Mode is emotie
bezig met laden...
Advies kan iedereen gebruiken, de uitdaging zit hem in het opvolgen van de gegeven raad. Ook mensen met een eigen zaak of onderneming vragen om advies. Voorwaarde bij het vinden van een mentor is het hebben van een goed netwerk. Er wordt gezegd dat een succesvol ondernemer vooral gepassioneerd is waar het zijn werk betreft. Een succesvol ondernemer is altijd met dat werk bezig en beschikt daardoor over een grote hoeveelheid waardevolle kennis. Zijn belangstelling eindigt niet wanneer hij zich uit het bedrijfsleven terugtrekt en tot een uurtje brainstormen is hij meestal wel bereid. Frans Zantman vervult die mentorrol onder andere voor zijn zoon Pascal, de oprichter van de huidige Zantman Modegroep. Daarnaast is hij ook als interim manager nog in de modebranche actief. FashionUnited reisde af naar Friesland voor een gesprek over de branche vroeger en nu. En over tegenslagen die uitdagingen worden genoemd.
Computerschermen domineren zijn bureau, maar het uitzicht over water eist visueel alle aandacht op. Vanuit zijn werkkamer kijkt de gepassioneerd zeiler Frans Zantman uit over een prachtig meer, maar zelf heeft hij meer oog voor de beeldschermen. Middels een directe internetverbinding met de beursvloer handelt hij actief. "Ik had wat spanning nodig", zegt hij daarover "en op de beurs is die volop te vinden." Naast het interim management, dat wekelijks een dag in beslag neemt, is de modeondernemer in ruste onlangs een heel nieuwe uitdaging aangegaan als mede-eigenaar van een privé kliniek in Heerenveen.
Frans Zantman kreeg het ondernemen in de mode met de paplepel toegediend. Zijn vader was middenstander en had een confectiezaak. In 1973 begon Zantman een modegroothandel waarmee hij de basis legde voor de huidige Secon Groep. In die onderneming was hij twintig jaar actief tot hij in 1992 de zaak verkocht. De naam Zantman Groep werd buiten de verkoop gehouden, waardoor zijn zoon later op eigen kracht een modeonderneming kon opzetten onder diezelfde naam.
In de twintig jaar dat hij in de mode actief was heeft Zantman vanzelfsprekend fantastische periodes meegemaakt, maar ook forse tegenvallers doorstaan. Terugkijkend is hij laconiek. "Iedereen maakt fouten," zegt hij, "maar dat is de enige manier om bij te leren. Alleen zo leer je inschatten welke dingen je beter niet kunt doen en hoe je eventueel risicovolle ondernemingen vooraf kunt compenseren." Volgens Zantman zit de kunst van het ondernemen in zorgvuldig calculeren. "Door ervoor te zorgen dat van de 10 nieuwe activiteiten die worden ontplooid, er zeven succesvol zijn en slechts drie niet. Dan kunnen de minder succesvolle activiteiten geen blijvende schade aanrichten."
Immers, "ook in magere jaren kun je goed geld verdienen. Hoe? Door de kosten in te perken en hard te werken," zegt hij pragmatisch. "Toen ik in 1973 voor mezelf begon werd ik bevreemd aangekeken. Men vond het opvallend dat ik het in die tijd aandurfde. Begin jaren 80 volgde weer een zware periode. Die fases heeft het bedrijf doorstaan omdat er heel hard werd gewerkt en af en toe een risico genomen. Naar de buitenwereld werd altijd een lachend gezicht gepresenteerd. Juist in een recessie vindt Zantman dat heel belangrijk. "Het begint al met de manier waarop de telefoon wordt beantwoord. Het gaat erom energie en vrolijkheid uit te stralen, ook als het erg slecht gaat met een bedrijf. Naar buiten toe moet je altijd de indruk wekken dat het bij jou beter gaat dan bij de concurrentie.Wanneer medewerkers collectief positiviteit uitstralen nemen klanten dat over en willen daar vervolgens deelgenoot van zijn." Zoals het gezegde luidt 'Everyone wants to join a winning team'. "Vervolgens moet je het natuurlijk ook waarmaken door afnemers extra service te bieden en goed samen te werken, maar in den beginne krijg je klandizie omdat die je wordt gegund."
De wens tot samenwerking en onderlinge loyaliteit tussen leveranciers en detaillisten is ook nu weer actueel. "Het is de enige manier waarop de moordende concurrentie met de 'verticalen' (bedrijven als Hennes&Mauritz en Zara die het hele traject van ontwerp en productie tot de verkoop in de winkel in eigen handen hebben, red.) kan worden aangegaan. De leverancier moet zijn afnemer alle aandacht geven en die zou op zijn beurt loyaal met de groothandelaar moeten zijn. Dat houdt ook in dat een detaillist zijn leverancier niet direct afstraft als een collectie één seizoen minder goed verkoopt."
Niet alleen winkeliers maken zich volgens Zantman daaraan schuldig. Het valt hem op dat in alle takken van de branche vooral naar cijfers gekeken wordt. Hij vindt het een van de grootste nadelen van deze tijd. "In veel bedrijven zijn de boekhouders aan de macht. Zij baseren beslissingen op een deel van de factoren. Met andere aspecten, zoals het tijdstip waarop de collectie in de winkel hangt of de combinatie die met andere merken wordt gemaakt, wordt geen rekening gehouden. Terwijl al die zaken van inlvoed zijn op het resultaat. Een collectie die minder goed verkoopt, wordt dan ook ogenblikkelijk afgeschreven en krijgt niet de kans om zich te ontwikkelen."
Volgens Zantman is dan ook niet iedereen geschikt voor het vak. "Je moet er gevoel voor hebben en er emotioneel bij betrokken zijn. Mode kun je niet rationaliseren. Wie dat doet geeft de voorkeur aan producten die 'gemakkelijk' geld opbrengen. Dan wordt het allemaal hetzelfde!"