Arrestatie voortvluchtige eigenaar ingestorte Bengaalse fabriek

De eigenaar van het gebouw dat vorige week in

het Savargebied in Bangladesh instortte en minstens 377 fabrieksarbeiders het leven kostte, is op zondagavond bij de Indiase grens opgepakt en teruggebracht naar de hoofdstad van Dakha. Daar wordt hij aangeklaagd wegens nalatigheid. Dat meldt de Canadese krant CBC News.

Lokale politicus Mohammed Sohel Rana, de eigenaar van het pand dat naar hem is vernoemd, werd dinsdag voor het laatst gezien bij de Rana Plaza. Hij bezocht het gebouw om grote scheuren die in de muren waren ontstaan te inspecteren. Volgens getuigen overtuigde hij de huurders, waaronder vijf kledingfabriekseigenaren, dat het gebouw veilig was. Op woensdag moesten een bank en een aantal winkels op de begane grond op aandringen van de politie ontruimd worden, maar van de managers van de fabrieken op de bovenste verdiepingen moesten de arbeiders gewoon door blijven werken, aldus CBC.

Nog vijf anderen zijn in verband met de instorting gearresteerd, waaronder drie fabriekseigenaren en twee ingenieurs van de overheid die verantwoordelijk waren voor het verlenen van toestemming voor de bouw van de Rana Plaza.

Tijdens de reddingsactie op zondag brak ook een brand uit in de puin en moesten de werkzaamheden tijdelijk worden gestaakt. Er worden nog 900 arbeiders vermist.

De Britse moderetailer Primark heeft bekend een fabriek in het gebouw te gebruiken, maar de meeste merken hebben zich van de ramp gedistantieerd.