DNA eigenzinnig leerlabel
bezig met laden...
Draag het en mensen zeggen er iets van. Leer. Anno 2004 is het dragen van een leren overjas, zeker in de winter, wel gemeengoed geworden. Maar een rok, pantalon of blazer, laat staan een topje in de zomer, zo'n kledingstuk, zo weten wij ter redactie uit ervaring, is nog altijd goed voor één of meerdere opmerkingen. Het zien van leer roept gevoelens op. Hoe is dat voor de professionals in de modebranche. FashionUnited vroeg het aan Lucel van den Hoeven van DNA, misschien wel Neerlands inventiefste leverancier van mode in leer.
Lucel van den Hoeven (1961) is bijna tien jaar geleden samen met Rick van Rijthoven (1967) een bedrijf begonnen. De allereerste kledingstukken van DNA waren niet van leer, maar dat veranderde na één jaar als bij toeval. Tijdens een beurs in Parijs viel hun oog op enkele stuks zeer mooi gesneden leren jasjes. Zij kochten twee modellen in en gingen met deze collectie (2 stuks!) langs de boetieks. Lucel herinnert zich nog het verbaasde gezicht van de inkoopster van de Bijenkorf destijds vanwege het geringe aantal. Ondanks de moeilijke tijd die de mode begin jaren negentig meemaakte verkocht DNA haar leer als een speer.
Tien jaar geleden droegen rocksterren leer. Chique dames droegen jasjes van Chanel - of iets wat daar op leek. Een tussenweg was er niet tussen rock en chic. Leer als mode werd niet geaccepteerd. Wel was de opkomst van 'leerpaleizen' begonnen, maar die brachten geen mode. Alleen veel jassen, met het bekende verschijnsel dat meer van hetzelfde de prijs laag houdt. Wel volume dus, maar geen keus. In ieder geval niet voor liefhebbers van mode. Maar toen kwam DNA. Deoxyribonucleic acid (DNA), de wetenschappelijke naam voor een persoonlijk biologisch paspoort, is internationaal herkenbaar en toepasselijk als naam gekozen voor het eigenzinnige leerlabel.
Lucel en Rick hebben bij het in de makt zetten van DNA niet stil gezeten. "Op grote beurzen merkten we dat onze collectie niet ton zijn recht kwam tussen de juist heel grote merken of de stand van super laagsegment mode. Vandaar dat we een vakbeurs zijn gaan organiseren waar ons merk en gelijkgestemde merken zich samen beter konden presenteren. Dat is de Modefabriek geworden. De allereerste keer stonden we er samen met 25 anderen. Maar wel allemaal merken waar een bepaald soort retailer naar op zoek is."
Lucel van den Hoeven is verantwoordelijk voor de craetieve kant van het kledinglabel DNA. "Het meest belangrijk vind ik dat het jasje, of ander kledingstuk, mooi is. Op het eerste gezicht hoeft het er niet als leer uit te zien. Leer heeft van zichzelf al uitstraling, veel uitgesprokener dan van bijvoorbeeld katoen. Het spanningsveld is groter, het kan sneller verkeerd worden gedrapeerd of verkeerd gedragen. Of het is net de foute print, of de verkeerde accessoires. Je moet heel voorzichtig zijn met leer," zegt hij, "alle effecten zijn heftiger."
"Wij brengen mode wat toevallig in leer is uitgevoerd. En dat wordt nu meer geaccepteerd dan vroeger. We zijn geen revolutionair merk, maar wel anders. Soms valt dat pas op als je een tweede keer kijkt. Ik vind dat elk kledingstuk iets extra's moet hebben: een grapje, een ' twist'. Maar ingewikkelde asymmetrische patronen hoeven voor mij niet.
Er is niet veel mode in leer, maar DNA is toevallig wel de leukste! Elk half jaar brengen we een nieuwe collectie. We letten daarbij wel op modestoffen. Tendensen in de confectie zijn prima te vertalen naar leer. Een trenchcoat van leer is een gewone jas, maar hij wordt al heel anders als je de naden naar buiten keert. Andere voorbeelden zijn onafgewerkte naden of niet omgezoomde afsnijdingen. Zo wordt er veel geëxperimenteerd met jeans. Nieuwe technieken zijn ook op leer toepasbaar. Onze nieuwe collectie bestaat uit leren jasjes in verschillende wassingen bijvoorbeeld. Het is een uitdaging om met nieuwe technieken aan de slag te gaan."
'Double-faced' is een mooie manier om de vleeskant van het leer te gebruiken. Dat kan vooral bij de jassen die gemaakt zijn van Spaans konijn. Het bont is dan de voering en de buitenzijde is ruw gesneden. Hierdoor wordt het geen chique gladde jas, maar heeft het bijna een oeruitstraling. Vroeger werd leer zielig gevonden, maar dat is nu niet meer zo. Huiden van dieren die louter voor de pels gefokt worden, gebruiken we niet. Bij ons ligt de grens bij huiden van dieren die voor de vleesconsumptie worden gebruikt."
"We houden ervan om met nieuwe ontwikkelingen aan de slag te gaan. Dat wil niet zeggen dat alles wat we proberen ook in productie genomen wordt. Met behulp van laserstralen hebben we bijvoorbeeld bij een jas de haren van de huid weggehaald in het patroon van de tekening van een tijger. Maar we zijn nog niet tevreden over het resultaat. En ook al is er veel in het proces geïnvesteerd, deze jas gaat niet in productie. "
Voorheen kom je zeggen dat leer een echt winterartikel was. Maar nu heb je blazers van gewassen leer, rokjes in roze en zomertopjes. Je kiest dan natuurlijk niet voor stevig rundleer, maar eerder voor zachte nappa's. Een typisch zomerproduct is het korte jasje. In onze collectie voor 2005 zit een heel mooie uitvoering met boorden, de reacties zijn nu al top.
Een typisch Nederlandse opmerking is dat een jas practisch en functioneel moet zijn. Maar er is een verschil in functionaliteit. Een ski-jack is functioneel tijdens de wintersport, maar niet als jas over een kostuum. Toch hebben Nederlanders meer een eigen uitstraling van kleden. In New York of Milaan zie je dat mensen in een algemene stijl gekleed gaan. Allemaal min of meer hetzelfde. In België gaan de vrouwen heel vrouwelijk gekleed en in Londen heeft ieder meer een eigen stijl. Ook Nederlanders zijn individualistischer. Voor DNA geldt dat het silhouet heel belangrijk is, maar het moet wel draagbaar blijven. Je moet je er wel comfortabel in voelen."