Rechtspraak: Inbreuk veroorzaakt ruim 26 miljard euro aan schade in de Europese kledingindustrie
bezig met laden...
Dat de Europese kledingindustrie hinder ondervindt van namaakkleding is een algemeen bekend feit. Counterfeiting of namaak, voornamelijk geproduceerd in het verre oosten, is voor de meeste modehuizen een doorn in het oog. Om namaak te voorkomen wordt veel belang gehecht en aandacht besteed aan de bescherming van intellectuele eigendomsrechten (‘IE-rechten’). Bij namaakkleding ligt inbreuk op verschillende IE-rechten op de loer. Wanneer de naam of een logo van een modehuis of kledingmerk wordt gebruikt, kan er sprake zijn van auteursrechtinbreuk en merkinbreuk. Als de namaak meer ziet op de vormgeving en het design van de kleding, kan sprake zijn van inbreuk op het auteursrecht en het (niet-geregistreerd) modelrecht. Een combinatie van inbreuken is uiteraard ook mogelijk. Een modehuis of kledingmerk leidt uiteraard schade als gevolg van de inbreuk op haar IE-rechten, schade die zij op de inbreukmaker (de namaker) kan verhalen.
Wat nu het exacte bedrag aan schade is dat door het modehuis of kledingmerk wordt geleden als gevolg van inbreuk op IE-rechten, is in veel gevallen echter onbekend. Reden waarom het Bureau voor de Harmonisatie van de Interne Markt (BHIM), dat onder andere het Europese merken- en modellenregister beheert, een speciale instelling in het leven heeft geroepen om de negatieve gevolgen van inbreuk op IE-rechten in kaart te brengen. Deze instelling, het ‘European Observatory on infringements of Intellectual Property Rights’, heeft onlangs een rapport gepubliceerd over de schade van inbreuk op IE-rechten specifiek voor de kledingindustrie..
Europese kledingindustrie loopt miljarden mis door namaakkleding
Tot op heden was er weinig onderzoek gedaan, waren er weinig statistieken bekend en bleek dit een struikelblok voor een van de speerpunten van handhaving van IE-rechten: het bevorderen van awareness over de nadelige gevolgen van piraterij bij het grote publiek. Het BHIM wilde dan ook de gevolgen van inbreuk in kaart brengen, om zo de beleidsmakers bij hun werkzaamheden te ondersteunen. Bovendien acht het BHIM het van groot belang om juist de nadelige gevolgen voor de kledingindustrie te onderzoeken, aangezien veel grote modehuizen in de Europese Unie zijn gevestigd.
De uitkomsten van het rapport liegen er niet om. In de Europese Unie wordt ruim 26 miljard euro misgelopen als gevolg van de verhandeling van namaakkleding. Nederland neemt bijna 1 miljard euro daarvan voor haar rekening. De zwaarst getroffen landen zijn Italië (ruim 4,5 miljard euro), Spanje (4,1 miljard euro) en het Verenigd Koninkrijk ( 3,6 miljard euro). Naast schade als gevolg van gemiste inkomsten (‘gederfde winst’), wordt ook de arbeidsmarkt geraakt door de namaakindustrie. Zo wijst het rapport uit dat in de Europese Unie zo’n 363.000 banen verloren gaan door de inbreuk op IE-rechten binnen de kledingindustrie. Ten slotte missen de Europese landen ook belastinginkomsten, zoals de btw-afdracht.
De hoop van het BHIM is dat met dit rapport meer aandacht wordt geschonken aan de negatieve gevolgen van IE-inbreuken voor met name de kledingindustrie. Om de handhaving van IE-rechten verder te ondersteunen, zal het BHIM samen met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) nader onderzoek verrichten naar de waarde van namaakgoederen in de internationale handel. Daarnaast zullen ook andere sectoren, zoals die van luxegoederen en sieraden, onder de loep worden genomen.
Esther Schnepper is advocaat bij Köster Advocaten in Haarlem. Regelmatig behandelt zij hier actuele juridische kwesties. Advocatenindemode.nl