Eens of oneens?
bezig met laden...
De politiek overdrijft de onveiligheid van ons land.
Bent u bang in eigen land? Durft u als winkelier niet alleen af te sluiten? Bent u als ondernemer het slachtoffer van criminaliteit? Of valt het allemaal wel mee?
Enkele maanden geleden heeft Burgemeester Pop van Haarlem, tevens voorzitter van de commissie Veiligheid van de VNG, kritiek geuit op ministers Donner en Remkes. Volgens hem overdreven zij de onveiligheid in Nederland ten behoeve van hun eigen politieke agenda Hiermee kreeg de politie een slechte naam, hetgeen, volgens Pop, het doel van Remkes en Donner was om greep op het politiekorps te krijgen.
Er is in de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan de onveiligheid in ons land. En niet voor niets. In 2002 beleefde Nederland haar diepste dal; het CBS registreerde dat jaar ruim 5 miljoen delicten en ruim een kwart van de totale bevolking voelde zich dat jaar wel eens onveilig. Het werd tijd voor een hardere aanpak. In 2003 waren de cijfers inmiddels gedaald.
Voor de ondernemer is het nieuws echter niet even opbeurend. Hoewel er in de tweede helft van 2003 een afvlakking van de winkelcriminaliteit viel te bespeuren, blijkt Nederland toch nog honderden miljoenen euros aan schade kwijt te zijn. In 2004 bleek de schade met 10% opgelopen te zijn tot 840 miljoen euro. En dit terwijl het totaal aantal diefstallen het afgelopen jaar is afgenomen.
Met zulke tegenstrijdige berichten reden genoeg om een aantal winkeliers in Haarlem, een stad die zich goed leent als doorsnee middel-grote Nederlandse stad, zelf te ondervragen. Zijn zij het eens met de stelling van hun burgemeester of weten zij juist uitgebreid mee te praten over hun ervaringen met winkelcriminaliteit?
Joyce de Klerk, medewerkster in damesmodezaak Bemore in Haarlem, reageert laconiek. In de vier jaar dat zij werkzaam is in de winkel heeft zij maar één geval van diefstal meegemaakt. Ze had het zelf niet zien gebeuren, maar de politie had de dader met gestolen artikelen betrapt, en zodoende werd de zaak meteen netjes afgehandeld en de artikelen teruggebracht. De winkel heeft niet eens een beveiligingssysteem, maar is volgens Joyce klein genoeg om voldoende persoonlijk toezicht te kunnen houden. Volgens haar draagt het kleine formaat van de winkel bij aan de veiligheid. "Er wordt veel meer gestolen uit de V&D." Ooit was er in de winkelstraat sprake van het instellen van een burenalarm, maar hier was uiteindelijk niet genoeg geld voor. De Klerk ziet dit niet als een gemis.
Nathalie Goldman van Didi Fashion in Haarlem heeft wel het een en ander meegemaakt in de zaak. In het verleden kwam winkeldiefstal wat vaker voor, maar het afgelopen seizoen is het opvallend rustig. "Een paar dieven zijn opgepakt door de politie en hebben een toegangsverbod tot het winkelcentrum gekregen. Anderen herkennen we meteen. Dat werkt toch het beste. Nog beter dan een beveiligingspoort," aldus Goldman.
Niet iedereen heeft echter zoveel geluk. Eén winkelier wilde niet geciteerd worden omdat ze 's avonds alleen moet afsluiten en bang was dat ze opgewacht zou worden naar aanleiding van dit artikel. Wellicht heeft deze angst te maken met haar negatieve ervaringen. Ondanks detectiepoorten en een tagsysteem verdwijnt de kleding bij haar in de winkel simpelweg van de hangers. Tot twee keer toe werd de verwijderaar van de tags van de toonbank gestolen. De tweede keer was het apparaat met ijzerdraad aan de toonbank bevestigd. De dieven hebben het ijzerdraad gewoon doorgeknipt en zijn ermee verdwenen. In de politie gelooft zij niet. "Tijdverspilling," noemde ze het.
Niet iedereen denkt er zo stellig over, maar dat de politie vaak machteloos staat ten opzichte van de criminelen is een onbetwistbaar feit. Paul Kegelaer, eigenaar van modezaak "La Boule" in Haarlem zegt dat de politie vaak weinig doen kan. Ze kunnen enkele overtreders aanhouden, maar vervolging heeft weinig effect. En de organiseerde bendes uit het buitenland zijn alleen maar toegenomen. "Het gevoel van dreiging is de afgelopen 12 jaar sterk toegenomen. Het gevoel van onveiligheid is te hoog,"aldus Kegelaer. Volgens hem is het aantal diefstallen de afgelopen tien jaar hetzelfde gebleven. Veiligheidspoorten en camera's helpen niet, want de dieven blijven terugkomen. Herkenning van de daders helpt enigszins wel. Als hem gevraagd wordt op welke maatregelen hij in de toekomst hoopt, antwoord hij vastberaden: "Er moeten meer brutale winkeliers komen. Ook al is het nu niet toegestaan zou ik het liefst zelf fysiek tegen de criminelen willen optreden." De woede en frustratie spatten van zijn woorden af. En hoe kan het ook anders als er zoveel schade geleden wordt door detaillisten die vaak hun hele vermogen investeren in hun ondernemingen?
Ondanks de verschillende ervaringen van de ondervraagde winkeliers blijkt uit ieders relaas dat de situatie niet optimaal is. Of ze het nu zelf ervaren of niet, iedereen kent wel een verhaal over diefstal en de effecten daarvan. Winkeliers voelen zich vaak bedreigd en onmachtig. Zelf mogen ze weinig of geen actie ondernemen en ook de politie is beperkt in haar vermogen iets aan de criminaliteit te doen. Het enige wat enigszins effectief blijkt is herkenning van de overtreders, die vervolgens een toegangsverbod van de winkelier kunnen krijgen.
De gemiddelde burger kan zich inmiddels dan wel veiliger voelen, maar dit geldt zelden voor de winkelier. Er staat de overheid en de overkoepelende organen voor de detailhandel nog veel te doen in dit opzicht. Plannen van de Ondernemingsvereniging Haarlem om, voor de feestdagen, extra beveiling in het centrum te organiseren moeten liggen in het verschiet. Ook in andere steden wordt hier aandacht aan besteed, maar de tijd zal het leren.