Openingsavond AFW: commercie versus jong talent
bezig met laden...
Het Downtown-programma van Zalando is al een weekje bezig en nu is het eindelijk tijd voor de modeprofessionals. De openingsavond trapte af met Aziz Bekkaoui. Maar het draait op de openingsavond om alles behalve mode.
Modeontwerper Aziz Bekkoui is geen onbekende op de Amsterdam Fashion Week. Vorig seizoen leek hij met zijn collectie een politiek statement te maken, maar dit seizoen gooide hij het over een andere boeg. Zijn collectie United Originins was geïnspireerd op ‘bekende symbolen, kleuren, lijnen en vlakken die ons al eeuwen omringen en tot op de dag van vandaag in het straatbeeld en de media te zien zijn’. De modellen droegen veel klassieke items, in donkerblauw, rood en wit, gecombineerd met de Britse vlag. Vooral de jasjes waren goed gemaakt, mooie afwerking en de combinatie van verschillende stoffen zoals luxe zijde met leer pakte goed uit. De looks werden afgestijld met gouden details –in schoenen en accessoires- die alles moesten ’uniten’. Het opvallendste was echter het sluitstuk, toen rapper Yes-R als laatste model de catwalk over liep. ”Vanavond lopen de modellen van Aziz Bekkaoui op mijn muziek, de nieuwe single die in augustus uitkomt'', zegt Yes-R, die de ontwerper Aziz goed kent, later op Instagram. Een commerciële keuze, om rapper Yes-R te vragen. Natuurlijk goed voor de publiciteit, zowel voor de ontwerper als voor de rapper zelf. Of er ook meer omzet wordt gedraaid, zal later moeten blijken. Maar een springplank voor de single van de rapper is het in ieder geval wel. En daar lijkt het toch vooral om te draaien bij het catwalkprogramma; de balans tussen commercie en de springplank voor jonge ontwerpers die het willen maken.
Amsterdam Fashion Week is een sprinkplank voor jong talent
Menig modejournalist had vooraf al kritische noten geplaatst bij het programma van deze editie. Zo zou het programma louter uit commerciële namen bestaan, en gebruikt het jonge talent het mode-evenement als springplank. Op het programma staan inderdaad commerciële labels als Tony Cohen, Army of Me, Spijkers & Spijkers. Ook kledingmerk Oilily presenteert zich op de catwalk. In vorige edities gaven merken als Gsus en Hunkemoller een eenmalige show om hun merk opnieuw in de spotlights te zetten.
Verder zijn het voornamelijk jonge designers die hun creaties tonen op Vodafone Fashion Lab Pro, waaronder Judith van Vliet & Chris van den Elzen, Alexandra Frida en Jonathan Christopher. Handel en omzet is niet het doel voor de ontwerpers, het wordt vooral gezien als springplank voor iets groters, zoals een show in New York of Parijs. In gesprek met FashionUnited zegt Frida –die later in de week haar collectie showt- dat ze Amsterdam Fashion Week ook als springplank ziet. “Een opstapje, voor als ik straks naar New York ga,” vertelt Frida, die haar collectie in september gaat showen op New York Fashion Week. Ook ontwerper Jonathan Christopher Hofwegen, die eveneens zijn collectie showt, liet weten dat New York aan zijn deur had geklopt. "Ik ben al een keer gevraagd om mijn collectie te tonen op de New York Fashion Week", zegt de ontwerper tegen Nu.nl. "Hartstikke leuk, maar de kosten waren daarvoor veel te hoog voor mij. Dan houdt het op. Die drempel ligt bij Amsterdam Fashion Week een stuk lager." Dankzij de sponsors van Amsterdam Fashion Week was het mogelijk om een collectie te maken.
Publiciteit en entertainment in plaats van handel op AFW
“Mode is entertainment geworden,” schreef NRC vorig jaar al. “Shows zijn dankzij internet vermaak voor de hele wereld. Veel ontwerpen zijn alleen voor de catwalk en fotografie gemaakt.” Dat werd op de openingsavond bevestigd; veel journalisten en bloggers, en natuurlijk BN’ers, die gewillig poseren voor een wand vol met logo’s van de sponsors. Op het moment dat de openingsshow begint lichtten tientallen lichtjes van smartphones op in de donkere Westergasfabriek. En ook een groep geselecteerde jonge journalistes en bloggers streamen deze week live vanaf hun mobiele telefoon naar de buitenwereld, waar menig modeliefhebber het evenement kan volgen. Het delen van de ervaring is belangrijker dan datgene wat er op de catwalk getoond wordt.
Handel en business is niet aan de orde, het gaat vooral om netwerken en publiciteit genereren. En ook worden sinds een paar edities kaarten in de verkoop gebracht, zodat ook de ‘gewone mens’ tegen een bepaald bedrag het evenement kan bijwonen. Waar andere grote fashionweeks zoals in Parijs, Londen en Milaan gevolgd worden door bezoeken aan de showrooms, blijft het in Amsterdam bij shows. “Het feit dat hier nauwelijks wordt gehandeld, is een punt van zorg. Fashion Week zou geen eindpunt van creativiteit moeten zijn, het moet juist het begin van een bloeiende business zijn,” zegt directeur Rob Zomer in de Volkskrant. Er zouden al plannen liggen om de Modefabriek aan het evenement te koppelen, zodat commerciële labels ook zaken kunnen doen met inkopers. Ook is er een speciaal programma voor inkopers opgezet, om ze naar de show te lokken.
Nieuwe programmadirecteur moet creativiteit in programma brengen
Het commerciële programma baarde ook de Raad van Advies al zorgen; het is geen afspiegeling meer van de Nederlandse mode, met zoveel commerciële namen en net afgestudeerd talent. De Raad ziet toe op de creatieve invulling van het programma. “Fashion Week zou een overzicht moeten geven van de veelzijdigheid van het Nederlandse modelandschap. Het programma is nu te eenzijdig, het is niet wat wij hadden gehoopt,” vertelt Peter Leferink, lid van de Raad van Advies aan de Volkskrant. Zo missen de grote en minder grote namen als Claes Iversen, Jan Taminiau en Sjaak Hullekes in het programma.
Het tegenvallende programma wordt gewijd aan het gebrek van een programmadirecteur, die de brug slaat tussen commercie en creativiteit. Sinds vorig jaar zat de modeweek zonder creatief directeur, nadat Carlo Wijnands vertrok bij Amsterdam Fashion Week, omdat ze het niet eens werden over de financiën. Er werd toen besloten om te wachten met het vinden van een opvolger, en dus werden de deelnemers van deze modeweek-editie door de eigenaren Bart Maussen en Hans van der Linden, beiden geen mode-achtergrond, zelf binnen gehaald. Rob Zomer, directeur van Fashion Week Nederland, twijfelt geen moment. “We hebben wel degelijk bestaansrecht, alleen varen we nu recht tegen de wind in. Als Fashion Week zijn wij afhankelijk van wat er is, wie kan en wil showen. Er is genoeg talent in ons land. Daar zullen we in blijven investeren,” laat hij weten.
Menig modecriticus vroeg zich dit seizoen af of een Amsterdamse modeweek nog zin had. Met de kritieken dat de modeweek dusdanig commercieel en entertaining is geworden, schreeuwt het evenement om een brug tussen commercie, creativiteit en publiciteit. Het antwoord kwam op de openingsavond, want die nieuwe programmadirecteur is gevonden: Iris Ruisch. Zij werkte eerder voor onder meer ontwerper Alexander van Slobbe, de modemerken Turnover en Laundry Industry en recruitmentbureau HTNK. Vanaf 1 september 2015 is zij verantwoordelijk voor de creatieve invulling van het programma, met ongetwijfeld een nieuw elan.