• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • Personeel op chic

Personeel op chic

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more
Mode

Het blijft lastig voor werkgevers. Hoe hou je het personeel herkenbaar zonder saaie en stoffige uniforms? Bij modewinkels wordt dit simpel opgelost. Het personeel draagt de kleding die het verkoopt en fungeert tegelijkertijd als wandelende reclame. Maar wat te doen als je als bedrijf geen kleding verkoopt? Een museum bijvoorbeeld, hoe blijft het personeel daar herkenbaar? Zonder lelijke uniforms?

Het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) heeft voor dit probleem de hulp van modevormgever Aziz ingeroepen. Een dergelijke samenwerking is niet nieuw. Een paar jaar geleden staken Victor&Rolf de werknemers van het Centraal Museum in Utrecht in het nieuw. Maar niet alleen culturele instellingen vinden hun heil in de modewereld. Ook het personeel van ABN/AMRO is tegenwoordig op chic door de kleding van Oger. En wat te denken van de schoonmakers? Die worden gekleed door niemand minder dan Mart Visser.

Individueel en herkenbaar

Tijdens de museumnacht in Rotterdam in maart van dit jaar werden de nieuwe outfits van de publieksmedewerkers van het Nederlands Architectuurinstituut gepresenteerd. Er is niet gekozen voor een geheel uniform maar voor één enkel kledingstuk. Patrick van Mil, adjunct-directeur van het NAi vertelt: "Voordat we aan dit project begonnen had het NAi geen bedrijfskleding. Iedere publieksmedewerker droeg zijn of haar eigen kleding. We vonden het belangrijk dat onze publieksmedewerkers op een bepaalde manier herkenbaar waren. Niet alleen voor de veiligheid, zodat bezoekers weten tot wie ze zich moeten wenden met vragen en dergelijke, maar ook voor de uitstraling van het NAi. We wilden echter geen uniform, er moest een bepaalde individualiteit in de kleding blijven. Er is gekozen voor een accessoire, iets wat herkenbaar is. Dat is praktisch én een statement." Het werd een gilet. Handig, want hierdoor kan iedere medewerker toch nog zijn of haar eigen kleding dragen. "Het gilet is ideaal want het wordt niet zo vaak meer gedragen en valt dus op. Het is een accessoire en kledingstuk in één. Het mooie van het gilet is dat het een bepaalde stijl creëert waarbij er nog voldoende ruimte is voor eigen invulling. Daardoor blijft het individueel. Het hangt immers voor een groot deel af wat je eronder draagt." Zo behoudt het personeel dus de vrijheid in kledingkeuze en dat valt altijd in goede aarde. Of toch niet? Van Mil: "De reacties van het personeel zijn wisselend. Aangezien we voor dit ontwerp helemaal geen bedrijfskleding hadden moet men wennen aan het idee van een verplicht kledingstuk. Ook al is het alleen een gilet. Daarnaast hebben medewerkers nog enige problemen met het comfort. In bepaalde plekken van het gebouw kan het 's zomers heel warm worden en dan is het gilet al gauw te warm. Ook vinden mensen het soms moeilijk om ermee te combineren, maar over het algemeen is men positief. Om ons personeel niet op kosten te jagen komen er binnenkort basisshirts. Medewerkers hebben soms maar een of twee shirts waar het gilet bij past en het is natuurlijk niet de bedoeling dat mensen nieuwe kleren moeten kopen. Daarom willen we binnen een paar weken basisshirts aanbieden die goed bij het gilet passen. Men kan ervoor kiezen om die erbij te dragen."

Een schort van 18 euro

Niet alleen suppoosten zien er tegenwoordig chic uit, ook glazenwassers en schoonmakers zijn modebewust. In 2004 werd de nieuwe kledinglijn voor de schoonmaakbranche gepresenteerd. Reden van de nieuwe outfits was het verbeteren van het imago van de branche. En wie kan dat beter dan een beroemde modeontwerper? "Wij waren van mening dat om het imago van de branche te verbeteren we bij de schoonmaker zelf moesten beginnen. Een kledinglijn voor de schoonmakers waarop zij trots kunnen zijn is een van de middelen, die hiervoor zijn gebruikt. Een uniforme en hoogwaardige kledinglijn vergroot de zichtbaarheid van de schoonmakers en glazenwasser. Bovendien ontleent de medewerker aan het dragen van kleding van een bekende ontwerper een bepaalde status. De schoonmaker is belangrijk, het gebruik van de kwaliteit van een topontwerper illustreert dit." aldus Science & Strategy-medewerker Onne Gerritsen, coördinator van de imagocampagne voor de schoonmaak- en glazenwassersbranche. Maar waarom dan Mart Visser? "De specifieke keuze voor Mart Visser is gemaakt op basis van zijn bekendheid bij een groot deel van de Nederlandse bevolking, zijn jonge dynamische uitstraling en de aansprekende referenties in de bedrijfskleding. Het merk 'Mart Visser' sloot goed aan bij onze doelstellingen." Bijkomend voordeel was dat de ontwerper ervaring had met het vervaardigen van bedrijfskleding. Hierdoor wist hij welke aspecten belangrijk waren. Zelf zegt hij hierover in Cleanmagazine: "Door de jaren heen heb ik al zo'n zestig tot zeventig bedrijven aangekleed. Van casino tot cateraar. Het leuke voor mij is dat ik bij het ontwerpen van bedrijfskleding met andere normen, waarden en regels te maken heb. Terwijl ik bij haute couture er voor kies om twintig meter tafzijde in een jurk te zetten, had ik hier te maken met een schort dat niet meer dan achttien euro mocht kosten. Zo ongelimiteerd als ik kan werken binnen de haute couture, zo begrensd was mijn vrijheid bij deze opdracht. Het is daarom een hele puzzel geweest om het beoogde saamhorigheidsgevoel vorm te geven in één collectie, maar het is gelukt en over het resultaat heb ik een goed gevoel." De voordelen van het werken met een modeontwerper zijn volgens Gerritsen heel duidelijk. "Naast de free publicity die het werken met een bekend ontwerper genereert, is vooral het enthousiasme van de betrokkenen een groot voordeel. Hierdoor wordt de kleding een stuk sneller geaccepteerd." Volgens Patrick van Mil moet de ontwerper ook bij de opdrachtgever in kwestie passen: "Bij het NAi draait het om vormgeving. Vormgeving van gebouwen en omgeving. Daarom was het logisch ons voor de 'bedrijfskleding' ook te richten op de vormgeving. Een samenwerking met een modeontwerper lag voor de hand. We wilden echter wel een Nederlandse ontwerper. We werken veel met buitenlandse vormgevers, maar het blijft het Nederlands Architectuurinstituut. We zochten een ontwerper die niet té behoudend is maar ook niet té avant-garde, want dat laatste is na twee jaar al verouderd. Wij zochten iemand tussen Frans Molenaar en Viktor&Rolf in. Met Aziz hadden we al contact en van hem wisten we dat hij prettig is om mee te werken. Aziz heeft een eigen handschrift, het is smaakvol en vooral tijdloos." Wat betekent het werken met een bekende modeontwerper eigenlijk voor het budget? Volgens Van Mil waren de kosten te overzien: "We wilden zeker niet teveel uitgeven dus hebben we vooraf het budget bepaald. Dat hebben we voorgelegd aan Aziz en hij kon ermee werken. Het gilet was een bestaand idee van hem, dat hij heeft vernieuwd en aangepast aan onze opdracht. Hierdoor paste zijn ontwerp in ons budget, het idee bestond al in een andere vorm." Gerritsen vult aan: "De kosten van samenwerking met een bekende modeontwerper zijn ongetwijfeld hoger dan wanneer een 'onbekende' ontwerper van bedrijfskleding zou zijn ingehuurd. Om de kleding concurrerend in de markt te kunnen zetten, zijn de ontwerpkosten dan ook gedragen door de branche. De productiekosten voor de kleding zelf komen voor rekening van de bedrijven die het aankopen." Maar de extra kosten zijn het waard, aldus Gerritsen: "De extra opbrengsten van de samenwerking met een bekende modeontwerper, in de vorm van een duidelijk onderscheidende en modieuze kledinglijn, de uitstraling van de naam van de ontwerper op de kleding en de gebruikers ervan én in de vorm van de publiciteit, wegen ruimschoots op tegen de gemaakte kosten."

FUvakblad