Obvious Outdoor: van scoutstent tot “ultieme” duurzame rugzak
bezig met laden...
Wilrijk - Obvious Outdoor, een nieuwe speler in het duurzame outdoorsegment, vindt inspiratie bij de jeugdbeweging van de oprichter. De Belgische productontwikkelaar Jef Van Dyck lanceert 7 mei een nieuwe collectie rugzakken gemaakt van oude scoutstenten.
Een heuptasje. Een portefeuille. Aan zijn bureau in Wilrijk toont Jef Van Dyck, een 26-jarige productontwikkelaar, de eerste creaties van zijn duurzame merk Obvious Outdoor. Dat hij daar niet wil stoppen, is duidelijk aan de manier waarop hij er over praat. “Ik ben op zoek naar het ultieme product”, klinkt het.
Deze maand is het de derde keer dat Van Dyck, die eerder werkte als productingenieur voor softwarebedrijf Twikit, naar buiten komt met een collectie. Eerder ging hij een samenwerking aan met de Universiteit van Antwerpen, zijn alma mater, om banners en vlaggen om te vormen tot rugzakken, portefeuilles en pennenzakken. En had hij een eerste collectie af met de mysterieuze titel “IWATO”.
“IWATO is een afkorting”, vertelt Van Dyck. “Het staat voor I was a tent once.” Zijn ultieme product moet bestaan uit gerecycleerd, upcycled materiaal. De inspiratie daarvoor ging hij zoeken bij zijn verleden én heden bij de jeugdbeweging. Lang was Van Dyck scoutsleiding, nu nog steeds is hij materiaalmeester van zijn lokale groep. Zo krijgt hij spullen binnen van verschillende organisaties, waaronder ook tenten. “Daar zitten dan vaak geen stokken bij. Of ze zijn gescheurd.” Als tent zijn de zeilen niet meer bruikbaar, dus bedacht Van Dyck dat het de moeite was om de katoenen stof een tweede leven te geven in de IWATO-collectie.
De materiaalkeuze is duurzaam, ook de productie moet dat zijn. Zijn collectie wordt in België handgemaakt in samenwerking met een lokaal maatwerkbedrijf, waar mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt. Van Dyck spreekt vol lof over de samenwerking. “Bij onze eerste gesprekken was ik zelf nog een leek in stikken. Mijn ervaring ligt bij het ontwerpen, niet bij de productie. Zij hebben veel meer kennis van snijden dan ik.” Toch was het ontwerp meteen haalbaar voor de doelgroep. “Mijn idee is om het product simpel te houden, met als doel het effectief binnen België te kunnen produceren. Als het te ingewikkeld zou zijn, dan zou het niet mogelijk zijn, of dan zou het te veel kosten. Als je producten in Azië laat maken, is dat een fractie van de kostprijs van hier in België.”
Afwerken met voetbaltruitjes, Econyl en cordura
De afwerking van de rugzakken was nog een pijnpunt. Op zijn website benadrukt Van Dyck dat hij heel transparant te werk wil gaan: hij wil niet enkel de mooie kanten van het proces laten zien, maar ook de pijnpunten. “Ik ben nu een jaar bezig en gebruik zelf dagelijks mijn rugzak. Ook van klanten heb ik wat werkpuntjes meegekregen”, verduidelijkt hij nog tijdens telefonische navraag. Logisch ook, vindt hij dat. “Die tenten bestaan uit katoen van meer dan twintig jaar oud. Je zet je rugzak op de grond, je sleept hem overal mee. Dan is het niet ondenkbaar dat er snel gaten in de onderkant van de rugzak komen.”
Upcycling kan ook hier soelaas brengen: oude voetbaltruitjes laat hij nu vervilten tot extra rugzaksteun. De tenues haalt hij bij de Nederlandse voetbalbond. Voor de rugzakriemen vertrouwt hij op Econyl, een stof van gerecycleerd nylon. “Het bedrijf dat Econyl ontwikkelt doet aan chemische recyclage van postconsumer textiel en industrie-afval. Zo is het eindproduct even sterk als gewoon nylon.” De productontwikkelaar omschrijft het als een “gigantisch sterk en duurzaam” product.
Voor bepaalde onderdelen van de rugzak heeft Van Dyck echter nog geen duurzame oplossingen. “Voor de gespen om riemen aan te trekken heb ik nog geen alternatief gevonden binnen een deftige prijsklasse.” Nu kiest hij voor gewoon nylon. “Geen gerecycleerde variant ervan, dus. Nog niet”, kijkt hij naar de toekomst. Voor de bodem van de rugzak kiest hij voor cordura. Dat is een materiaal dat gebruikt wordt in werkkleding, legt hij uit. “Ook dat is een soort nylon, een stugge vorm ervan, gebruikt om de knieën en ellebogen van arbeiders te beschermen.” En zo geeft hij ineens toe dat hij nog niet “het ultieme product” ontwikkeld heeft. “Maar ik kijk wel om het op termijn toch te veranderen. En het belangrijkste is nu dat de levensduur verlengd wordt. De stof heeft misschien een hogere voetafdruk, maar doordat een product langer meegaat, zal de totale voetafdruk toch lager zijn.”
Waterdichte was
Door die ingrepen zou de nieuwe collectie van Obvious Outdoor langer moeten meegaan. Tenzij er een ander probleem zich voordoet. De waterdichtheid van de rugzak is nog zo’n uitdaging, bleek uit de feedback van de eerste rugzakcollectie. Van Dyck duikt in de geschiedenis en kijkt naar andere outdoormerken voor inspiratie en oplossingen.
Al snel haalt Van Dyck het voorbeeld van het Zweedse outdoormerk Fjällräven aan. Zij brengen wandelbroeken op de markt die evenmin waterdicht zijn, maar ze bieden meteen wel een oplossing. “Als klant krijg je was mee om je broek in te smeren en hem zo waterdicht te krijgen. Dat vind ik slim gezien, want in de wasmachine gaat zo’n beschermlaag er snel af. Je kan dan ook zelf bepalen hoe waterdicht je broek moet zijn of hoe stijf je comfortabel vindt. In de zomer doe je er misschien geen was op, in de winter een extra laagje.”
Een historische techniek, zo omschrijft Van Dyck het. Hij grijpt terug naar de zeevaart uit de 17e eeuw. “Zeevaarders weten al langer dat de zeilen van hun boten beter werken als ze nat waren. Door die te oliën en te waxen in plaats van ze aan de regen over te geven of ze met water te bewerken, komt er geen water meer door.” De oude zeilen van weleer dienden op hun beurt ook als stof voor verdere productie. “De mensen toen maakten er capes en hoedjes van”, geeft Van Dyck een geschiedenisles. Ook een vorm upcycling, dus. “Eigenlijk. Zo had ik het nog niet bekeken. Maar dat is het exact!”
Met opzet beperkt assortiment
Een laatste pijnpunt dat Van Dyck wil aanhalen met zijn collectie, is het heikel punt van de overproductie. Op zijn website verwijst hij naar een het in 2016 gepubliceerde Linkedin artikel 'Overproduction: Taboo in Fashion', van Hasmik Matevosyan, een Amsterdamse consultant en auteur van het boek Paradigm Shift in Fashion. Daarin argumenteert Matevosyan dat 30 procent van de stock in kledingwinkels nooit verkocht wordt. Blijft nog 70 procent over, maar ook daarmee halen retailers geen volle pot binnen: nog eens dertig procent wordt pas verkocht eens de solden er zijn.
“Ik wil niet deelnemen aan overproductie, ik wil dit scenario koste wat het kost vermijden”, zegt Van Dyck. “Daarom werk ik met een beperkt assortiment, met een kleine stock, met pre-order en on-demand productie.” Op 7 mei lanceert Van Dyck de nieuwe collectie van Obvious Outdoor in pre-order. Vanaf begin juni zullen de producten worden uitgestuurd. Ze zullen ook verkrijgbaar zijn via bepaalde winkels of webshops zoals Skolto, een duurzame reiswebshop. De gesprekken met de winkels lopen nog.
De toekomst ziet Van Dyck alvast groter dan enkel die ene, ultieme rugzak. “Mijn plan is om op termijn een volledig gamma aan duurzame outdoorkleding en -accessoires aan te bieden”, vertelt hij. “Momenteel zitten er ook T-shirts uit biokatoen in de pijplijn en denk ik aan nieuwe producten voor de IWATO-lijn.”