London Fashion Week: van Thomas Tait tot Gareth Pugh
bezig met laden...
Ondanks de opvallende afwezigheid van Vogue hoofdredactrice Anna Wintour - die ervoor koos de Oscars in Los Angeles bij te wonen - trok London Fashion Week ruim 5.000 bezoekers, die van heinde en verre kwamen om het werk van Britse en internationale ontwerpers te zien. Met ruim 250 ontwerpers die hun collectie voor herfst/winter 2015 toonden, waaronder merken als Burberry Prorsum, Vivienne Westwood, J.W. Anderson, Paul Smith, Julien Macdonald, David Koma, Mary Katrantzou en Jonathan Saunders, maakte deze editie van London Fashion Week wel degelijk indruk.
De week begon afgelopen vrijdag vrij somber met een herdenkingsdienst voor Louise Wilson, de onlangs overleden docente van grote ontwerpers zoals Christopher Kane, Simone Rocha en Roksanda Illinic, die ook tijdens de dienst spraken.
Een van de meest geanticipeerde shows van het seizoen was die van Gareth Pugh, de avantgarde ontwerper die bekend staat om zijn conceptuele ontwerpen die ook wel 'draagbare sculpturen' genoemd worden. De Britse ontwerper presenteert zijn collecties meestal in Parijs, maar besloot voor het tien-jarig bestaan van zijn gelijknamige merk terug te keren naar zijn thuisland.
LFW is 'best wel belangrijk' voor Gareth Pugh
"Het is best wel belangrijk voor ons, het is spannend en tegelijkertijd ook doodeng," zei Pugh in een interview met de Britse krant The Independent. "Het voelt feestelijk, maar de verwachtingen zijn hoog - het is een uitdaging maar het is goed om soms bang te zijn." Tijdens zijn show afgelopen zaterdag liepen de modellen van top tot teen in het zwart, gekleed in borstkurassen van leer, militaire jasjes en hoofddeksels geschikt voor een strijd. Met wit geverfde gezichten droegen ze daaroverheen het rode kruis van de beschermheer van Engeland, Saint George. In een interview met het AFP vergeleek modejournaliste Hilary Alexander Pugh na de show met wijlen Alexander McQueen en noemde de collectie 'geweldig'.
London Fashion Week opende met shows van twee Zuid-Koreaanse ontwerpers, J.Js Lee en Euden Choi. Choi presenteerde een collectie gebaseerd op gestructureerde jassen, waaronder leren jasjes met geometrische vormen die geïnspireerd waren op de Japanse architectonische stroming Metabolisme. Daarop volgde de show van Jean-Pierre Braganza, die geometrische symmetrie en lagen combineerde voor een collectie 'geschikt voor een film noir feeks of heldin uit de oorlogstijd', zoals hij zelf zei. De nieuwe ontwerpster Molly Goddard toonde een collectie gebaseerd op haar ideale baljurk, gepaard met broeken van vilt en ribfluweel in de stijl van de jaren 70.
Jaren 60 en 70 weer terug
Op zaterdag presenteerde Orla Kiely haar nostalgische collectie. De jaren 70 waren voor veel ontwerpers een grote inspiratiebron, maar Kiely's collectie concentreerde zich op de meest verfijnde paletten en silhouetten van het tijdperk, met kleurrijke twinsets, pastellen capes en kasjmier truien gepaard met blouses met ruchekraag. Emilia Wickstead, volgens bronnen een van de lievelingsontwerpsters van de Hertogin van Cambridge, presenteerde retro-achtige wollen jumpsuits en ingesnoerde uitlopende jurken voor overdag en prachtig gesneden avondkleding met een beetje decolleté. De collectie werd geprezen om zijn draagbaarheid en aantrekkelijkheid.
Daarop volgde Julien Macdonald, die het tegenovergestelde van Wickstead presenteerde. Zijn collectie was, zoals gewoonlijk, sexy en glamoureus, met een vleugje romantisch gothic. Jurken in edelsteentinten met een onderjurk van zwart gaas, minijurken met franjes en zwarte visnetpanelen jurken werden enthousiast ontvangen. Zijn inspiratiebron waren de kroonjuwelen van het Britse koninklijk huis. "Deze show was een huldiging aan (de koningin): een zeer sterke, moderne vrouw. Dit is wat vrouwen tegenwoordig willen dragen," aldus Macdonald in een interview met The Telegraph.
Jonathan Anderson vindt inspiratie in jaren 80
Jonathan Anderson liet zich inspireren door de muziek en kunstenaars van de jaren 80. De nadruk lag volgens hem op de veranderingen in Berlijn en de Sovjet landen voor 1989. "We wendden ons naar plaatsen waar men geen vrijheid van meningsuiting had. Het idee dat je de vrijheid moet zoeken en je stempel ergens op drukt, spreekt tot mijn verbeelding," zei hij in een interview met The Guardian.
Margaret Howell liet zich door de jaren 60 inspireren met warme tonen en natuurlijke stoffen. David Koma creëerde een collectie gebaseerd op het concept van de ideale klant van het merk. Nude stoffen gingen gepaard met zwart leer of oranje kant, terwijl blauw leer gebruikt werd om A-lijn retro-rokken en halterjurken te maken.
Topshop Unique borduurde verder op het thema van de jaren 60 en 70 met een assortiment overgooiers, ribfluweel broeken met hoge taille en overalls, leren minirokken gepaard gewatteerde jassen met nepbont en coltruien. Het merk werkte meer met Twitter om de trends in 'real time' met de wereld te delen.
Paul Smith: "Het gaat om mooie kwaliteit en prachtige stoffen"
Paul Smith hield zich in deze collectie niet aan een bepaald thema. "Er is geen overheersend thema. Soms doe je dat en werkt het uitstekend, en soms niet. Dit gaat om mooie kwaliteit en prachtige stoffen," zei hij tegen Vogue. Hij legde de nadruk op een draagbare collectie, met losse, soepele silhouetten, grote ruitmotieven en volumineuze, doch elegante jassen.
De koningin van de eco-mode, Vivienne Westwood, gebruikte haar show om een politieke boodschap over te brengen. "Stem op Groen," stond op de verklaring die bezoekers ontvingen bij aanvang van de show. De collectie bestond uit een mix van invloeden, waaronder een jas met tijgerprint, uitgesproken Schotse ruitenjasjes, een zwart pak met krijtstreep, en de fluwelen, gedrapeerde jurken met asymmetrische rok waar Westwood om bekend staat.
Burberry Prorsum terug naar hippie tijdperk met 'Patchwork, Pattern and Prints'
Op maandag kwam de menigte af op de shows van de British Fashion Awards winnaar Erdem Moralioglu, Roksanda Illinic, Christopher Kane, Thomas Tait en Burberry Prorsum en Hunter Original. Luxe modehuis Burberry presenteerde een collectie genaamd 'Patchwork Pattern and Prints', met patchwork poncho's met franjes regenjassen met bruin suede franjes die sterk herinnerden aan het hippie tijdperk.
Christopher Kane wijdde deze collectie aan zijn moeder. De collectie bestond uit zwarte smokingjasjes, kanten onderlagen die soms bedekt waren met geometrische patronen in bonte kleuren, anders met uitgesneden stukken waaronder de huid van de modellen te zien was. De kanten details kwamen voort uit een serie stillevens die de ontwerper had getekend. "Alles wat ik doe komt uiteindelijk van een tekening, en weerspiegelt hoe ik me voel," zei Kane in een interview met Vogue. "Ik wilde een gevoel van aantrekkingskracht en sensualiteit in de collectie, iets seksueels maar niet grotesk."
Thomas Tait omschreef zijn collectie als 'Sci-fi spaghetti western'. Er kwamen tops in voor met grote kragen en zakken in broeken gestopt, leren rokken en grote leren jasjes met gespen in aardetinten, en jassen met ritsen. De winnaar van de eerste LVMH Young Fashion Designer Award hield zijn show in het donker en verlaagde het tempo, waardoor alle aandacht naar de kleding op de catwalk ging. "Ik wilde de modeshow fragmenteren," zei hij, "het tempo een beetje verlagen."