Mannenmode bekent kleur

"Gestreepte stropdassen in primaire kleuren, dat is nu wel over"

Wie bij Suitsupply aan de Willemsparkweg in Amsterdam binnenloopt moet zeker een blik werpen op de wand met stropdassen. In wel duizend vakjes ligt in elk opgerold een andere das. Te koketteren met haar eigen schoonheid, heel mooi van kleur te wezen. Als een wave in kleuren zijn de verschillende tinten naast elkaar gelegd, schakeringen in blauw via ivoor naar groen.

"De das is voor de meeste mannen toch iets waarmee ze iets meer van zichzelf kunnen laten zien," weet Dagmar Grote, sinds een jaar styliste voor Suitsupply. Een pak wordt namelijk vaker om representatieve redenen gedragen. Kleur en snit zullen daarom eerder door de drager worden aangepast aan de functie die hij bekleedt, of aan de geldende norm binnen het bedrijf waar hij werkt. Fokke de Jong, eigenaar en

oprichter doet daar maar meteen een bekentenis bovenop: "Tachtig procent van onze klanten is klassiek ingesteld en behoudend. Onze nummer 1 in pakken verkochte kleuren wordt ingenomen door antraciet grijs samen met navy blauw."

Toch is Suitsupply allesbehalve een behoudende herenmodezaak. Want de eerste winkel zetelde aan Rijksweg 4, nabij Schiphol. Dat was vier jaar geleden. Sindsdien zijn er meerdere langs wegen en in steden geopend, binnenkort opent de elfde zaak in Maastricht haar deuren. Het assortiment bestaat vooral uit herenpakken, hemden en dassen. Voorheen konden al aanpassingen worden uitgevoerd, maar binnenkort wil Fokke de Jong zijn clientèle ook de mogelijkheid bieden zich een pak op maat aan te meten.

De mening: 'Laat klanten je niet vertellen wat je moet inkopen, want dan loop je absoluut achter de mode aan', gaat niet op voor Suitsupply. Bijna elke maand wordt onder de bezielende leiding van Dagmar Grote een 'fashionlab' gehouden. Dan gaat een groep mannen in de weer met foto's uit tijdschriften en lapjes stof om een 'moodboard' te maken. In de winkel is zo'n stemmingsbord te zien, allemaal lapjes op een rijtje, witte met blauwe blokjes, groene en gestreepte. En plaatjes van actieve mannen, op bergtoppen of zeilboten. Deze collage geeft een goed beeld van wat mannen bezighoudt, waar hun voorkeur naar uit gaat. In ieder geval is het genoeg voor Dagmar Grote om er mee aan de slag te gaan. Iedere drie maanden verwerkt zij de aldus verkregen informatie, vertaalt deze en maakt hierop een handig klein boekwerkje met stijlideeën.

Dit 'brainstormteam' staat dan ook aan de bron van een in kleine oplage uitgebrachte collectie van iets meer gewaagde, meer avant gardistischer herenpakken. De 'Labcollection'. Duidelijk is dat kleur een steeds belangrijker rol vervult, maar voor de herenmode lopen de seizoenen toch een beetje in elkaar over. Voor de zomer van 2004 was limoengroen een heel belangrijke kleur. Voor 2005 zullen dat fuchsia, felroze en geel worden.

Kleuren zijn in de mannenmode subtieler aanwezig. "Gestreepte stropdassen in primaire kleuren, dat is nu wel over", benadrukt De Jong. Kleuren worden minder hard en er zal ook meer met kleur in de stoffen van de pakken worden gespeeld, bijvoorbeeld met mouliné. Kleuren worden warmer en stoffen meer feminien.

Opvallender is de opkomst van de casual suit, oftewel het weekendpak. Het heel vrije kleedgedrag van truien en spijkerbroeken is voorbij. Een zakelijk pak mag niet detoneren, al wil men met shirt en das nog wel eens kleur bekennen. Maar een herenpak voor in het weekend is een heel ander verhaal. Hierin mag de man meer van zichzelf laten zien. En dat uit zich in meer en opvallender kleurtjes en experimentele combinaties. En natuurlijk volgen shirt en das ook in dit verhaal.