Curator Oilily wil van vooraad af

De curator van het failliete modebedrijf Oilily heeft nog een voorraad van 200.000 kledingstukken,

genoeg om twintig winkels mee te vullen. Hij overweegt deze nu zelf te gaan verkopen en de opbrengst te verdelen onder de schuldeisers van het bedrijf. Dat meldt Het Financieele Dagblad.

Oilily ging begin april failliet. De merknaam werd eind april door de oprichtersfamilie Olsthoorn teruggekocht uit de failliete boedel, maar de rest van het bedrijf (winkels en voorraad) is nog in handen van curator Marc Molhuysen van DLA Piper. De megavoorraad vrouwen- en kinderkleertjes ligt nu nog 'liggend verpakt' opgeslagen in een magazijn van TNT Fashion in het Oldenzaal. Molhuysen wil de kleding snel verkopen omdat mode seizoensgevoelig is. Daar komt bij dat de familie Olsthoorn het merk zo snel mogelijk opnieuw wil introduceren op de markt. Voor het nieuwe Oilily zou het nadelig kunnen zijn als de bestaande collecties nog lang tegen afbraakprijzen opduiken in de verkeerde winkels.

Hoe en wanneer de verkoop zal plaatsvinden is nog niet duidelijk. Molhuysen weet ook nog niet of hij de voorraad direct aan consumenten wil gaan verkopen of in één keer aan een grote retailer.