• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • Eigenzinnige mode van Kyra & Ko

Eigenzinnige mode van Kyra & Ko

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

“Afhankelijk zijn van een bank was wel het laatste dat we wilden.” Het verhaal van Kyra Marcopoulos en Lidwien van der Klei zou een voorbeeld kunnen zijn van een hedendaags sprookje: Er waren eens twee goede vriendinnen die na een succesvolle loopbaan besloten samen een modelabel te beginnen. Niet om snel geld te verdienen en slapend rijk te worden, maar uit idealisme. “We wilden zelf iets creëren. En we wisten dat we met elkaar veel plezier konden hebben.”

Ouderwetse sprookjes beginnen met ‘Er was eens’ en dan volgt een verhandeling over een knappe prins die moet strijden tegen een draak om een prinses uit een torenkamer te redden. Hedendaagse sprookjes gaan anders. In dit verhaal bijvoorbeeld, is de hoofdrol voor twee vrouwen. Hun uitdaging schuilt niet in het verslaan van mythische wezens, maar in het staande houden van zichzelf en hun ideaal in de wereld van banken, zakenlui en heersende modewetten.

Zes jaar geleden is het nu, dat het modelabel Kyra & Ko werd opgericht. “Op dat moment bevonden we ons allebei op een keerpunt in het leven,” vertelt Lidwien van der Klei, die tot die tijd inkoper en product manager was voor grootwinkelbedrijven. “Er moest iets veranderen, vonden wij,” verduidelijkt Kyra Marcopoulos, voormalig agent voor een aantal kledingmerken. “We wilden zelf iets creëren. En we wisten dat we met elkaar veel plezier konden hebben.”

Marcopoulos en Van der Klei kennen elkaar al sinds hun vijftiende. Op veertigjarige leeftijd bleken zij, met de productkennis van de één en de contacten van de ander, elkaar perfect aan te vullen. Toen ze fantaseerden over onafhankelijk en zelfstandig werken kwam de vraag “Zullen we het voor onszelf gaan doen?” dan ook haast als vanzelf opwellen. Het was weliswaar zo dat ze zélf verantwoordelijk waren voor een inkomen, maar dat schrok hen niet af: “We hadden allebei geen man die voor het inkomen zorgde, nee,” aldus Van der Klei. “Maar in feite heb je maar weinig nodig om van te kunnen leven. We leefden zuinig.” Het grootste bezwaar waar mensen in hun omgeving hen op wezen was: “Durven jullie dat? In deze tijd?,” weet Marcopoulos nog. “Het was in een tijd dat het, net als nu,niet zo goed ging met de economie. Maar verder reageerde iedereen positief.”

Zo kwam het dus dat zij gezamenlijk aan de keukentafel gingen zitten om een collectie te ontwerpen, geheel naar eigen smaak. Kyra & Ko doopten ze het. Omdat de van origine Griekse naam ‘Kyra’ niet vaak voorkomt en dus opvalt en het Hollandse ‘Ko’ omdat dat er leuk mee allitereert. En toen de eerste collectie klaar was, presenteerden ze die aan hun contacten in een tijdelijke showroom.

Een bank kwam er niet aan te pas. “We deden alles low-budget,” vertelt Marcopoulos over die beginperiode. “Afhankelijk zijn van een bank was wel het laatste dat we wilden. Het was vanaf het begin onze opzet dat we gingen doen wat we zelf wilden. Door daar een geldschieter bij te betrekken, geef je je zelfstandigheid toch weer uit handen.” De twee bekostigden het bedrijf daarom met spaargeld. “Niks een dure laptop en een mooi kantoor: We waren voorzichtig en draaiden elk dubbeltje drie keer om,” vertelt Van der Klei.

Omgekeerd evenredig aan de voorzichtige en degelijke aanpak in de bedrijfsvoering, was de manier waarop zij hun collectie vorm gaven. De zelfstandigheid staat bij de ontwerpen weliswaar eveneens hoog in het vaandel, maar hier durft het tweetal wél risico te nemen: Ze besloten alleen hun eigen gevoel te volgen en zich weinig te laten leiden door prognoses of voorspellingen over mode. “Kleuren als mauve, petrol of kerry komen onze collectie echt niet in, hoe zeer ze ook getipt worden door experts,” zegt Marcopoulos.

Dit uitgangspunt leverde een collectie op in een iets afwijkend kleurbeeld met vrolijke en originele prints. “Vooral in het begin moet je je ergens mee onderscheiden,” legt Van der Klei uit. “En ons geluk is dat het goed werd opgepikt door retailers.” Kleur is nog altijd een belangrijk onderscheidingsmiddel voor het merk, maar bepaalt allerminst de essentie. De collectie is net zo goed heel sober in te kopen. Ter illustratie: van alle kleuren is voor de komende winter antraciet het beste verkocht.

Het verkoopsucces van het merk ligt vooral in de kleding zelf, denken de oprichtsters: “Het zijn gewoon fijne kledingstukken,” vertelt Marcopoulos. “Makkelijk en comfortabel, maar wel elegant. Ze zijn goed te combineren en vrouwen vinden zichzelf er snel leuk in.”

Hun methode bleek te werken: Na drie jaar draaide het bedrijf zo goed dat het meer opbracht dan de onkosten. “We kunnen er nu van leven,” aldus Van der Klei. Maar een modebedrijf dat groeit, heeft meer geld nodig om de productie van collecties te kunnen voorfinancieren. Dus na vier jaar kwam het tweetal toch bij de bank terecht. “Toen we daar onze cijfers voorlegden, bleek financiering geen enkel probleem te zijn. We zijn een degelijk bedrijf,” legt Van der Klei uit. Desondanks blijft het bedrijf nog altijd het liefst zelf zijn eigen financier. Marcopoulos: “We houden vrij veel armslag en doen nog steeds het meeste zelf. We hebben twee mensen in dienst en verder besteden we een aantal dingen uit aan freelancers. We willen zo flexibel en klein mogelijk blijven.”

Het bedrijf stuurt dan ook niet actief aan op groei. En toch: inmiddels zijn er in Nederland 120 afnemers en daarnaast wordt het merk verkocht aan 40 detaillisten in België en 15 in Ierland. “Het ontwikkelt zich allemaal organisch,” zegt Van der Klei. “Onze motto’s zijn: ‘We zien wel’ en ‘Morgen is er weer een dag’,” zegt Marcopoulos. “Maar we bekijken altijd goed wat er op ons pad komt en of we dat willen,” nuanceert Van der Klei. “We zijn er tot nu toe in geslaagd om alleen maar zaken te doen met mensen die we aardig vinden.”

Aan de uitgangspunten van het bedrijf is in de afgelopen jaren weinig veranderd. Een paar kleine dingen: Het werk gebeurt niet meer aan de keukentafel, maar in een mooie etage op een bedrijventerrein in Haarlem. De collectie heeft zich ontwikkeld: “We hebben gemerkt dat we vooral sterk zijn in tricot en breisels, dus daar is ook het zwaartepunt van de collectie komen te liggen,” vertelt Marcopoulos.

Maar de eigengereidheid is onveranderd en ook de motto’s zijn gelijk gebleven. En hoe zit het met de plannen voor de toekomst? “We willen ons eigen spoor blijven volgen.” Tot zover deze vertelling. Want het verhaal van Kyra Marcopoulos & Lidwien van der Klei is nog lang niet afgelopen, maar het einde laat zich, zoals het een goed sprookje betaamt, al raden: Ze leefden nog lang en gelukkig.