Hoe financier je een modeonderneming?
bezig met laden...
Je wilt een winkel beginnen, het liefst in de modebranche en je klopt aan bij een bank. Doe dit vooral niet onvoorbereid. Zorg voor een goed ondernemingsplan, sterk aan te bevelen om structuur aan je denkwijze te geven.
Dirk Mulder, branchemanager Mode van ING, vindt vijf punten belangrijk. Dit is ten eerste het ondernemingsplan, vervolgens de kwaliteit van de ondernemer, ten derde de rentabiliteit en ook het eigen vermogen speelt een belangrijke rol. Tot slot, maar niet te onderschatten; de zekerheden voor de kredietverstrekker.
Maar wat houdt een ondernemingsplan nu precies in? In het kort komt het er op neer dat je precies weet, alvorens te starten, wat de indicatie is van de te verwachten omzet en wat je financiële investering is. De winkelhuur van een jaar, inclusief borg, energienota, inventaris, verzekeringen, salaris en de aanschaf van collecties.
Het kost niets, maar het is wel heel belangrijk. Hoe kom je over? Wat zijn jouw kwaliteiten als ondernemend persoon? Volgens ondernemersadviseur Michel Termaat van de Utrechtse Kamer van Koophandel (KvK) gaan beginnende ondernemers hier vaak de mist in. Daarom is het zaak je bewust te zijn van je sterke en zwakke punten. Kun je bijvoorbeeld slecht relativeren, laat dan weten aan je bank dat je iemand binnen je eigen kring hebt die jou daarin ondersteunt. Laat zien dat je persoonlijkheid hebt en gemotiveerd bent.
De adviseur van de bank kan dit alleen beamen. Is de persoon een volhouder, weet hij problemen op te lossen en heeft hij een goede relatie met leveranciers? ING kijkt zeer gericht of degene waar mee zij in zee gaat over ondernemerskwaliteiten beschikt.
Wat is de rentabiliteit? Oftewel, wat blijft erover onder de streep? Hoeveel geldelijke middelen zijn er nog nadat alle kosten zijn betaald. Wat wel eens wordt vergeten, waarschuwt Termaat, is de fiscus. Winst wordt gezien als inkomsten en afhankelijk van de hoogte van de winst wordt deze belast tussen de dertig tot 52% (voor een 1-manszaak of VOF). Naast de zelfstandigen-aftrek is er voor een startende ondernemer de startersaftrek, die de eerste drie jaar de netto winst vermindert.
De ING-bank vindt winst een belangrijk aspect om mee te wegen alvorens over te gaan op financiering. Winst betekent namelijk dat de zaak levensvatbaar is en dat lening en rente kunnen worden terugbetaald. Winst betekent een versteviging van de onderneming en opbouw van reserves voor een tegenvallend seizoen.
De ING-bank ziet graag een eigen inbreng van twintig procent van de investering. Het laat ook zien dat de startende ondernemer serieuze bedoelingen heeft, zich in wil inzetten en bereid is ook zelf risico's te lopen. Wanneer weinig eigen vermogen aanwezig is, kan naar andere mogelijkheden worden gekeken. De bedrijfsadviseur van de KvK tipt om samen met een retailvereniging of franchise-gever bij een bank aan te kloppen. Zij hebben ervaring in dergelijke 'arrangementen' met een bank.
Andere mogelijkheden om de druk op de financiering te verminderen zijn contracten aangaan met leveranciers over terugname van voorraad of inventaris. Of op andere, mogelijke manieren te gaan samenwerken.
Mocht aan alle voorwaarden zijn voldaan, dan ziet de kredietverstrekker graag een aantal punten van zekerheid voor het geval er toch iets misgaat. En volgens ING-adviseur Dirk Mulder is zijn bank daarin geen uitzondering. Waar kan de bank verhaal halen? De eerste gedachte bij starters is altijd een borgstelling door derden, bijvoorbeeld ouders. Een eigen huis is een goed onderpand. Maar ook een kostbaar paard of dure auto wordt gezien als een zekerheid voor de bank. Ook de waarde van de (vooraf ingebrachte) voorraad en inventaris kan als zodanig worden gezien. Want deze wordt dan gewoon aan een opkoper verkocht.
Het is aan stringente voorwaarden gebonden, maar er is van overheidswege borgstellingskrediet mogelijk. Wanneer krediet van derden ontbreekt, wil vadertje staat deze rol overnemen en een garantie geven.
Kortom, voordat de deuren van de eigen modezaak worden geopend, zal menig drempel moet worden geslecht. Feit blijft, aan de basis van een gezonde onderneming staat een persoon met een gezonde ondernemersgeest.