Onderzoek Bloomberg: Katoen Shein komt uit Xinjiang regio en wordt illegaal Amerika ingevoerd
bezig met laden...
Shein’s katoen is door onderzoek van Bloomberg gelinkt aan de Xinjiang regio, zo meldt Bloomberg. Xinjiang kwam de laatste jaren veel in het nieuws omdat er dwangarbeid en misbruik tegen de Oeigoeren zou plaatsvinden. In de Verenigde Staten is de invoer van katoen en andere producten uit het gebied dan ook verboden en ook in Europa wordt er gepleit voor een verbod.
Echter voerde Bloomberg dit jaar twee laboratoriumtests waaruit bleek dat Shein nog steeds katoen uit de regio naar de Verenigde Staten zou invoeren. “Een Amerikaanse poging om de invoer te verbieden van katoen dat in verband wordt gebracht met dwangarbeid in China, bevat een maas in de wet die groot genoeg is om een miljardenbedrijf te laten passeren”, zo stelt Bloomberg op basis van de resultaten.
Die ‘maas in de wet’ wordt volgens Bloomberg mogelijk gemaakt doordat Shein kleding voor zulke lage prijzen verkoopt, dat zendingen naar klanten vrijwel altijd onder een waardedrempel van achthonderd dollar liggen, die de meldingsplicht bij de Amerikaanse douane en grensbewaking in werking stelt.
Volgens Bloomberg confronteren hun onderzoeksresultaten Shein met een moeilijke keuze. Met toegeven dat het katoen uit Xinjiang komt, riskeert het merk verlies van klanten. Maar, met ontkenning loopt Shein het risico de Chinense regering, die alle beschuldigingen over de regio stellig ontkent, te verontwaardigen.
De tests van Bloomberg bieden naar eigen zeggen “het eerste “publieke bewijs” over het katoen gebruik, na eerdere beschuldigingen aan het adres van Shein van onder andere arbeidsactivisten en mensenrechtengroeperingen.
Twee pakketten kleding van Shein - één besteld in maart en een tweede in juli - werden voor analyse naar een laboratorium in Duitsland gestuurd: Agroisolab GmbH. Hier werden met een zogenoemd isotopenonderzoek variaties in koolstof, zuurstof en waterstof gemeten die aanwezig zijn in de vezels van het katoen, om zo de klimaatkenmerken vast te stellen van de regio waarin het werd geteeld.
Deze resultaten werden vervolgens vergeleken met stoffen uit Xinjiang: een kledingstuk van een Amerikaans merk dat in de regio actief is en anoniem wilt blijven, en een ander monster dat het lab eerder uit Xinjiang had verkregen.
Shein deelde in een verklaring mee dat het een ander laboratorium heeft ingeschakeld dat ook vergelijkbare isotopentests uitvoert. Het laboratorium in kwestie, het in Londen gevestigde Oritain, zei volgens Bloomberg eerder dit jaar dat de samenwerking dient om ‘een robuuste en traceerbare leveringsketen’ mogelijk te maken en ‘te voldoen aan alle wettelijke vereisten in de landen waarin zij actief zijn’.
Desondanks weigeren zowel Shein als Oritain de resultaten van de tests van Oritain te bespreken. Ook weigerde Oritain eerder dit jaar de producten van Shein te testen voor het onderzoek van Bloomberg wegens een “belangenconflict”, aldus Bloomberg.