Voor modebedrijven
is het een constante uitdaging om in te schatten hoeveel en welke
kledingstukken zij zullen verkopen. Dit gebeurt ook nog eens maanden
voordat consumenten de producten daadwerkelijk kunnen kopen. De
speculatieve aard van de toeleveringsketen heeft geleid tot overproductie
en verspilling en dit is de laatste jaren alleen maar toegenomen door de
immense groei van de fast fashion-industrie. Maar wat is het alternatief?
Inschatten hoeveel producten verkocht zullen worden elimineren uit het
maakproces, en alleen die kledingstukken produceren die consumenten al
gekozen hebben, kan een oplossing zijn.
Het Londense merk Paynter lanceerde op 30 mei om negen uur ‘s ochtends
een nieuwe jas op hun website. Binnen 86 seconden waren alle 197 stuks
uitverkocht. Het is altijd een succes als een bedrijf de gehele voorraad
verkoopt van een product, vooral zo snel, maar bij Paynter viel dit te
verwachten. Sterker nog, het is een integraal onderdeel van hun
made-to-order businessmodel. Het merk lanceert elk jaar drie producten in
een oplage van 300 stuks (door logistieke problemen als gevolg van Covid-19
was het aantal dit keer lager) en begint pas met het produceren van deze
producten als consumenten een bestelling hebben geplaatst. Het merk heeft
een groeiende wachtlijst van zo’n 3000 consumenten, vandaar dat de
producten zo snel uitverkopen.
Het made-to-order model van Paynter is een mooi voorbeeld van de vele
spannende innovaties die de laatste jaren opduiken in de mode-industrie om
iets te doen aan de almaar groeiende ecologische voetafdruk. Een
belangrijk aspect van het made-to-order model - een oude manier om
kledingstukken te produceren, die nieuw leven is ingeblazen door nieuwe
technologieën en groeiend bewustzijn wat betreft duurzaamheid - is dat het
direct een oplossing biedt voor overproductie. Daarin onderscheidt dit
model zich van andere initiatieven.
Vermindering van de uitstoot van kooldioxide, biologisch afbreekbare
stoffen, oplosbare garens, het zijn allemaal belangrijke oplossingen, maar
wel kleine oplossingen voor een groter probleem. Het is dweilen met de
kraan open, want waar het probleem rondom de duurzaamheidsproblematiek van
de industrie uiteindelijk op neerkomt is simpel: er wordt teveel kleding
geproduceerd.
Verspilling verminderen met goed doordachte producten
Paynter werd in 2019 gelanceerd door Becky Okell en Huw Thomas.
Ontwerpen, samples maken, testen door consumenten, aanpassen; het merk
werkt maanden aan het perfectioneren van elk product voordat het online
gaat. De productie begint pas als een product online gelanceerd is en elk
kledingstuk verkocht. Binnen zes tot acht weken ontvangen klanten hun jas,
waarbij elke jas handgenummerd is in de volgorde dat ze verkocht zijn. Het
bedrijf heeft weinig retouren. Van de 300 jassen die verkocht worden,
worden er zo’n tien teruggestuurd en die gaan vervolgens naar de volgende
op de wachtlijst. Van stof die overblijft na het productieproces worden
nieuwe garens gemaakt en het water dat gebruikt wordt om de kledingstukken
te verven, wordt gefilterd en opnieuw gebruikt.
”Als we een order plaatsen bij onze fabriek is het omdat er 300 mensen
zijn die er vertrouwen in hebben dat wij een mooie jas voor ze kunnen
maken. Het zijn vooruitstrevende en bewuste consumenten die vooruit kunnen
denken en het prima vinden om te wachten op een goed doordacht product.
Voor hen hoeft iets dat ze gekocht hebben niet dezelfde dag aan te komen,”
vertelt Okell aan FashionUnited. “Ik denk dat het voor klanten ook veel
spannender is als je weet dat een product speciaal voor jou gemaakt is. De
kans is groot dat je al een emotionele band met het kledingstuk hebt als
het bezorgd wordt, in plaats van alleen een fysieke.”
Overproductie is een probleem dat al veel langer speelt in de
mode-industrie, maar dat vooral de laatste jaren steeds urgenter is
geworden door de groei van de fast fashion-industrie die meer en meer
collecties produceert. Volgens de Ellen MacArthur Foundation wordt er elke
seconde een vrachtwagen vol kleding op de vuilstortplaats gedumpt of
verbrand. Deze problemen kwamen de laatste maanden nog meer aan het licht
toen de Covid-19 pandemie ervoor zorgde dat kledingorders ter waarde van
miljarden dollars, waarvan veel al geproduceerd waren, werden geannuleerd
bij hun fabrikanten.
Het gebruik van nieuwe technologieën
Een samenwerking van vorig jaar tussen het Londense techbedrijf Unmade
en New Balance gaf een inkijkje in hoe de toekomst er mogelijk uit zou
kunnen zien. Gebruikmakend van de software van Unmade lanceerde het
Amerikaanse sportswearbedrijf op zijn website een toepassing die het voor
consumenten mogelijk maakt om hun eigen bespoke sneakers te
creëren door het gebreide bovenwerk van de sneaker aan te passen met
verschillende kleuren, afbeeldingen en tekst. Het technologische
visualisatiesysteem van Unmade creëert een levensechte afbeelding van het
unieke design van de klant voordat deze geproduceerd wordt, zodat klanten
precies kunnen zien wat ze besteld hebben.