• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • Gaatjestrui wordt designersweater

Gaatjestrui wordt designersweater

Door Natasja Admiraal

bezig met laden...

Scroll down to read more
Mode|INTERVIEW

Oude truien omtoveren tot fashionable designersweaters en daarmee de afvalberg van textiel in Nederland verminderen. Dat is het charmante concept van Wool², een project van de Stichting Creative City Lab. FashionUnited sprak met initiatiefnemer en voorzitter Ellen Mensink over de noodzaak van het project, de toegepaste vervezelingtechniek en de milieuvoordelen die het oplevert.

Je hebt je de afgelopen jaren op een breed vlak ingezet voor projecten die de circulaire economie bevorderen. Hoe is jouw belangstelling voor textiel ontstaan?

“Directe aanleiding was het instorten van de textielfabriek in Bangladesh twee jaar geleden. In mijn werk houd ik mij bezig met complexe en urgente thema’s. Deze ramp geeft in een notendop de problematiek van de modewereld weer. Het brengt niet alleen de intransparantie van de keten voor het voetlicht, maar maakt ook duidelijk dat dit leidt tot heel veel kledingaanschaf voor lage prijzen. Het gevolg? Aan de andere kant van de wereld betalen mensen de prijs die wij niet bereid zijn te betalen.”

Wat kunnen wij daar in Nederland aan doen?

“We zijn verwend geworden en kennen kledingstukken tegenwoordig te weinig waarde toe. Vaak belanden ze na enkele seizoenen klakkeloos in de vuilnisbak. Veel mensen weten niet dat je kleding naar een textielbak kunt brengen, óók als er ergens een gaatje zit. De ramp in Bangladesh klinkt ver weg, maar die grote afvalberg is een concreet vertrekpunt. Wij geloven dat een circulaire economie de oplossing is om duurzaamheid te realiseren. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat waardevolle materialen ook waardevol blijven? Door ze aan het begin van de keten zó te produceren dat je er aan het einde van de keten nog iets mee kunt. Dat is niet alleen beter voor het klimaat, maar vanuit kosteneffectief oogpunt ook voor bedrijven interessant.”

Wol heeft recent weer flink in de belangstelling gestaan tijdens Wool Week NL en wordt volop gepromoot als natuurlijk en rijk materiaal. Zijn er ook misverstanden over wol?

“Er is best wel veel dierenleed in wolindustrie, dat moet aangepakt worden. De betere wolsoorten komen veelal van ver en vaak worden er grote aantallen schapen tegelijkertijd gehouden. Hoe groter de massa, hoe minder makkelijk je dat kan aansturen natuurlijk. Daarnaast is wol niet per definitie duurzaam. In schapenpoep zit methaan en helaas draagt dat bij aan het broeikaseffect. Ik ben absoluut pro-wol: het is een prachtig en veelzijdig product waar ik helemaal achter sta. Maar we moeten met zijn allen goed opletten dat er bij de productie aandacht wordt geschonken aan dierenwelzijn en het milieu.”

Het afgelopen jaar hebben jullie onderzoek gedaan naar het upcyclen van wol. Wat kwam daaruit naar voren?

“We hebben een ‘lifecycle-analyse’ gemaakt en daaruit blijkt dat wol vooral aan het begin van de productie grote lasten met zich meebrengt als het gaat om CO2-uitstoot, gebruik van chemicaliën en water. Juist daarom is het recyclen van wol zo waardevol; dan hoef je het niet continue opnieuw te produceren. Het voordeel van wol is dat het – in vergelijking met bijvoorbeeld katoen – lange vezels heeft, waardoor het beter te recyclen is.”

Waarom is er nog niet eerder iemand op dit idee gekomen?

“Het punt is dat het complex is, omdat oude wol geen monomateriaal is. Daarmee bedoel ik dat het restant textiel van huishoudens op de afvalberg uit van alles en nog wat bestaat. Van handdoeken tot jassen in allerlei materialen. Dat maakt het ingewikkelder dan wanneer je de wolrestanten direct bij een breibedrijf zou inkopen. Juist daarom wilden wij de nek uitsteken door het toch te proberen. We kopen en verzamelen het product dat netjes naar de textielbak worden gebracht maar dat niet 1-op-1 herbruikbaar is omdat er bijvoorbeeld een gat in zit. Ons uiteindelijke doel is om alle oude wol in Nederland in te zamelen die anders zou worden weggegooid en verbrand, de vezels in allerlei verschillende textielgerelateerde eindproducten te verwerken en kennis te ontwikkelen over design for recycling. En daarmee circulaire textiel op de kaart te zetten.”

Het afgelopen jaar heeft de stichting een speciaal en duurzaam proces om te vervezelen toegepast. Hoe werkt dit precies?

“De oude truien worden gesorteerd op materiaal en van accessoires ontdaan. De gesorteerde truien worden gesneden, uit elkaar getrokken en machinaal gekaard. Van de nieuwe vezels worden kwalitatief hoogwaardige garens gesponnen. Op duurzame wijze – iets wat niet altijd evident is in de wereld van recycling. Daarbij bestaan gerecyclede modeproducten die je in de winkel tegenkomt vaak uit ongeveer 20 procent gerecycled materiaal. Wij willen dat percentage omhoog brengen en hebben garens ontwikkeld met 50 tot 70 procent gerecyclede wol. Het is ook mogelijk om 100 procent gerecyclede wol te maken, maar die garens zijn niet sterk genoeg voor toepassing in de mode-industrie. Soms ontkom je er dus niet aan om de gerecyclede wol te combineren met ander gerecyclede industriële afvalmaterialen. Een belangrijke voorwaarde voor ons was dat de garens machinaal moesten kunnen worden gebreid.”

Conny Groenewegen tekende het ontwerp voor een dames- en een herentrui. Waarom is zij de ideale ontwerper om mee samen te werken?

“Ze is een innovatieve knitwear-designer die weet waar ze het over heeft. Niet voor niets werd haar werk meermaals onderscheiden met een award. Uitgangspunt voor haar ontwerpen is vaak het materiaal en dat sluit goed aan bij de filosofie van Wool². Daarnaast maakt ze gewoon hele mooie dingen – het oog wil ook wat. Het moet geen geitenwollensokkenverhaal worden.”

Waar liggen nog kansen voor verbetering of groei en wat hebben jullie hiervoor nodig?

“Kansen genoeg, zowel technisch als vanuit de designoptiek. Wat we daarvoor nodig hebben, is geld. Om de productie van de truien te financieren zijn we een crowdfundingcampagne gestart, die loopt nu dertig dagen. De opbrengst wordt volledig gestopt in de ontwikkeling en het testen van de garens, maar ook in het aanscherpen van de businesscase. We zijn nu bezig de eerste winkels te benaderen zodat mensen de kleine collectie truien en sjaals kunnen zien en voelen. Verder weten we dat er internationale belangstelling is voor de gerecyclede garens. Zodoende zijn we met verschillende modemerken in gesprek om te kijken of we maatwerkgarens voor hen kunnen ontwikkelen.”

Wool² werkt ook samen met Warme Truiendag.

“Ja, want gedragsverandering gaat niet alleen over minder kleding weggooien. Je kunt die warme trui ook aantrekken en de verwarming een graadje lager zetten. We hebben daarom een duurzaam handbreigaren ontwikkelt waarmee je het patroon van de Warme Truiendagtrui 2016 zelf kunt breien.”

Vindt het concept navolging in andere steden of landen?

“Hopelijk wel. We merken dat we in Nederland veel aandacht krijgen. Ook zijn we betrokken bij ‘Nederland als Circulaire Hotspot’ dat in 2016 start op Schiphol Trade Park. Voor dit initiatief genaamd ‘ Circular Valley’ hebben een aantal partijen een half miljard euro uitgetrokken. Het wordt ondersteund door de Ellen MacArthur Foundation, een initiatief van een voormalig Britse solo-zeilster die de circulaire economie internationaal op de kaart heeft gezet.”

Waar staat de naam Wool² eigenlijk voor?

“De merknaam draait in de eerste plaats om het schaap, de hofleverancier van de mooie wol. Het kwadraat verwijst naar het hergebruik. Wellicht kunnen we de wol nog vaker recyclen, dus wat mij betreft zijn Wool³ en Wool⁴ en logisch vervolg.”

En straks dus allemaal een geupcyclede wollen trui voor onder de Kerstboom?

“Dat zou heel fijn zijn, want dankzij support van de crowd kunnen wij door met het ontwikkelen van de basiscollectie, de garens en andere technieken om de vezels tot textiel te verwerken. De truien worden in december uitgeleverd, zodat je met Kerst een goed verhaal aanhebt!”


Ellen Mensink
wool2