• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • Hoe fix je de mode-industrie? Platform Fixing Fashion roept op tot herstellingen

Hoe fix je de mode-industrie? Platform Fixing Fashion roept op tot herstellingen

Door Sarah Vandoorne

bezig met laden...

Scroll down to read more

Mode |INTERVIEW

One Army fotograaf Hugh Coombs

Eindhoven - Hoewel ze pas afgestudeerd is, verkoopt ontwerper Alicia Minnaard haar eerste collectie niet. In de plaats daarvan geeft ze op het platform Fixing Fashion les over hoe je die zelf in elkaar kunnen stikken met kledingstukken die al (lang) in je kast hangen. Dat lijkt haar een veel beter idee dan kleding doneren.

Hoe fix je de mode in hemelsnaam? Daarover breekt het team achter het platform Fixing Fashion het hoofd. Zet een punt tussen die twee woorden, tik het in je zoekbalk en je komt op een website vol handige filmpjes, van wastips tot naaitechnieken, voor beginners en gevorderden. Medeoprichter Alicia Minnaard spreekt vol enthousiasme over de noodzaak van die tutorials en tips. De 24-jarige is lid van OneArmy, een globaal milieucollectief dat de website ondersteunt, en ontwikkelde het platform samen met de Nederlandse ontwerper Dave Hakkens.

Voor Minnaard is het haar allereerste collectie ooit. Ze is recent afgestudeerd aan ArtEZ University of the Arts in Arnhem. In de plaats van dat ze als mode-ontwerper een eerste verkoop lanceert, heeft ze een grapje in de website van Fixing Fashion opgenomen. Er is wel degelijk een knop “store”, maar als je er met je muis te dicht bijkomt, weerklinkt een slogan: buying is old fashion, kopen is uit de mode. “Zie het als een soort plan om repareren en zorgdragen voor je kleding te normaliseren. Op de website zie je een open source collectie. Die kan je niet kopen, maar moet je zelf namaken.”

“Begrijp me niet verkeerd, ook ik heb flink geshopt als tiener”, vertelt ze in haar atelier in Eindhoven. “Ik probeer mijn kast zo klassiek mogelijk te houden, met enkel basics, de droom van een capsule wardrobe met amper vijftien stuks na te streven, maar … dat lukt niet. Nu heb ik twee planken vol en een klein rekje en that’s it. In totaal gaat dat toch om een honderdtal kledingstukken, sokken en ondergoed niet eens meegerekend.”

“Veel van mijn huidige kleding heeft in de collectie van Fixing Fashion gezeten. Het platform is nu zowat mijn kleerkast geworden en die van mijn vriend ook. De collectie die je op de website vindt, de voorbeelden die veel mensen nadoen, die dragen wij gewoon. Het gaat er dus niet om wat je vroeger in je kast had hangen, het gaat erom wat je nú met die kleding doet.”

One Army fotograaf Hugh Coombs

Repareren en verzorgen tegen overconsumptie

Dat laatste kan alvast tellen als statement binnen de duurzame mode-wereld waarin Minnaard zich voortbeweegt.“Kleding verstellen is een ambacht die we allemaal in ons hebben, maar steeds meer aan het verliezen zijn”, steekt ze van wal. Net daarom richt ze haar tutorials op jonge makers zoals zijzelf. Net daarom weerklinken grapjes doorheen haar website en haar filmpjes. Het doel is om reparaties opnieuw in de mode te krijgen. En uiteindelijk een duurzamere industrie te creëren, door wat we hebben beter te verzorgen.

“In deze kledingindustrie is er niet zomaar één iemand verantwoordelijk voor de vervuiling. We zijn allemaal dragers. We kunnen dus allemaal wat meer voor onze kleren zorgen, al is het maar door wat vaker het waslabel te checken.” Een belangrijk onderdeel van de Fixing Fashion-tutorials, benadrukt Minnaard tijdens het interview, is ook het verzorgen van kledij. “Maar tenzij je nooit eet of nooit ergens aan blijft haken, gebeuren ongelukjes nu eenmaal. Vandaar de nood aan repareren.”

“Repareren kan bevrijdend werken”, filosofeert ze verder. “Door iets te herstellen, voeg je er iets van jezelf aan toe. Zo ga je je kleding meer waarderen, wat die overconsumptie kan tegengaan. Jij hebt er je tijd ingestoken, dus ga je het ook vaker dragen. Op die manier wordt het een politieke daad. Als je herstelt, dan weiger je om deel uit te maken van het systeem.”

Kritiek op de tweedehandsindustrie: milieuproblemen in Ghana

Dat systeem onderzocht Minnaard niet enkel in Arnhem, maar ook in Accra.

ACHTERGROND

In de Ghanese hoofdstad vind je een van de grootste tweedehandsmarkten ter wereld, Kantamanto. Niet alles op die markt geraakt verkocht en veel kleding belandt uiteindelijk in lokale waterlopen en voert zo naar de zee. Bij hoogtij komt die kleding weer bovendrijven op de Ghanese stranden, met alle ecologische gevolgen vandien. Voor De Prijsknaller reisde televisiejournalist Ersin Kiris af naar de regio en zag hij de vervuilde stranden met eigen ogen. Amerikaanse activist Liz Ricketts van The OR Foundation heeft hem meegenomen naar een lokale vuilnisbelt en vertelde over de sociale gevolgen voor de gemeenschap: zowel hun gezondheid als hun portemonnee heeft te lijden onder afdankertjes. Afval wordt verbrand, wat heel wat luchtvervuiling veroorzaakt. De lokale textielmarkt gaat kapot door de lage prijzen van tweedehandsjes. En ook verkopers van de tweedehandskleding verdienen steeds minder aan een baal kleding, want de kwaliteit is de laatste jaren zienderogen naar beneden gegaan.

In Accra ging Minnaard in de leer bij activist Liz Ricketts. In 2019 had de oprichter van The OR Foundation ontwerpers zoals zij uitgenodigd voor een veldwerkreis van twee weken. “Nadien zijn we nog twee maanden langer gebleven. Ik vond het een heel mooie ervaring. Ben ook erg dankbaar dat ik het mocht doen, want ik heb even tien jaar research samengevat gekregen op twee weken tijd.” Sindsdien is Minnaard erg kritisch over de tweedehandsindustrie. “Als het over tweedehands gaat, nemen sommige mensen het woord ‘circulariteit’ in de mond, want tweedehandskledij komt weer in omloop.” Met ‘circulaire mode’ wordt bedoeld dat kleding niet zomaar weggegooid wordt, maar kan hergebruikt worden, bijvoorbeeld als materiaal voor een nieuw artistiek project. Tweedehands kleding aankopen zou ook onder dat soort ‘hergebruik’ vallen, maar in de context van Ghana is Minnaard het daar niet mee eens. “De vraag is bij wie het belandt en wie daar verantwoordelijk voor is. Want uiteindelijk komt het terecht in handen van iemand in Accra, maar die is niet verantwoordelijk voor de kleding die daar binnenkomt.”

Samen met Ricketts bezocht Minnaard in de Ghanese hoofdstad een markt, Kantamanto, die bekend staat als de “grootste tweedehandsmarkt ter wereld”. Maar liefst 30.000 mensen werken op de markt. Hun inkomen hangt af van de kwaliteit van de tweedehandskledij die geïmporteerd wordt. “Door het probleem van de fast fashion en de overconsumptie komt er veel slechte kwaliteit binnen op de markt”, gaat Minnaard verder. “Veel kleren hebben gaten en vlekken. De retailers die de balen opkopen, kunnen zelf niet altijd hun geld daar weer uithalen.” Absurd vindt ze het, als ze er verder over nadenkt. “Wij doneren de kleren die we zelf ook niet meer aan willen. En die dumpen we dan in iemands achtertuin en komen uiteindelijk in de zee terecht.”

Op haar eerste dag in Accra deed Minnaard een beach clean-up met The OR Foundation. “Gelijk een zonnesteek!”, weet ze nog goed. “Het zand was gewoon zwart. Die kleren lagen precies te composteren. Je kreeg ze er niet uit.” Of ze dat opnieuw wil proberen? “Ik wil er wel graag eens terug heen gaan. Intussen is mijn reis 2,5 jaar geleden. Ik zou wel eens willen weten hoe het er nu aan toegaat.”

One Army fotograaf Hugh Coombs

Upcycling bestaat al langer dan vandaag

Dat Minnaard zichzelf “best activistisch” noemt, mag niet verbazen. Dat heeft ze van geen vreemde. Haar grootmoeder, oma Annie, leerde haar naaien en inspireerde haar uiteindelijk om modeontwerp aan de kunstacademie te studeren. Oma Annie deed al aan upcycling lang voor het een dingetje was. De hele straat kon bij haar terecht als kleermaakster.

In feite wil Minnaard net hetzelfde bereiken als haar grootmoeder: een referentiepunt zijn voor herstellingen. De jonge ontwerper is de eerste om toe te geven dat niet elk ontwerp op het Fixing.Fashion-platform geschikt is voor beginners. “Ingewikkelde reparaties zijn nu eenmaal niet voor iedereen weggelegd. Daarom hoop ik dat we met het platform een sterke community kunnen ontwikkelen, die elkaar ondersteunt.”

Al was oma Annie niet altijd de allerbeste in haar kleindochter aanmoedigen. “Eigenlijk gek dat ik ermee verder gegaan ben. Mijn oma was een lieverd, maar vooral ook heel erg streng en niet snel tevreden. ‘Doe dat nou maar weer opnieuw!’ Ik heb een beetje een haat-liefdeverhouding met mijn naaimachine, ik heb ‘m al vaak door het raam willen gooien. Ik begrijp dus maar al te goed dat niet iedereen zelf wil herstellen. Maar weet dan dat er een hoop mensen om je heen zijn die dat wel kunnen.”

Daarop wil Minnaard zich in de nabije toekomst steeds meer toeleggen: op een netwerk van iedereen die fashion kan fixen. “Zie het als een community, een gemeenschap, van mensen die hun fixes met elkaar delen. In de praktijk kan het gaan om een map om makers op te pinnen. Het platform heeft dus nog veel kansen om te groeien.”

afvalberg
Alicia Minnaard
Duurzaamheid
Fixing Fashion
Ghana
reparatie
Tweedehands
Upcycling