Vrouwen aan de top
bezig met laden...
Mode is een vrouwenwereld. Modeacademies puilen uit van de vrouwelijke studenten en ook daarna, wanneer het werkende leven een aanvang neemt, is het aantal mannen laag. Zeer laag. Dat wil zeggen: tot op een bepaald niveau. Want in de directiekamers ligt het percentage mannen onevenredig veel hoger. Wat is daar de reden voor?
Marja Veenstra is de nieuwe directeur van Livera en Lindessa. En de kersverse directeur van de Albert Westerman Groep (waaronder State of Art valt) heet Evelyne Westerman. Denk na over vrouwen die hoge posities bekleden in de modebranche en de namen blijven komen: Zakenvrouw van het jaar 2007 Marlies Dekkers natuurlijk, maar ook Marian Wigger (Zenggi), Henriëtte Daniëls (Sandwich), Angelique Westerhof (Dutch Fashion Foundation). En laten we Liesbeth in 't Hout, directrice van Amfi niet vergeten.
Zo beschouwd lijkt de branche er niet slecht voor te staan op emancipatiegebied. Maar dat is schijn, want de modebranche is een vrouwenbranche bij uitstek. Bij modebedrijven wordt zelfs veelal een enthousiaste kreet geslaakt als er zich bij hoge uitzondering eens een mannelijke sollicitant aandient. Naarmate de functie echter zwaarder wordt, neemt het aantal vrouwen in rap tempo af.
Deze beweging is niet uitzonderlijk: In vrijwel alle sectoren blijft het aandeel vrouwen in hogere functies achter bij de nagestreefde ontwikkeling, zo blijkt uit de emancipatiemonitor van 2004. Het percentage vrouwelijke burgemeesters had al op dertig procent moeten liggen in plaats van de huidige twintig procent en ook het aandeel vrouwen onder topambtenaren en in managementfuncties in bedrijfsleven en non-profit sector blijft achter bij de beoogde groei. Voor al deze functies lijkt het onwaarschijnlijk dat de streefcijfers voor 2010 wel worden gehaald. Alleen de vertegenwoordiging van vrouwen in het kabinet, de Tweede Kamer en het Europees Parlement komt overeen met de doelstellingen uit 2004: hier bestaat inmiddels 40 procent van de werknemers uit vrouwen.
De situatie in de rest van Nederland, betekent echter niet dat het 'dus' ook in de modebranche zou moeten gelden. Want waar anders is het percentage vrouwen immers zo hoog? Waar anders wordt gewerkt met producten die vrouwen zo aanspreken als in de mode? En waar anders vervulden vrouwen als Coco Chanel en Corinne Rottschaefer al decennia geleden de vleesgeworden droom van emancipatie? Dat maakt de vraag des te interessanter: Hoe komt het dat vrouwen massaal aan het werk zijn in de modebranche maar dat ze in de top toch steeds plaatsmaken voor mannelijke collega's?
Capaciteiten
Aan hun capaciteiten zal het niet liggen, denkt Roland Kahn, directeur van Coolcat: "Ik vind sowieso dat vrouwen beter zijn dan mannen," grapt hij. "Ze hebben meer empathie en inlevingsvermogen, zijn creatiever dan mannen. Als ik de keuze heb, neem ik liever een vrouw aan dan een man." Edwin Fafié van C&A is het met hem eens: "De antenne van vrouwen staat op een andere manier ingesteld," zegt hij. Daarbij hebben ze meer oog voor detail en zijn ze scherper in hun analyses."
Zowel bij C&A als bij Coolcat zijn veel vrouwen werkzaam. Toch bestaan de directies, net als bij veel andere grote modebedrijven, voornamelijk uit mannen. Over hoe dat komt, zijn verschillende theorieën. De belangrijkste wordt kort en bondig verwoord door Claudia Bruil van Kleertjes.com: "Vrouwen hebben één probleem en dat is dat ze kinderen kunnen krijgen," zegt Bruil stellig. Als oprichtster van de grootste internetwinkel in kinderkleding is ze momenteel werkgever van vijftig mensen. Maar: "Hoe groot je bedrijf ook is, de verzorging van de kinderen komt nog altijd voor het grootste deel voor rekening van de vrouw. En vergis je niet. Dat betekent niet alleen het regelen van opvang en verzorging, maar als dat gelukt is, moet je dat ook nog voortdurend verdedigen. Veel mensen vinden nog steeds dat je een ontaarde moeder bent als je je kinderen vijf dagen per week naar de opvang brengt. Ik kan me voorstellen dat er vrouwen zijn die terugdeinzen voor zoveel vijandigheid."
Deze verklaring is niet uit de lucht gegrepen. Uit de Emancipatiemonitor 2004 blijkt zelfs dat mannen en vrouwen de laatste jaren traditioneler zijn gaan denken over de onderlinge taakverdeling. Herverdeling van betaalde en onbetaalde arbeid lijkt de laatste jaren door minder mannen en vrouwen belangrijk te worden gevonden dan voorheen. Het gevolg: Bijna driekwart van de Nederlandse vrouwen met een baan werkt minder dan 35 uur per week, zo meldde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) op basis van cijfers uit 2006.
Edwin Fafié denkt dat de kinderwens ook daardoor een groot obstakel is: "Veel vrouwen willen part-time of flexibel werken, maar in een hoge functie kan dat niet altijd. Omdat wij een internationaal opererend bedrijf zijn, zul je als lid van de directie geregeld naar het buitenland moeten. Het lukt dan niet om 's middags de kinderen van school te halen."
Mogelijkheden
Internationaal valt er op maatschappelijk vlak een tegenbeweging te bemerken. In de politiek bijvoorbeeld: Met Hillary Clinton (één kind) als eerste vrouw in de strijd om het Amerikaanse presidentschap, Angela Merkel die als bondskanselier het lot van Duitsland in handen heeft. Segolene Royal (vier kinderen) die tot aan de verkiezingen hoge ogen gooide in haar strijd om het presidentschap van Frankrijk. En zelfs de vice premier van China is een vrouw. In de modebranche: De directie van Juicy Couture, Donatella Versace en Miuccia Prada. En ook de Europese directie van C&A bestaat voor een derde uit vrouwen. Kortom: het is dus wel mogelijk, óók met kinderen.
"Ik denk ook zeker dat het mogelijk is," zegt Hoitink. "De tijd van typisch mannelijk zaken doen is voorbij. Dat merk ik als ik zelf met directeuren in gesprek ga. Ze staan ervoor open om op een andere manier na te denken en gesprekken te voeren."
Daarnaast zijn de mogelijkheden voor vrouwen in de mode legio. Simone van Trojen bewees het toen ze twee jaar geleden begon met LaDress, waarmee ze inspeelde op een behoefte die ze bij zichzelf constateerde. En ook Claudia Bruil en Mariëtte Hoitink zijn begonnen met hun bedrijf omdat ze zelf iets misten in de markt. Er moet dus een andere oorzaak zijn die verklaart waarom vrouwen niet doorstoten naar de top.
"Ik denk dat vrouwen veel meer kunnen dan ze zelf denken," zegt Simone van Trojen van LaDress. "Als je iets wilt, dan is er heel veel mogelijk, zowel voor mannen als voor vrouwen, dat maakt eigenlijk niet uit. Waar het volgens mij om gaat is of vrouwen die topposities wel echt ambiëren."
Ook Claudia Bruil zoekt de verklaring in het ambitieniveau van vrouwen: "Vrouwen zijn soms weinig zakelijk," vindt ze. "Dan hebben ze bijvoorbeeld een winkel voor kinderschoenen en dan gaan ze tussen de middag dicht. Terwijl ik denk: dat is nou juist het moment om open te blijven. Dan hebben mensen tijd om schoenen te kopen. Als je op die manier te werk gaat, waar liggen dan je prioriteiten?"
Mariëtte Hoitink merkt aan de vrouwen die ze spreekt voor functies in de branche ook dat de prioriteit van veel vrouwen ligt in het plezier dat ze aan het werk beleven: "Volgens mij vinden veel vrouwen het werk in topfuncties gewoon niet leuk. Goed, hoofd styling willen ze dan nog wel worden, maar ze willen liever niet te veel regelwerk. En dat is ook logisch; werken in de mode is een keuze die je maakt vanuit een passie. Als je het rationeel bekijkt, kun je vaststellen dat de modebranche betekent dat je hard werken zonder dat je er snel rijk van zult worden. De kansen liggen er. Het enige wat ze moeten doen, is hun zaken goed regelen. En ze moeten het willen. Uiteindelijk is het percentage vrouwen in de top van de branche dus gewoon een keuze van de vrouwen zelf."
En eerlijk is eerlijk; je kunt die vrouwen moeilijk ongelijk geven. Want zeg nou zelf; wat is er nu eigenlijk belangrijker: dat je plezier hebt in wat je doet, of dat je de top bereikt?