Zembla slalomt rond recessie
bezig met laden...
Laten we er geen doekjes om winden, ons land verkeert in een recessie. Niet alleen in Nederland gaat het slecht, in heel Europa haalt de consument de spreekwoordelijke broekriem aan en de modebranche kampt dagelijks met de gevolgen. De detaillist is genoodzaakt zijn strategie te verleggen: korte termijnleveringen en meer tussencollecties is het credo. Menig hoogmodisch merk speelt hier graag op in. Maar hoe vergaat het een gespecialiseerd sportmerk, dat van oudsher met seizoenen werkt, in deze tijd? FashionUnited sprak met Anjo Daemen, directeur van Zembla.
Het sportmerk Zembla is vernoemd naar een maagdelijk schoon eiland dat ten noorden van Zweden ligt. Toen het merk in 1992 werd gelanceerd lag het accent op de skateboardscene en op streetwear. Drie jaar geleden heeft Zembla echter een grondige restyling ondergaan en is het merk omgevormd tot wat het nu is: een sportief label dat zich richt op jonge mensen tussen de 15 en 30 jaar. De scherpe afkadering van de doelgroep is volgens Daemen een van de belangrijkste succesfactoren van het merk. "Die groep identificeert zich nauw met het merk", zegt hij, "en heeft daar een bepaald gevoel bij." Het merk wordt geassocieerd met 'hip en trendy' wat voor jongeren zeer belangrijk is. Daarnaast is Zembla 10 tot 15% goedkoper dan merken als O'Neill en Quicksilver die vaak in dezelfde winkels worden verkocht.
Het merk brengt drie lijnen. Een sportieve lijn, een voor overdag en een om 's avonds in te gaan stappen. In iedere lijn komen vier collecties per jaar uit, die elk - gemiddeld - 200 stuks tellen. De collecties zijn jong, kleurrijk en grotendeels trendvolgend, "maar" zegt Daemen, "we proberen wel in iedere collectie een aantal innovatieve en verrassende items op te nemen." Het zijn deze originele stukken (meestal in Italië geproduceerd) die vaak opvallend goed lopen. Daarmee speelt Zembla dus in op de heersende vraag naar hoogmodische producten.
Daemen: "Doordat mensen voorzichtiger worden met geld ontstaat er meer ruimte voor merken in het middenprijssegment waarin ook Zembla zich bevindt." Daarnaast wil het bedrijf flexibel opereren met o.a. ruime levertijden. "Steeds meer detaillisten vragen of de leveringen gespreid kunnen worden, omdat ze dan ook gespreid kunnen betalen. Geen probleem. Wij zijn het gewend." Daemen haalt het voorbeeld aan van winkels in Franse wintersportplaatsen (Frankrijk is met 250 verkooppunten de grootste afzetmarkt van Zembla) aan wie meestal niet voor 1 december geleverd kan worden, omdat ze nog dicht zijn.
Zembla is de afgelopen drie jaar stormachtig gegroeid. "In 2000 werd het merk alleen in Nederland, België, Finland en Spanje verkocht, inmiddels zijn we met 24 distributielanden in heel Europa en ook Australië vertegenwoordigd. Begin november komt daar zelfs nog een 25-ste land bij", want dan start Zembla in Groot Brittannië. Tegen de klippen van de economische malaise op blijft dit Nederlandse label dus groeien. In ons land zijn inmiddels 200 verkooppunten, de eerste Zembla-winkel in Kiel (Duitsland) is een succes, een tweede winkel volgt in Praag en ook in Australië, waar men vorig jaar van start ging, wordt het merk goed ontvangen.
Heeft Zembla dan helemaal geen last van de recessie? "Natuurlijk merken wij ook dat er minder wordt gekocht," zegt de directeur. "Ik denk dat we zonder recessie nog harder zouden groeien. Vooralsnog blijft Zembla dezelfde koers varen en streeft men naar uitbreiding van het detaillistennetwerk. Daemen: "Juist nu moet Zembla zich blijven concentreren op het eigen segment. Dan blijft het merk succesvol."