Koopkracht van Europeanen stijgt, maar varieert behoorlijk

De koopkracht in Europa is afgelopen jaar met ruim 4 procent gestegen. Het netto besteedbaar inkomen is echter sterk afhankelijk van de geografische ligging: koopkracht varieert niet alleen tussen verschillende regio’s, maar ook binnen de 42 afzonderlijke landen. Dat blijkt uit recent onderzoek van GfK.

In totaal hadden Europese consumenten afgelopen jaar beschikking over 9,13 biljoen euro, zo blijkt uit het onderzoek. Dat komt neer op een gemiddelde koopkracht van 13.636 euro per inwoner van de 42 onderzochte landen. Vergeleken met vorig jaar is dit een stijging van 4,2 procent per hoofd van de Europese bevolking. Dat vertaalt zich in veel landen in een toename in reële termen, omdat de inflatie in 2015 volgens de Europese Centrale Bank 0,2 procent is.

Hoeveel geld Europese consumenten te besteden hebben, verschilt behoorlijk per regio en land. De koopkracht in oostelijke en Zuid-Europese landen is afgelopen jaar, ondanks de economische crisis, licht gegroeid. Toch liggen deze landen nog ver achter op West- en Noord-Europa: de top 10 van landen met de hoogste koopkracht bestaat uit geen een Oost- of Zuid-Europees land. Er is dit jaar nagenoeg geen middenveld, alleen Spanje valt met een koopkracht van 13.203 euro per hoofd rond het Europese gemiddelde van 13.636 euro.

Liechtenstein staat met een gemiddelde koopkracht van 64.900 euro met stip op de eerste plaats, gevolgd door Zwitserland met een netto besteedbaar inkomen van 43.514 euro en Noorwegen met 30.265 euro. België staat op de twaalfde plek met een koopkracht van 19.182 euro, Nederland drie plaatsen daaronder met een gemiddeld besteedbaar inkomen van 17.143 euro. Oekraïne is de hekkensluiter met een koopkracht van slechts 987 euro per hoofd.

Consumenten uit een top 10 land hebben ten minste 1,5 keer het Europese gemiddelde te besteden. Bij Liechtenstein is dit zelfs 4,5 keer. Dit jaar liggen 26 landen, waaronder Portugal, Turkije, Griekenland en Tsjechië, onder het gemiddelde. De vier landen met het grootste aantal inwoners - Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië - zijn goed voor 40 procent van de totale Europese bevolking en nagenoeg 60 procent van de totale koopkracht.