Een baan in het buitenland
Door FashionUnited
bezig met laden...
In 2009 vertrokken 111.000 personen naar het buitenland. Dat blijkt uit emigratiecijfers
van het CBS. Bekende voorbeelden in de modebranche zijn Lucas Ossendrijven (Lanvin) en Paul Helbers (Louis Vuitton). Ook Viktor en Rolf hebben in het buitenland naam gemaakt, maar zijn inmiddels weer teruggekeerd naar Amsterdam. Wat is toch de aantrekkingskracht van een baan in een ander land?Het heeft anderhalve maand geduurd voordat ik werd uitgenodigd om mee te gaan lunchen
De één gruwt bij de gedachte familie en vrienden achter te laten, het rare eten en de taalproblemen. Voor de ander is het een ultieme droom; spannend, uitdagend, een waar avontuur. Toch blijkt een baan in een ander land bij de meesten niet het resultaat van een vooropgezet plan. Aan het begin van de opleiding is er geen uitgestippeld carrièrepad dat naar Parijs voert of naar Londen. Het verlangen om elders te gaan werken ontstaat in de loop van de studie en komt vaak voort uit een bepaald gemis. Nederland is te klein, er zijn geen échte luxemerken en op ontwerpniveau zijn er onvoldoende mogelijkheden om te groeien.
Voor Kim Bekker (1981) begon haar carrière in het buitenland direct nadat zij het Fashion Institute Arnhem had afgerond: zij vertrok in 2005 naar Parijs en werkte acht maanden bij het Franse modehuis Chloé. Daarna keerde zij naar Nederland terug voor een baan bij confectiemerk Elle Prêt-à-porter. Inmiddels woont zij weer in Parijs waar zij sinds anderhalf jaar bij Isabel Marant werkt. "Parijs heeft mij altijd getrokken," vertelt Bekker tijdens haar lunchpauze aan de telefoon, "maar het had ook heel goed Londen kunnen zijn." Zelfontplooiing, vooral als ontwerper en de wens te werken voor een luxemerk, waren voor haar de belangrijkste motieven om een baan in het buitenland te willen. "In Nederland zijn modebedrijven commerciëler ingesteld, een collectie moet wel verkoopbaar zijn. Bij luxury brands in het buitenland kun je met andere (kostbaarder, red.) materialen en technieken werken dan je in Nederland zou doen." Bij Isabel Marant, dat ook de tweede lijn Etoile op de markt brengt, maakt zij als hoofdontwerper deel uit van een klein team van drie ontwerpers en werkt nauw samen met Marant zelf. "Ik werk vooral aan de eerste lijn en ben daarvoor steeds op zoek naar nieuwe vormen. Ik ben niet gespecialiseerd, maar ontwerp voor de hele collectie: vooral knitwear, bovenmode en broderie."
Een tijdelijk verblijf in het buitenland doet het goed op het cv. Uit onderzoek van detacheringsbureau Accountemps bleek dat 40 procent van de ondervraagde personeelsmanagers bereid waren om een nieuwe werknemer met buitenlandervaring meer salaris te bieden dan iemand die dat niet heeft. Werknemers die in het buitenland hebben gewoond en gewerkt zijn flexibeler en staan meer open voor andere culturen, zo is de gedachte. Bij Nederlandse bedrijven bestaat volgens dit onderzoek overigens een voorkeur voor mensen die tijd in de Verenigde Staten, Frankrijk of Duitsland hebben doorgebracht. Ervaring opgedaan in Afrika of Azië zou het in het bedrijfsleven minder goed doen. In de modebranche gooit Azië echter juist wel hoge ogen, zeker wanneer het aan productie gerelateerde werkervaring betreft.
Een stage bij een inkoopkantoor in Shanghai was de eerste stap naar een baan in die stad voor Myrte Hengelmolen (1986). Daarna werkte ze drie maanden voor hetzelfde bedrijf (Online Design) in Bangladesh om vervolgens naar Shanghai terug te keren, waar ze nu alweer ruim een jaar zit. Hengelmolen, die TMO heeft afgerond, heeft een vaste baan als Merchandiser / Sourcing Representative met klanten (modebedrijven) in Europa. In haar geval zijn vooral het bedrijf en de stad de hoofdredenen voor haar buitenlandse baan: 'Het bedrijf waar ik voor werk bevalt erg goed. Sinds ik hier werk heb ik veel gezien en geleerd en dat doe ik nog steeds elke dag. Shanghai is een booming city. Ik vind het geweldig in deze metropool te wonen. Er zijn hier veel leuke dingen te doen en te zien. Het is een creatieve stad waar veel te beleven is op het gebied van kunst en mode en dit jaar is hier natuurlijk het World Expo', schrijft zij in een uitvoerige email.
Haitze Spaanenburg is ook al zo enthousiast over zijn huidige woonplaats Londen. Hij vertrok -na de Rietveld Academie- in 2007 voor zijn vervolgopleiding naar Central Saint Martins. "Ik had niet het gevoel dat er in Nederland op modegebied veel zinnigs gebeurde. Het is een leuk land en ik kom er graag, maar ik zou niet weten wat ik er voor werk zou moeten doen." Nadat hij zijn opleiding had afgerond is Spaanenburg, net als Bekker en Hengelmolen, meteen in het buitenland aan de slag gegaan. "Ik ben toen niet in Londen gebleven, maar naar Milaan vertrokken voor een baan als ontwerper mannenmode bij Costume National." Hij heeft het anderhalf jaar volgehouden, daarna was het genoeg. "Milaan is een kille stad." Hij werd benaderd door een headhunter om terug te keren naar Groot Brittannië en werkt nu als hoofontwerper bij het luxueuze herenmodemerk Wintle. 'Zijn' eerste collectie voor Wintle, eind februari getoond tijdens London Fashion Week, is in de Britse pers erg goed ontvangen. Spaanenburg noemt Londen “verrassend en inspirerend”. “Het is veelzijdig, veel meer dan Milaan, maar het is wel erg groot," zegt hij.
De administratieve afhandeling van een verhuizing naar Londen bleek ook nogal wat voeten in de aarde te hebben. “Je kunt hier geen woning huren of gas en licht laten aansluiten zonder dat je een Britse bankrekening hebt. Maar je kunt ook geen bankrekening openen zonder vast adres. Gelukkig trof ik op een goed moment een licht aangeschoten bankemployé die een en ander wel door de vingers wilde zien.”
In Frankrijk is dat beter geregeld vertelt Kim Bekker: “Als je uit een land komt dat lid is van de Europese Unie vinden ze in Frankrijk alles best, maar wanneer je langer dan acht maanden buiten Nederland woont, moet je verplicht emigreren. Je krijgt hier dan meteen een burgerservicenummer dat voor alle instanties geldt.” Minder vanzelfsprekend geregeld is het Franse zorgstelsel. Bekker is hartpatiënt en moet geregeld op controle. “Iedere doktersafspraak begint met een stapel formulieren en even zoveel loketten, ” zegt zij.
Opvallend genoeg heeft het leren van de taal bij geen van drieën veel problemen opgeleverd. 'Ik spreek geen vloeiend Chinees, maar ik red me prima. Dat is me heel erg meegevallen,' schrijft Myrte Hengelmolen. Ook Spaanenburg was het Italiaans snel machtig toen hij eenmaal in Milaan woonde. "En daar heb ik nu in Londen weer profijt van als ik met onze producenten in Italië spreek."
Bekker sprak nauwelijks Frans toen zij Isabel Marant voor het eerst ontmoette, maar dat was geen belemmering om de baan te krijgen. "Gelukkig heb ik het snel opgepikt. Dat moest ook wel wel, want in Parijs spreekt niemand Engels." Waar Bekker wel aan moest wennen was de initiële eenkennigheid van haar Franse collega's. "Het heeft anderhalve maand geduurd voordat ik werd uitgenodigd om mee te gaan lunchen. Nu ik erbij hoor is het gelukkig wel heel gezellig en zijn ze warm en sociaal."
In Shanghai is niet zo makkelijk om duurzame vriendschappen op te bouwen, laat Hengelmolen weten. 'Ik heb veel leuke mensen leren kennen, maar helaas heb ik ook vaak afscheid moeten nemen. Mensen komen en gaan in Shanghai en het is moeilijk om steeds weer een vriendschap met iemand op te bouwen.'
Haitze Spaanenburg raadt aan voor vertrek alvast wat contacten te leggen. “Ik zou niet adviseren naar een stad te vertekken waar je helemaal niemand kent.” Mocht het toch anders lopen, dan zit je in Londen goed. “Wie behoefte heeft aan aanspraak, gaat gewoon naar de pub.”
Terugverlangen naar Nederland doen zij niet, hun baan en mogelijkheden in het buitenland genieten prioriteit. “Natuurlijk mis ik mijn vrienden en familie, maar ik ga regelmatig terug om hen te bezoeken,” zegt Bekker. “Voorlopig blijf ik in Parijs. Een volgende stap zou Londen kunnen zijn, dat vind ik nog steeds een geweldige stad.” Spaanenburg mist eigenlijk alleen karnemelk echt. De kans dat zijn carrière hem in de toekomst terug naar Nederland voert acht hij klein. Ook Hengelmolen blijft nog ‘een poosje’ in Shanghai. ‘Ik wil natuurlijk groeien, dus als ik ben uitgeleerd als Merchandiser zou ik zeggen Senior Merchandiser of Team Leader.' Kim Bekker houdt bij nader inzien toch een slag om de arm: “Ik heb altijd gedroomd van een eigen multi-brand store in Amsterdam, waar ik ook mijn eigen kledinglijn wil verkopen. Wie weet komt die droom ooit nog uit.”
Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad juni 'Werken in de Mode' special 2010.
banen
buitenland
modebaan
werken in de mode
werken special
Workinfashion