Black Friday? Deze studenten pleiten juist voor slow fashion
bezig met laden...
Black Friday betekent dat de kortingen je om de oren vliegen. Fast fashion wordt al verkocht tegen bodemprijzen, dus al deze overconsumptie gaat ten koste van milieu en arbeidsomstandigheden. Deze twee studenten van AMFI/ de Hogeschool van Amsterdam vertellen hoe het anders kan.
Sami Gobind (21), is derdejaarsstudent aan AMFI, richting Fashion & Management
ZELF KLEDING MAKEN
“Voor ik aan AMFI begon zat ik op het vwo, en dacht ik erover om rechten of een andere universitaire studie te kiezen. Maar tijdens de coronaperiode kroop ik zelf achter de naaimachine, en ontdekte ik hoe geweldig het is om je eigen kleding te maken. Door mijn enthousiasme voor ontwerpen kwam ik bij AMFI terecht. Inmiddels volg ik de richting Management, omdat ik een onderneming wil beginnen en daarmee een verschil wil maken. Momenteel ben ik mijn eigen kledingmerk aan het opzetten, Gobind, dat draait om kwaliteit en duurzaamheid.”
Sami’s eigen label Gobind staat voor ‘Elegance, confidence and opulence’
MASSAPRODUCTIE BENADEELT ANDEREN
“Omdat je tijdens AMFI een aantal vakken volgt waarin alle richtingen samenkomen, leer je de mode-industrie achter de schermen kennen. In de kledingindustrie gaat enorm veel tijd, moeite en geld om. Het kán dus eigenlijk niet dat de producten goedkoop zijn, want waar verdien je dit in terug? Bij massaproductie zie je dan ook heel duidelijk dat dit anderen benadeelt.”
IJ-HALLEN ZIJN SUPERPOPULAIR
“Ik ben wel hoopvol dat de kledingindustrie en mode kunnen veranderen. Sustainability werd jaren geleden vooral neergezet als iets zweverigs en spiritueels. Inmiddels zien mensen steeds meer voorbeelden bij allerlei keuzes die ze als consument maken.
Uit onderzoek dat ik deed voor een casus voor het merk Dyson, bleek dat vooral jongeren bewust bezig zijn met duurzaamheid; die verandering is er sinds de millennials. Vintage is in en de IJ-Hallen zijn superpopulair onder mijn generatie. Hoe meer voorbeelden er langskomen en hoe meer we erover praten, hoe meer mensen hierin meegaan.”
3D-ONTWERPEN
"Technologische ontwikkelingen helpen mee in de mode; zo kun je met upcycling perosonlijkere kledingstukken maken, en helpt digitale mode in het productieproces. Tijdens de minor 3D Hypercraft heb ik geleerd om in een 3D-programma te ontwerpen, zodat je kunt kijken hoe je ontwerp in een bepaalde stof of maat valt. Zo kun je in het productieproces een aantal prototypes overslaan om mee te samplen."
GOBIND
"Voor mijn eigen label Gobind ontwikkel ik momenteel maattabellen en prototypes; er is al best wat vraag naar van vrienden en bekenden. Met mijn merk wil ik uitdragen dat zelfbeeld en zelfvertrouwen centraal mogen staan- je mag op de voorgrond treden en dragen wat je wilt dragen. En als iets bij je past, moet het langere tijd meegaan; daarom is kwaliteit heel belangrijk."
MENSELIJKE ASPECT
“Mijn stoffen voor Gobind wil ik in Nederland inkopen, en voorlopig blijf ik zelf de kledingstukken maken. In mijn studie heb ik geleerd om ook te kijken naar hoe je een merk wilt neerzetten en voor wie. Fast fashion draait alleen om profit; maar het gaat niet alleen om omzet, vind ik, maar vooral om wat je toevoegt aan de maatschappij. Voor mijn eigen bedrijf zou ik willen dat de mensen die er werken kunnen groeien, maar ook de mensen daarbuiten. Geld moet niet je eerste focus zijn, maar dat wat mensen inbrengen. Als je je op dat menselijke aspect richt, komt het met het bedrijf ook goed.”
'EEN SHIRT VAN 10 JAAR OUD BIEDT EEN ANDER SOORT GELUK'
Oyunaa Kerssens (22) is vierdejaarsstudent AMFI, richting Fashion & Management en werkt bij Centre for Economic Transformation van de HvA. Oyunaa is hoopvol dat de mode kan verduurzamen door samenwerkingen binnen de industrie. Bijvoorbeeld via zogenaamde ‘multi-stakeholder’-initiatieven; waarin merken, leveranciers en experts samenkomen om elkaar hierin te versterken. “Duurzaamheid draait in mijn ogen heel erg om de context. Stel, je ontwikkelt een nieuwe kunstleer. Dan klinkt dat mooi, maar waar bestaat dit kunstleer dan uit? En als je er vervolgens 10.000 tassen van maakt, is het dan nog duurzaam te noemen?”
CONSUMENT HEEFT IMPACT
“Niet alleen het materiaal doet ertoe; ook de manier waarop consumenten hun kleding gebruiken is belangrijk. Daarbij gaat het niet alleen om waar het product van is gemaakt, maar hoe zuinig je ermee omgaat. Je kunt bijvoorbeeld 1 of 2 t-shirts hebben van goede kwaliteit, en die jaren dragen - daarmee maak je veel verschil.
KLEDINGSTUK MONITOREN
Die impact is alleen wel lastig te onderzoeken, ook omdat je niet goed in mensen hun kast kan kijken. Het blijkt ook erg lastig om de levensduur van kledingstukken te onderzoeken; de HvA gaat dit voor het eerst van begin tot eind monitoren samen met onder meer Saxion.”
LASTIG, MAAR NIET ONMOGELIJK
“Verandering is moeilijk, maar niet onmogelijk. Lastig is ook dat opvattingen over duurzaamheid uiteenlopen- bijvoorbeeld tussen culturen. In Europa praten we over sufficiency wardrobes—kledingkasten die passen binnen de klimaatdoelen. Een rapport van het Hot or Cool Institute stelt bijvoorbeeld dat we maximaal vijf kledingstukken per jaar zouden moeten kopen om onder de 1,5 graden opwarming te blijven. Maar kijk je naar China of de VS, dan heersen andere idealen en prioriteiten. Het voelt soms als dweilen met de kraan open, maar het principe van het grotere geheel blijven bevragen, vind ik belangrijk. En dat gebeurt al.
Mijn interesse ligt nu in samenwerkingen tussen leveranciers, zoals katoenboeren, stoffenweverijen en fabrieken. Het maken zelf is van de kledingmerken naar hen verplaatst, dus zij hebben te maken met de arbeidsomstandigheden en materiaalgebruik. Eigenlijk zie je alleen nog bij haute couture-merken dat zij het’ maken’ nog in huis hebben. Kledingmerken richten zich inmiddels vooral op communicatie en de logistiek."
UITWISSELEN
"Als student neem ik deel aan de evenementen van Transformersfoundation . Ook organiseer ik lezingen en bedrijfsbezoeken met onze studievereniging, The New Mode Collective. Zo organiseerden we een bezoek aan ByBorre en een gastlezing van Sara Dubbeldam, een duurzame mode-activist. En bij Centre for Economic Transformation brengen we samen met Impacthub ‘regeneratieve’start-ups uit Nederland bij elkaar voor kennisuitwisseling.”
ANDER SOORT GELUK
“Verandering is niet altijd zo makkelijk als we denken. Deze grote industrie kan soms overweldigend voelen. Uiteindelijk ligt een sleutel denk ik ook vooral in blij zijn met je eigen kleding die je al hebt. Als je zelf een shirt hebt voor 10 jaar- dan is dat een ander soort geluk is dan het kortstondige geluk van ‘o, weer een nieuw shirt.’ Die tijdelijke euforie vraagt altijd weer om iets nieuws. In die zin heeft duurzaamheid zeker ook te maken met je eigen geluksgevoel.”