Winkelstraat onder de loep: het geheim van de Kleine Kerkstraat in Leeuwarden
bezig met laden...
Sommige winkelstraten hebben iets bijzonders: een combinatie van historische charme en een verscheidenheid aan ambachtelijke speciaalzaken en bijzondere boetiekjes. Zoals de Kleine Kerkstraat in Leeuwarden, dat tweemaal werd verkozen tot leukste winkelstraat van Nederland, in 2010 en 2012. Hoe gaat het nu met deze straat? Is dit nog altijd het ‘best bewaarde winkelgeheim van Leeuwarden’? En hoe houden de winkeliers hun straat levendig? FashionUnited spreekt verschillende lokale ondernemers en de winkeliersvereniging over de kracht van de Kleine Kerstraat – en vooruit, ook over wat er beter kan.
Geen ketens, alleen zelfstandige ondernemers
Klein, historisch en overzichtelijk, dat is wat de Kleine Kerkstraat zo aantrekkelijk maakt. Grote winkelketens kom je hier niet tegen. In deze knusse aanloopstraat naar het centrum vind je uitsluitend zelfstandige ondernemers. En dat voel je meteen als je door de straat wandelt. Vrijwel elke winkel heeft een stoepbord voor de deur staan, vaak in combinatie met buiten uitgestalde koopwaar. Het is een uitnodigend gezicht. Voorbijgangers vertragen als vanzelf hun pas om hun ogen de kost te geven. “Typerend voor deze straat is dat de ondernemers heel collegiaal met elkaar omgaan, wat zorgt voor een interactieve sfeer”, vertelt Jan Tjip Douwstra. Hij is voorzitter van de vereniging Grote en Kleine Kerkstraat en eigenaar van delicatessenzaak House of Taste, gevestigd in een historisch hoekpand in de Kleine Kerkstraat. Fijnproevers fietsen of lopen graag om voor dit soort unieke zaken en ook design- en modeliefhebbers komen ruimschoots aan hun trekken in de Kleine Kerkstraat.
Relatieve nieuwkomers in de straat zijn VandeWitte mode-wonen en lingeriewinkel Famke C, die beiden hun deuren openden tijdens de coronacrisis. “Ik ben een vreemde eend in de bijt, want wij werken exclusief op afspraak”, vertelt Siegrid Canrinus, eigenaresse van Famke C. “Ik profiteer van de sfeer in de straat, maar ben niet afhankelijk van de aanloop.” Haar formule is een groot succes. Bijna de helft van haar klanten komt van buiten de provincie. “Iedereen krijgt bij ons een royal treatment. Het passen van lingerie is iets wat heel privé is, je geeft je letterlijk bloot. Daar hoort een zorgvuldige fitting bij. Onze persoonlijke aanpak past bij het product. Voor elke klant is één medewerker ingepland, die drie kwartier voor jou beschikbaar is.” Voor veel vrouwen is die rust een uitkomst. Mensen komen bij Famke C echt voor de service, de ontspannen sfeer en de expertise van Canrinus en haar collega’s. “Door deze manier van werken is er een andere dynamiek met de klant. Iedereen voelt zich gezien.”
Goede buur-verhouding en ‘elkaar iets gunnen’
Toen Canrinus net begonnen was, moesten klanten vanwege de coronamaatregelen wel eens buiten wachten. “Dan stuurden we hen voor een kopje koffie op onze kosten naar Barrevoets, verderop in de straat. Vaak namen mensen er dan iets lekkers bij. Dit zorgt voor verbinding in de straat.” Gaat het gezegde ‘beter een goede buur dan een verre vriend’ op voor de Kleine Kerkstraat? Canrinus denkt van wel, al liggen daar ongetwijfeld nog meer kansen. Zelf heeft ze bijvoorbeeld goed contact met haar buurvrouw, de eigenaresse van kinderkledingwinkel Tutte Belle. “Allebei zijn we niet vatbaar voor de Black Friday-gekte. Wel gaven we in die periode kortingsbonnen weg die klanten bij ons allebei konden inleveren. Dit zorgde voor een mooie kruisbestuiving van ons klantenbestand, waar zeker een overlap in zit. Wij helpen bijvoorbeeld veel jonge moeders aan een goed passende voedingsbeha. Over en weer verwijzen we klanten graag door. Een kwestie van elkaar iets gunnen.”
Dat laatste kan ondernemer Kees Jan van Wieren beamen. In zijn zaak, Kees Mannenmode, shoppen klanten vaak een hele garderobe, van kleding tot ondergoed en een winterjas. “Als een klant iets wil eten, haal ik weleens een suikerbrood bij De Broadsje Bakker om de hoek. Een paar passen verder zit visboer Fish to Go. Als in juni de nieuwe haring binnen is, vraag ik: ‘Fred, wil jij mij honderd haringen leveren?’ Dan gooi ik op zaterdagmiddag de deuren van mijn winkel open voor een haringparty. Dat zorgt voor reuring.” Van Wieren is blij dat de winkels in de Kleine Kerkstraat elkaar zo mooi aanvullen, al is dat soms meer geluk dan wijsheid. Zijn herenmodezaak – met merken als Cavallaro, Strellson, Joop Fashion en Profuomo – hoort officieel niet bij de Kleine Kerkstraat; zijn ingang zit om de hoek, aan de Nieuwestad. Maar hij heeft zeker voordeel van het imago van de meermaals bekroonde straat. “We hebben veel vaste klanten, maar ook toeristen weten de weg naar deze straat te vinden.”
Opkomst toerisme zorgt voor ‘funshoppen’
Dat is niet zo gek: de Kleine en Grote Kerkstraat behoren tot de oudste straten van de stad. “Het kantoor van ‘A Guide to Leeuwarden’, dat stadswandelingen organiseert, zit hier letterlijk om de hoek”, vertelt Douwstra. “Net als Oldenhove, de scheve toren van Leeuwarden, een toeristische trekpleister. En dan hebben we nog een prachtige stadshaven op steenworp afstand.” In maart en april, als de eerste bootjes uitvaren, neemt het toerisme in de stad toe. En wie op zoek is naar een authentiek winkelgebied, komt al snel in de Kleine Kerkstraat terecht. Doordat er meer mensen van buiten de stad komen, verandert de manier van winkelen, merkt Douwstra. “De nadruk ligt nu meer op ‘funshoppen’. Daar moet je als ondernemer op inspelen. Dat zal alleen maar meer worden als de binnenstad autoluw wordt. De helft van onze straat is sinds jaar en dag autovrij. Maar de bereikbaarheid is heel goed en dat is belangrijk voor de Leeuwarder die hier komt voor zijn wekelijkse boodschappen.”
Als voorzitter van de vereniging Grote en Kleine Kerkstraat houdt Douwstra zich ook bezig met het organiseren van evenementen. “Eerlijk gezegd zijn er de afgelopen anderhalf weinig activiteiten in de straat geweest”, stelt hij. “Dat heeft ook te maken met de coronajaren die voor veel ondernemers erg uitdagend waren en de nasleep daarvan. Maar dat willen we zeker weer gaan oppakken.” Jaren geleden is er wel eens een modeshow georganiseerd op zaterdagmiddag. Toen werd er een gigantische rode loper uitgerold in de straat. Dat trok veel publiek en zorgde voor een gezellige sfeer. Alle winkels hadden een eigen kassa buiten en uiteraard werden er hapjes en drankjes geserveerd. Douwstra: “Dat zijn wel de leuke dingen waar nog lang over wordt nagepraat. In de decembermaand hebben we ook wel eens extra uitgepakt met de kerstaankleding, waarbij veel ondernemers in stijl verkleed waren. Maar zoiets moet natuurlijk goed georganiseerd worden en ook passen bij de tijd.”
Leven in de brouwerij
Leeuwarden is een kleine gemeenschap waar ondernemers graag de handen ineen slaan om samen iets moois te creëren. Het Fries Museum en het Keramiekmuseum vallen onder hetzelfde bestuursorgaan – de laatste zit vlakbij de Kleine Kerkstraat. Douwstra: “Het gebeurt wel eens dat wij als winkeliers worden betrokken bij een tentoonstelling, zoals met Alma-Tadema in het Fries Museum. Of met het Noordelijk Film Festival. Hier is altijd veel draagvlak voor onder winkeliers. Etalages lenen zich er perfect voor om ruchtbaarheid te geven aan lokale evenementen. Op die manier dragen dat we uit dat we een geheel zijn als centrum.” In 2022 zorgde het muziek- en theaterspektakel ‘Ut Liwwarder bieroproer’ letterlijk voor leven in de brouwerij. Dit schouwspel draaide om het beruchte bieroproer van 1487, een bloedige gebeurtenis. Douwstra: “Het leuke was dat een aantal winkels hier deel van uitmaakte. De voorstelling startte dan in de winkel, bijvoorbeeld met een bierproeverij.”
Leegstand: een unicum maar ook kansrijk
Opvallend is dat er tot oktober 2023 nauwelijks leegstand was in de Kleine Kerkstraat. Maar toevallig staan er nu twee winkelpanden leeg. Een ‘unicum’, stelt Douwstra “Eind vorig jaar stopte er een brillenzaak. Deze ondernemer heeft zijn klantenbestand overgedragen aan een collega verderop in de stad.” Vanuit de winkeliersvereniging probeert Douwstra zo goed mogelijk op de hoogte te blijven van collega’s die gaan stoppen, bijvoorbeeld omdat ze de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. Dat er nu twee winkelpanden tegelijk leegstaan komt niet vaak voor, maar hij verwacht dat ze snel weer zullen worden opgevuld. “Dit proces proberen we zoveel mogelijk in eigen hand te houden. Wanneer er een pand leeg komt te staan, inventariseren we wat er nog mist in het winkelaanbod. Vervolgens kunnen we gericht een campagne starten of een vraag uitzetten via de gemeente en ons eigen netwerk. Het liefst wil je dat zo’n pand niet te lang leeg staat, we willen de straat levendig houden.”
Wat mist er nog in de Kleine Kerkstraat? Het food-segment is goed vertegenwoordigd: er zit een notenwinkel, een ijssalon, een kaaswinkel en daar tegenover een winkel met worst, ham en wijn van dezelfde eigenaren. Alleen een groenteboer ontbreekt er nog. De straat heeft ook verschillende lifestylewinkels en een designwinkel. Ook het mode-aanbod is gevarieerd, met een ruime keuze aan voornamelijk damesmode, aangevuld met kindermode, lingerie en een herenmodezaak. “Zelf kom ik graag bij VandeWitte mode-wonen: een fotogenieke conceptstore met kleding van voornamelijk duurzame merken”, zegt Canrinus. Als het aan de lingerieondernemer ligt, kan de Kleine Kerkstraat nog wel meer jonge, creatieve ondernemers gebruiken. “Een modezaak in een wat hoger segment zou een aanwinst zijn, of een mooie schoenenzaak. Ik hoop in elk geval dat de leegstaande panden worden ingevuld door frisse, onderscheidende concepten die de straat nog levendiger maken.”