Rechtspraak: Handgemeen over handtassen
bezig met laden...
In de rechtspraak zijn voorbeelden te over van grote gevestigde modehuizen die hun merk- of modelrechten inroepen tegen ontwerpers in de goedkopere segmenten. Dat het ook andersom kan, bleek uit een recent geschil tussen H&M en Yves Saint Laurent over handtassen. H&M ving bot, onder andere vanwege de hoge oplettendheid van de gebruikster van de handtassen. In het merken- en modellenrecht is namelijk van belang wat het ‘aandachtsniveau’ van de gebruiker is. Hoe hoger het aandachtsniveau, hoe groter de kans dat de gebruiker verschillen ziet en daarmee hoe groter de kans dat de modellen naast elkaar mogen bestaan.
Maar wie is die gebruiker en hoe weet je welk aandachtsniveau hij heeft? Aan de hand van de zaak tussen de H&M en Yves Saint Laurent zal ik uitleggen hoe dit zit en welke gevolgen dit kan hebben voor een mogelijke inbreuk.
Yves Saint Laurent deed in 2006 een aanvraag om een handtas als Gemeenschapsmodel in te schrijven. Deze tas ziet er als volgt uit:
H&M startte een nietigheidsprocedure omdat zij van mening was dat het model van Yves Saint Laurent te veel leek op een handtas van H&M, waar eerder al een modelrecht op was gevestigd:
Het Gerecht van de Europese Unie (GEU) oordeelde dat er aanzienlijke verschillen te vinden zijn ten aanzien van de vorm, structuur en afwerking. Zo is de tas van Yves Saint Laurent bijvoorbeeld hoekiger dan de tas van H&M, die een afgeronde zijkant en onderkant heeft. Bovendien geeft de tas van Yves Saint Laurent de indruk dat het uit één stuk is gemaakt, terwijl de tas van H&M door naden in drie vlakken is verdeeld. Ook merkt het GEU op dat de tas van Yves Saint Laurent daadwerkelijk een handtas is, maar dat de tas van H&M meer als schoudertas functioneert. Al met al werden er dus aanzienlijke verschillen gevonden.
Maar om van nietigheid van een model te spreken, moet beoordeeld worden of die geschillen vanuit het perspectief van de ‘geïnformeerde gebruiker’ voldoende zijn om aan te nemen dat de algemene indruk van dit model verschilt van de algemene indruk van oudere modellen. Maar wie is nu deze ‘geïnformeerde gebruiker’?
Wanneer is in modellenrecht sprake van een andere maatman?
Dit is in de rechtspraak al vaak onderwerp van discussie geweest. Dat geldt eens te meer omdat er verschillende maatmannen voor verschillende rechten bestaan. Zo geldt in het merkenrecht een andere maatman: de ‘redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende gemiddelde consument’. Deze consument let niet al te veel op details en neemt producten doorgaans als een geheel waar. Verwarring ligt bij deze (merkrechtelijke) maatman dan ook eerder op de loer dan wanneer het product bijvoorbeeld gericht zou zijn op een professionele afnemer die de ins en outs van dit (type) product kent.
In het modellenrecht is sprake van een andere maatman: de ‘geïnformeerde gebruiker’. Zijn aandachtsniveau gaat verder dan dat van de merkrechtelijke maatman. Door zijn belangstelling voor de betreffende producten en de basiskennis die hij zal bezitten over de elementen die over het algemeen in deze modellen zijn opgenomen, heeft de ‘geïnformeerde gebruiker’ een vrij hoog aandachtsniveau. Desondanks is hij nog niet gelijk te stellen met een vakman of professionele afnemer, die zeer deskundig is en daarmee een zeer hoog aandachtsniveau heeft. Kortom: de modelrechtelijke gebruiker is een tussencategorie tussen de gemiddelde consument en de vakman.
Zo ook in het geval van het handtassengeschil tussen Yves Saint Laurent en H&M. De ‘geïnformeerde gebruiker’ in deze zaak was volgens het GEU een ‘geïnformeerde vrouw die als mogelijke gebruikster belangstelling voor de handtassen heeft’. Zij is noch de gemiddelde koper van handtassen noch een zeer oplettende kenner, maar behoort tot een tussencategorie die vertrouwd is met handtassen. Het GEU oordeelde daarom dat deze vrouw de verschillen tussen de tassen van H&M en Yves Saint Laurent zal opmerken en zal oordelen dat de algemene indruk van de Yves Saint Laurent tas verschilt van die van de H&M tas.
Kortom: niet alleen de verschillen zijn van belang bij conflicten over merken en modellen. Ook het aandachtsniveau waarmee die verschillen worden opgemerkt spelen een rol. Daarbij geldt dat de maatman in het merkenrecht een lagere oplettendheid heeft dan de maatman in het modellenrecht. De drempel om aan nietigheid van een model toe te komen, is daarmee doorgaans iets hoger dan in het merkenrecht.
Esther Schnepper is advocaat bij Köster Advocaten in Haarlem.
Regelmatig behandelt zij hier actuele juridische kwesties.