zelfstandig couturier. In november begon hij met een serie presentaties waarmee hij een jonger publiek wil laten kennismaken met zijn vak. Vanaf december wil hij in zijn 'vrije' tijd iedere maand één Haute Couture-stuk maken en ondertussen probeert de boomlange ontwerper binnen de hectiek van zijn dagelijks werk ook een zekere balans te bewaren door niet teveel tegelijk te doen.
Peter Rommers studeerde aan de Kunstacademie in Utrecht en rondde zijn opleiding in 1981 af. "Ik heb het geluk gehad dat ik na mijn afstuderen vrij snel in loondienst aan de slag kon," zegt hij. Geruime tijd werkte hij als ontwerper/stylist en later als hoofd styling bij verschillende modefabrikanten in binnen- en buitenland, tot hij zich in 1995 vestigde als zelfstandig couturier. Het is een klein wonder te noemen dat Rommers nu, ruim 24 jaar na zijn afstuderen, nog steeds in de mode werkzaam is. Van zijn 'lichting' werken er nog maar 2 in het vak. In de praktijk leerde hij niet alleen de commerciële kant van de modebranche kennen, maar ook om seizoenen vooruit te werken. Belangrijke aspecten die in zijn academische opleiding nauwelijks waren behandeld en die een beginnend ontwerper alleen maar van nut kunnen zijn. Toen hij voor zichzelf begon, kwam hij dan ook goed beslagen ten ijs, maar dat maakte de overstap nog niet opvallend makkelijk. "De afgelopen 10 jaar heb ik geleerd dat je veel doorzettingsvermogen moet hebben als je wilt slagen in dit vak. Doorzettingsvermogen en enthousiasme. Het moet in je bloed zitten, een behoefte zijn, anders red je het niet. "Bij het feest ter ere van zijn jubileum begin oktober kon de couturier tevreden concluderen dat veel klanten van het eerste uur nog steeds geregeld bij hem kopen. Zo heeft Peter Rommers een vaste klantenkring opgebouwd zonder dat hij ooit iets aan publiciteit heeft gedaan. De verhuizing naar het pand naast de monumentale apotheek aan de Lairessestraat nummer 42 (voor Amsterdammers: daar waar vroeger de expat-winkel zat) is waarschijnlijk een van zijn meest opvallende stappen van de afgelopen 10 jaar. Hoewel de jurk (een donkerpaarse rok met feloranje kanten top) welke hij maakte voor Tooske Breugem en die daarin dit jaar de uitreiking van Musical Awards presenteerde, ook niet onopgemerkt voorbij is gegaan. Maar wie het afgelopen half jaar door de Lairessestraat gekomen is, kàn de winkel van Rommers niet zijn ontgaan. Het nieuwe pand is een blikvanger vanwege de enorme etalage die zicht geeft op de hele winkel. Achter in de zaak staat een hoge tekentafel waaraan de ontwerper werkt. Rommers bevestigt dat de locatie hem nieuwe klanten heeft bezorgd. "Dat had ik vooraf niet verwacht. In deze buurt (het chique Amsterdam Oudzuid, red.) blijkt automatisch meer belangstelling te bestaan voor mijn soort mode dan in de Prinsenstraat (op de rand van de Jordaan, red.) waar ik hiervoor gevestigd was. Potentiële nieuwe klanten wonen of werken hier in de omgeving en lopen makkelijk even binnen." Voordien moest Peter Rommers het vooral hebben van mond-tot-mond reclame. "Ik hou er niet van om hoog van de toren te blazen," zegt hij bescheiden, "ik wil iemand zonder veel ophef mooier maken." De kleding die hij maakt is ook vrij ingetogen, dat wil zeggen, dat hij er geen overdreven eigen stempel op drukt. Een signatuur die mede door zijn cliëntèle lijkt te zijn ingegeven. "Mijn klanten willen er goed uitzien, maar zij willen niet dat het opvalt dat zij daarin hebben geïnvesteerd. Het is te vergelijken met mooi ondergoed. Een vrouw weet zelf wat zij draagt en verder hoeft niemand ervan te weten." Toile Ontwerpen van Rommers zijn herkenbaar, maar niet op een schreeuwerige manier. Ze onderscheiden zich in details, door pasvorm en materiaal. De couturier neemt bij het ontwerpen de stof altijd als uitgangspunt. Dat proces begint al op de stoffenbeurs in Parijs waar hij twee keer per jaar zijn materialen inkoopt. "Op de stoffenbeurs zie je terstond wat er in de mode gaande is. Daar haal ik veel van mijn inspiratie uit. Ik begin met de stof en maak op basis daarvan een ontwerp. Het materiaal is heel belangrijk. Een model valt of staat ermee." De volgende belangrijke stap in Rommers werkprocédé is dat hij voor klanten altijd eerst een werkmodel maakt in katoen, een toile. Het is een ambachtelijke manier van werken die door lang niet alle ontwerpers meer wordt toegepast. "Ik gebruik deze methode, zodat mensen kunnen zien en voelen hoe een bepaald ontwerp naar hun eigen lichaam kan worden vertaald. Een model wordt gekozen op basis van een monster dat in een klein maatje in de winkel hangt. Met de toile laat ik zien hoe dat kledingstuk ook voor een maat 44 kan worden gemaakt. Op die manier kan ik het hele proces inzichtelijk maken. Dat wekt vetrouwen en zo wordt een klant nooit teleurgesteld door het uiteindelijke resultaat." Het is ook deze werkwijze die uitgebreid aan bod komt bij de groepspresentaties die Rommers sinds november geeft. Hij wil hiermee een jongere klantengroep aantrekken. "De ouderwetse couture heeft al een eigen klantenkring," zegt hij. "De meeste dames die maatkleding kopen, hebben een vaste couturier en daar blijven zij bij. Ik wil jongere vrouwen over de streep trekken. Deze groep weet veel van mode maar niet hoe kleding gemaakt wordt. Via deze presentaties (waar de deelneemsters overigens betalen voor aanwezigheid, red.) en met behulp van de toiles kan ik laten zien hoe een kledingstuk gemaakt wordt en dat het proces steeds kan worden bijgestuurd." Door het vak zo inzichtelijk te maken probeert Rommers tegelijkertijd de drempel te verlagen voor een nieuw publiek. Continu vernieuwen is een must in dit vak. "Achterover leunen is er niet bij. Klanten zijn kritisch. Zeker waar het zakelijke kleding voor overdag zoals mantelpakken en jassen betreft. Dat is begrijpelijk. In de duurdere confectie is inmiddels zoveel moois verkrijgbaar dat een couturier wel iets heel uitzonderlijks moet bieden om mensen te trekken." Een nieuw publiek zou hij ook graag bereiken door bijvoorbeeld zijn naam te koppelen aan een product. "Ik ben nog op zoek naar een fabrikant die op dat gebied met mij in zee wil gaan. Het product kan eigenlijk van alles zijn, maar het moet wel aan luxe gerelateerd zijn." Zo'n samenwerking zou Rommers de tijd geven om andere dingen te gaan doen, zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van een Haute Couture-lijn. Iets wat al enige tijd op zijn verlanglijstje staat. In december gaat hij er rustig mee beginnen. "Ik ga iedere maand één Haute Couture-stuk maken." Hij pakt een tijdschrift en slaat dat open bij een catwalkfoto van een creatie van de Italiaanse ontwerper Valentino. "Kijk, dat is toch prachtig," en hij wijst op de mouwinzet en halslijn van de jurk. "Bij zo'n creatie moet je op 'iedere slak zout kunnen leggen'. Dat wil ik ook doen. Of er hier een markt voor is weet ik niet. Dat moet nog blijken. Tot nu toe is echter bijna alles wat ik heb gemaakt door klanten gezien en vervolgens gekocht."