FNV: meer tijdelijke contracten zorgen voor onzekerheid

Minister Henk Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(VVD) wil dat het mogelijk wordt dat werkgevers hun medewerkers vaker een tijdelijk arbeidscontract kunnen aanbieden. Momenteel beperkt de wet het aantal opvolgende tijdelijke contracten nu tot drie, in een periode van drie jaar. Daarna zou een werknemer een contract voor onbepaalde tijd moeten krijgen. Kamp vindt echter dat tijdelijke contracten tot zeven of tot tien jaar mogelijk moeten zijn.

De minister is van mening dat langdurige tijdelijke contracten werkgevers zou stimuleren om te investeren in scholing en training van medewerkers. Maar volgens beleidsadviseur Paul van den Boom van vakbond FNV Bondgenoten, is die stelling geenszins bewezen.

“Mogelijk dient het de roep van werkgevers om de loonkosten te kunnen verlagen en wil het kabinet in deze regeerperiode met een omweg het ontslagrecht toch nog buiten spel zetten,” reageert Van den Boom in een persverklaring. Volgens Van den Boom zorgen de tijdelijke contracten nu al voor problemen. Zo zouden vooral jonge werknemers geen hypotheek kunnen afsluiten of een gezin kunnen stichten.

Vorige maand besloot minister Kamp nog om de maatregel die het mogelijk maakte medewerkers jonger dan 27 jaar een vierde tijdelijke contract aan te bieden, niet te verlengen. De tijdelijke crisismaatregel werd op 9 juli 2010 ingevoerd en liep tot 1 januari 2012. Volgens Kamp hebben bedrijven de maatregel onnodig aangegrepen en is de maatregel niet altijd als crisismaatregel gebruikt.

Uit een evaluatie onder 19.000 jongeren die de minister had ingesteld bleek dat 10.000 jongeren dankzij de regeling niet werkloos zijn geraakt. Een nadeel is echter dat 9000 jongeren zonder de maatregel een vast contract was aangeboden, maar zij nu nog eenmaal een tijdelijk contract kregen.