Oost Europa lonkt
bezig met laden...
In Oost Europa zijn de lonen nog laag terwijl de markt zich ontwikkelt. Voor enkele ondernemers in de modewereld zijn de vooruitzichten gunstig genoeg om de corruptie en culturele verschillen te trotseren. "Oost Europa is dichterbij dan China," zegt Rinze Koopmans van Uco. "Dat scheelt dus tijd en tijd is in de modewereld cruciaal. De lijst van bedrijven die al gehoor gaven aan de lokroep van het Oosten wordt steeds langer. Armani, New Look, Inditex, Quelle en C&A toonden allemaal interesse in het potentieel van de Oost Europese markt.
China was het beloofde land. De lonen waren laag, de productiecapaciteit hoog. Maar inmiddels blijkt de Chinese droom alweer tanende. De slechte arbeidsomstandigheden van fabrieksmedewerkers en de kopieerlust van de fabrieken deden het imago van de Chinezen geen goed. Voor de Nederlandse ondernemer Robert Content van textielproducent en -importeur Amcon textiles was er nog een andere reden om zijn grenzen te verleggen: de afstand. In 1993 maakte de handel uit het Verre Oosten negentig procent uit van de omzet van zijn bedrijf. In achttien jaar tijd reisde hij 168 keer op en neer. Gemiddeld vertoefde hij vijftien dagen per maand overzees. Als hij niet zou stoppen, zou de reistijd alleen maar toenemen, vertelt hij: "China werd zo populair als productieland dat ze daar nu lachen om onze Nederlandse ordertjes. Die zijn voor hen relatief klein. De fabrieken nabij de vliegvelden kiezen liever voor grote opdrachten, wat ons dwingt om steeds verder het binnenland in te gaan. Soms is het vanaf het vliegveld nog dagen rijden naar de betreffende fabriek. Er gaat dan heel wat tijd overheen voordat het eindproduct bij onze klanten in Nederland is." Gelukkig diende een nieuwe belofte zich aan. Oost Europa is voor een groot deel nog onontgonnen gebied. De lonen zijn nog laag, terwijl tegelijkertijd het bestedingsniveau stijgt. Zowel producenten als modeketens zien hun kans schoon en beproeven hun geluk in de nieuwe markt met het openen van productielocaties of winkelvestigingen. Maar ook in deze landen blijkt ondernemen niet altijd eenvoudig te zijn.
Cultuurverschillen en corruptie
Het Belgische textielbedrijf Uco Textiles begon ongeveer een jaar geleden met produceren in Oost Europa. In Georgia, een plaats in Roemenië ten zuiden van Boekarest, renoveerde het bedrijf een bestaande textielfabriek. Uco was vooral gecharmeerd van de ligging van de plaats. "De fabriek ligt centraal tussen Bulgarije en Turkije," zegt Rinze Koopmans van het bedrijf. "We denken van hieruit de competitie met de Turkse markt aan te kunnen." Wat de struikelblokken zijn van ondernemen in Oost Europa heeft Uco inmiddels duidelijk op een rij. "Het is hetzelfde continent, maar er zijn behoorlijk wat culturele verschillen," zegt Koopmans. "Allereerst ligt het werkritme niet zo hoog. Ze zijn niet gewend aan de snelheid van werken die we in het Westen hanteren. De efficiëntie ontbreekt: we moeten keer op keer uitleggen dat het de bedoeling is om de fabriek opgeruimd te houden en dat alles op zijn plek moet liggen. Verder zijn er andere feestdagen, verschillen in sociale wetgeving, zoals het ontbreken van vakantiegeld." Geen man overboord, vindt Koopmans. "Nu zijn de uurprijzen nog zodanig laag dat je deze ongemakken makkelijk op kunt vangen. We werken aan verbetering door de medewerkers goed te scholen en steeds weer bij te sturen."
Die cultuurverschillen uiten zich echter ook op andere vlakken, weet Oost Europadeskundige Erik Dirksen van de universiteit van Amsterdam: "Het grootste probleem is corruptie. Wanneer je aan het werk gaat in Oost Europa en Rusland moet je erop rekenen dat je enorm veel smeergeld zult moeten betalen. En een contract is geen eindafspraak maar slechts een fase in het proces. Met deze verschijnselen krijgen alle bedrijven te maken. Zelfs een ervaren international als Shell krijgt in Rusland de gevolgen van corruptie en verkeerde afspraken voor zijn kiezen."
Content houdt zich staande door zorgvuldig af te tasten hoe ver het bedrijf mee kan gaan in de heersende praktijk. "Douaniers aan de grens een bepaald bedrag betalen, kan zo een dag wachten schelen." Erger kan ook: Een van de fabrieken van Content in Litouwen werd een aantal jaar geleden afgeperst onder dreiging van brandstichting en ongelukken met het personeel. "Daar hebben we uiteindelijk aan toegegeven," aldus Robert Content. "Je kunt heel vroom zijn en zeggen: daar doen we niet aan mee, want het blijft tenslotte omkoping. Maar wij vinden dat je je tot op zekere hoogte wel kunt aanpassen aan de situatie zoals die ter plekke is. Je wilt ook niet dat je medewerkers iets overkomt. Je komt er gewoon niet onderuit. De lokale politie werkt er ook aan mee." Aan dit soort voorvallen kwam een einde nadat Litouwen tot de Europese Unie toetrad. "Toen kwamen er betere regels, die ook strenger werden gehandhaafd." Met ruim tien jaar ervaring in Oost Europa kan de directeur ook andere aanwijzingen geven om zaken aldaar op een goede manier te volbrengen. "Je kunt de risico's indammen door goed contact te onderhouden met je leveranciers. Dat wil zeggen: zorg voor interessante orders, een goede marge, en breng nieuwe technologie in. Wij houden leveranciers constant bezig en verzekeren hen van regelmatige opdrachten, dan is de kans het kleinst dat ze je opdracht uiteindelijk aan een ander meegeven of gewoonweg hun afspraken niet nakomen. Een tweede belangrijk punt is dat je niet met beunhazen moet werken, ook al lijken die in eerste instantie goedkoper. Betrouwbaarheid is meer waard dan die paar euro's die je wint."
Het bestuur van Uco probeert inzake corruptie zoveel mogelijk zijn poot stijf te houden. "Maar je ontkomt er niet aan om af en toe iets in natura toe te schuiven aan bepaalde mensen," geeft Koopmans toe. "Verder houden we er in de planning rekening mee dat onze vrachtwagens drie dagen vertraging op kunnen lopen bij de grens."
De afstand is een voordeel
Deze nadelen wegen echter niet op tegen de voordelen van Oost Europa boven andere productielocaties. "Na de eerste schrik besloten we door te gaan in Oost Europa," zegt Robert Content. "De afstand is een groot voordeel." Ook Uco denkt er zo over:"Omdat we leveren aan flexibele bedrijven als H&M en Zara moeten we heel snel kunnen zijn. Dankzij de relatief kleine afstand kunnen we een korte levertermijn garanderen. Snelheid is cruciaal in de modewereld." Maar hoe verguld de bedrijven ook zijn met hun productielocaties, bedrijven moeten zich niet blind staren op Oost Europa zegt Prof. ing. W. Zegveld, ex-hoogleraar Interuniversitair Instituut Bedrijfskunde Delft en faculteit Economie VU Amsterdam: "Het comparatief voordeel van lage lonen zal nog wel geruime tijd voortduren, maar op wat langere termijn zijn er toch weer elders in de wereld landen waar goedkoper kan worden geproduceerd." Volgens hem worden de nieuw toetredende landen door de Europese Unie gestimuleerd tot het voeren van een innovatiebeleid. Robert Content is het daarmee eens: "Het is altijd tijd om vooruit te denken. We zijn voortdurend op zoek naar nieuwe locaties." Met het stijgen van de lonen groeien de perspectieven binnen Oost Europa voor een ander deel van de modebranche: De retailers. Volgens Oost-Europadeskundige Erik Dirksen behoren Polen, Tsjechië en Hongarije momenteel tot de grootste groeimarkten voor retailers. "De inkomens stijgen, ook dankzij de toetreding tot de Europese Unie." Deze ontwikkeling blijft niet lang onopgemerkt. De lijst van bedrijven die al gehoor gaven aan de lokroep van het Oosten wordt in rap tempo langer. Het is een gevarieerde verzameling: Modehuis Armani, modeketen New Look, retailer Inditex en postorderaar Quelle: allemaal toonden ze in de afgelopen maanden interesse in het potentieel van de Oost Europese markt. C&A was een van de eersten die de stap waagde. Deze winkelketen voert al sinds enkele jaren goedlopende winkels in Hongarije, Tsjechië en Polen. Onlangs kondigde de onderneming aan dit aanbod nog te willen uitbreiden met vijf filialen in Rusland. Komend jaar komen daar ook nog vestigingen in Slovenië, Slowakije en Turkije bij. "Oost-Europa is een snel groeiende markt," verklaarde Europees woordvoerder van C&A, Thorsten Rolfes. "Bovendien is de bevolkingsopbouw met name interessant voor een bedrijf als C&A, dat zich richt op kinderen en jonge gezinnen." Maar wat voor de productiebedrijven gold, geldt ook voor de retailers: ondernemen in Oost Europa is niet zonder risico's.