De mannenmode verwelkomt een nieuwe generatie dandy's
bezig met laden...
Milaan & Parijs - In de mannenmode wordt sinds een goed jaar de terugkeer van het klassieke maatpak aangekondigd. Zelfs Virgil Abloh — het paard van Troje van de streetwear in de luxesector, met name bij Louis Vuitton — verkondigde eind 2019 dat hij het intussen wel gehad heeft met hoodies en sneakers. Is streetwear dood? Op de catwalks van Milaan en Parijs, waar zopas de mannencollecties voor komend najaar werden voorgesteld, was van streetwear in elk geval nog nauwelijks sprake.
Richtinggevende, jonge merken als A-Cold-Wall, dat dit seizoen Londen ruilde voor Milaan, Sunnei, eveneens in Milaan, of 1017 Alyx 9SM, in Parijs, kozen voor een meer formele stijl. Lisi Herrebrugh en Rushemy Botter van Botter, die in Parijs debuteerden, verrasten nog het meest met enkele bijzonder verfijnde, moderne pakken.
De terugkeer van de meer klassieke stukken uit de mannelijke garderobe komt goed uit voor luxehuizen als Louis Vuitton en Dior.
Die hebben er alle belang bij dat consumenten opnieuw verlangen naar soepel leder en zacht kasjmier. Dat is allicht goed voor hun zakencijfer (een mooie mantel kost meer dan een t-shirt). Bovendien heeft de doorsnee klant van een luxehuis allicht geen nood aan high fashion. Die wil gewoon een goed pak, een mooie, warme trui, neutrale accessoires.
Maar de nieuwe man in zijn archetypische uniform is niet van gisteren.
Zijn outfits zijn vloeiender, gemaakt van veredelde, vaak glanzende
materialen. Hij is macho, maar tegelijk ook zacht en kwetsbaar. Een moderne
dandy, of zeg maar, een 21ste-eeuwse New Romantic. Nog het meest letterlijk
bij Dior, waar Kim Jones een eerbetoon bracht aan de twee jaar geleden
overleden stilist en accessoires designer Judy Blame — die zonder verpinken
zijn keuze maakt uit de damesgarderobe.
Kim Jones liet zich gaan: hij was creatiever. Virgil Abloh hield zich in
bij Vuitton. Zijn collectie (titel: Heaven On Earth) was een stuk
traditioneler dan de vorige. Met uitzondering van de pakken met
wolkenprint, in de finale.
Het nieuwe klassiek is niet noodzakelijk ouderwets
In Milaan werd de kalender versterkt met de terugkeer van Gucci, ter compensatie voor het ontbreken van Versace (Prada, dat vorig seizoen in New York showde, was ook terug van weggeweest en Bottega Veneta gaat in juni 2020 voor het eerst in jaren opnieuw een toegewijde mannenshow plannen). Alessandro Michele debuteerde vijf jaar geleden bij Gucci tijdens de mannenweek van Milaan, met een gemengde collectie. Maar recenter toonde hij zijn mannenlijn altijd samen met de dames. Hij verpakte zijn show als een verjaardagsfeestje voor vijfjarigen, met een met kinderhand geschreven kaartje als uitnodiging, en voor volwassenen geherinterpreteerde kinderkleren. Perfect voor de kleuter die in elke man schuilt.
DSquared2, een van de weinige labels die hun damescollecties tijdens de mannenweek onthullen, vierde ook een verjaardag: Dean en Dan Caten bliezen 25 kaarsjes uit met een video-retrospectief en een gastoptreden van disco-trio Sister Sledge.
Architect Rem Koolhaas ontwierp voor Prada een typisch Italiaans plein met in het centrum een boordkartonnen monument van een maarschalk te paard in het midden. Het plein, gebouwd in een hal van Fondazione Prada, werd bevolkt door gehaaste forenzen in stadsuniform.
De meest bijzondere show in Milaan was allicht die van Marni, met een tergend trage, in het halfduister opgevoerde dansvoorstelling van choreograaf Michele Rizzo die, al naar gelang je gemoed, ergerlijk was of hypnotiserend. De kleren leken van bijkomend belang.
Ook in Parijs lag de focus hier en daar op spektakel. Bij Off-White werd de show geopend door Cartier Williams, een tapdanser, achter een half transparant gordijn.
Het Japanse cultlabel Undercover koos het Cirque d’Hiver voor een
choreografie van de Belg Damien Jalet die was geïnspireerd door Throne
Of Blood, een film van Akira Kurosawa. De finale was beklijvend: een
danser werd neergesabeld door een reeks pijlen die uit de lucht kwamen
vallen. Issey Miyake werkte opnieuw samen met een Amerikaanse choreograaf,
Daniel Ezralow, voor de show van de lijn Homme Plissé: een muzikale parade
met trombonespelers, een drummer, dansers en performers. bij het Chinese
sportswearmerk Ni-Ling mocht Jackie Chan een ererondje lopen op de
catwalk.
Jacquemus, die vorige lente het Internet brak met zijn show in een
lavendelveld in het Zuiden van Frankrijk, keerde terug naar Parijs, of
beter gezegd, naar de voorstad Nanterre, waar hij op zijn dertigste
verjaardag de sportarena van La Défense inpalmde voor een megalomane
gemengde show op een enorme witte catwalk (Laetitia Casta en Gigi Hadid
liepen mee).
Andere labels die uitweken naar de rand van Parijs: Lanvin, in het Centre de la Danse van Pantin, en Raf Simons, in een hangar in Ivry-sur-Seine. Bruno Sialelli van Lanvin leek dit keer minder schatplichtig aan de stijl van Loewe, waar hij eerder werkte. Raf Simons was in topvorm, met echo's van het sixties-futurisme van Pierre Cardin en Courrèges. De keuze voor verafgelegen locaties was problematisch tijdens een modeweek die werd gekenmerkt door een grootschalige staking van het openbaar vervoer. Maar natuurlijk krijgt niet iedereen de mogelijkheid, zoals Dior, om een efemere constructie te plaatsen op place de la Concorde, pal in het epicentrum van Parijs.
Bij de geslaagdste shows van het seizoen: Rick Owens en Dries Van Noten, die elk hun eigen versie van de seventies brachten. Owens combineerde de stijl van ontwerper Kansai Yamamoto (Bowie in zijn glorieperiode) met de glamour van oud Hollywood. Van Noten was al even glam. Hij bracht zijn gebruikelijke mix and match, maar dan op acid, met reusachtige stola’s van bont en forse hakken. Opvallend: achter de laagjes glansvernis en de excentrieke styling schuilde bij beide ontwerpers een alles welbeschouwd klassieke garderobe. De nieuwe dandy's blijven met hun beide voeten op de grond.
Homepagebeeld: Louis Vuitton FW20, eigendom LVMH