Geld verdienen met bedrijfskleding
bezig met laden...
Bedrijfskleding had vroeger het imago suf te zijn en lelijk. Dat lijkt te zijn veranderd.
Nu weten bedrijven grote namen te strikken voor het ontwerpen van hun uniformen. Oger, Mart Visser en Dyanne Beekman schamen zich er allerminst voor.Ongeveer de helft van de beroepsbevolking draagt bedrijfskleding tijdens zijn werk. Het bewijs daarvoor is terug te vinden in het bedrijfskledingonderzoek dat Modint in 2009 heeft laten uitvoeren door GfK. Het aantal mensen dat bedrijfskleding draagt, nam toe in de afgelopen jaren. Tussen 2007 en 2009 groeide de dragersgroep met 5 procent, zo blijkt uit het onderzoek. En wat eveneens verandert lijkt: de namen die worden ingeschakeld om de bedrijfskleding te ontwikkelen.
Waar vroeger anonieme bedrijven de opdracht kregen alle medewerkers in het nieuw te steken, lijken de opdrachten nu te gaan naar bedrijven die hun sporen hebben verdiend in de modewereld. Ga maar na. De gemeente Arnhem huurde Alexander van Slobbe in om dienstkleding te ontwerpen voor receptiemedewerkers van de gemeente en van het Museum voor Moderne Kunst Arnhem. Dyanne Beekman werd gevraagd de medewerkers van McDonalds in het nieuw te steken. Oger ontwierp kleding voor het personeel van uitvaartorganisatie Yarden. Mart Visser kleedde het personeel van KLM en Frans Molenaar bedacht een uniform voor Albert Heyn.
Voordat de gemeente Arnhem Alexander van Slobbe inhuurde gebruikte de gemeente confectiekleding, laat communicatieadviseur Maartje ter Steeg weten. “Dit is de eerste keer dat de gemeente kleding laat ontwerpen. Arnhem is trots op het creatieve talent dat in de stad is opgeleid en daar woont of werkt. Met het project dienstkleding wil de gemeente die trots uitstralen en een bijdrage leveren aan het realiseren van het gewenste imago van 'Arnhem Modestad'.” Voor Alexander van Slobbe koos de gemeente omdat hij een gerenommeerd ontwerper is die in de stad is opgeleid.
Het lijkt een heel toevallige ontwikkeling, maar het is wel opvallend dat meerdere van die toevallige ontwikkelingen tegelijkertijd plaatsvinden. Ook Mart Visser –al achttien jaar actief op het gebied van bedrijfskleding- merkt op dat er veel gaande is in de wereld van Corporate Fashion: “Ik heb nog nooit zoveel bedrijfskleding gedaan als in de afgelopen drie jaar,” zegt hij. “Ik denk dat het iets te maken heeft met de ‘zeitgeist’. Bedrijven zijn zich tijdens en na de crisis gaan bezinnen, willen terugkeren naar hun kernwaarden en die uitdragen. Eén manier waarop dat kan is door medewerkers mooie, goed getailorde kleding te laten dragen.”
Dat bedrijven bedrijfskleding serieuzer nemen is ook te merken aan de manier waarop ze een opdracht uitgeven, zegt hij. “Bedrijven onderbouwen veel filosofischer hoe kleding eruit moet zien. Tegenwoordig wordt zelfs vaak de afdeling marketing erbij betrokken.”
De Corporate Fashion Awards -de prijzen die Modint elke twee jaar uitreikt in verschillende categorieën- zijn een belangrijk meetmoment voor hoe het ervoor staat met de branche, zegt Corien Beks, beleidsmedewerker van Modint Holland Career & Workwear (HCW). De informatie die dat oplevert, ziet er gunstig uit: het aantal inschrijvingen voor de editie van 2010 was met 54 collecties groter dan ooit. En bovendien, zegt Beks: “De jury heeft aangegeven dat de aandacht voor het modische aspect van de bedrijfskleding is toegenomen.”
Dyanne Beekman, imago consultant en directeur van de Beekman Group, die een aparte divisie heeft in bedrijfskleding, vindt het heel logisch dat de aandacht voor hoe bedrijfskleding eruit ziet belangrijker is geworden: “Dat komt door alle informatiekanalen. Mensen zijn intelligenter en veeleisender dan vroeger. Een bedrijf komt niet meer weg met het kleden van zijn mensen in een standaardpakje met het bedrijfslogo erop. Goede kleding zorgt ervoor dat medewerkers zich goed voelen en dat ze beter overkomen bij klanten.”
Een andere mogelijkheid voor de uiterlijke opwaardering van de bedrijfskleding is de technologische vernieuwing, oppert Micheal Hoekstra, General Manager van Oger Corporate Fashion: “Door de verbeterde technologieën in fabrieken zijn er vandaag de dag veel meer mogelijkheden om te zorgen dat de look en feel van corporate fashion steeds meer fashionable wordt.”
Toch blijft het maken van bedrijfskleding een vak apart. Mart Visser: “Het heeft in feite niets met gewone mode te maken. Er zijn andere zaken waar je rekening mee moet houden; denk alleen al aan comfort, veiligheid en wasvoorschriften. Daarbij moet de gemiddelde bedrijfskleding zes tot acht jaar meegaan. Ik denk daarom dat het niet goed is als de kleding te modisch is; het gaat er dan snel gedateerd uitzien.”
Corien Beks vult aan: “Bedrijfskleding moet wel ontwikkeld worden vanuit de functie. Een jonge ontwerper had bijvoorbeeld voor het grondpersoneel van een luchtvaartmaatschappij iets ontworpen van zijde, maar dat werkt dus niet.”
Wie dacht dat het maken van bedrijfskleding iets is dat ontwerpers er ‘even’ bij kunnen doen, komt dan ook bedrogen uit. Sommige bedrijfskleding is vooral bedoeld om de veiligheid van medewerkers te garanderen, zoals de veiligheidsschoenen op de bouw of de beschermende pakken van mensen die met chemische stoffen werken. Andere bedrijfskleding kan bedoeld zijn om autoriteit uit te stralen zoals die van de politie, de douane, beveiligingsbedrijven of van de conducteurs van de NS. Daarnaast is er kleding die bedrijven gebruiken om hun personeel bepaalde merkwaarden uit te laten dragen, en om ervoor te zorgen dat het publiek het personeel herkent. Het gevolg: de opdracht voor het maken van bedrijfskleding gaat vergezeld van een flink eisenpakket.
“Het is meer dan gewoon een bloesje aanleveren,” beaamt imagoconsultant Dyanne Beekman. “Ik kijk naar de visie van het bedrijf en naar wat ze willen uitstralen. Dan onderzoeken we de wensen van het personeel, dat ook wordt betrokken in draagtests. En, wat ik zelf erg belangrijk vind: het moet er mooi uitzien in de maat xs, maar ook in xxl.” Dat ziet ze niet als een beperking van haar creativiteit: “Voor mij zijn het gewoon de ingrediënten waarmee ik aan het werk ga.”
Niet verwonderlijk dus, dat er een prijskaartje hangt aan speciaal ontwikkelde kleding voor een bedrijf. Toch is het hebben van goede bedrijfskleding niet alleen weggelegd voor grote bedrijven. De laatste editie van de CFA werd er een vijfde categorie geïntroduceerd: Brand Collections. Een groeiend aantal bedrijven brengt standaardcollecties op de markt die worden aangepast aan de wensen van de klant.
Mart Visser richtte er tien jaar geleden een extra bedrijf voor op: behalve Mart Visser Corporate Image Wear (het in opdracht ontwerpen van speciale bedrijfskleding voor (inter)nationale bedrijven) heeft de couturier nu ook Mart Visser Uniformes: een basiscollectie bedrijfskleding die aangepast kan worden op de wensen van kleinere afnemers. Of het zijn naam is die bedrijven aantrekt, daarvan is Visser niet zeker: “Als het goed is, gaat het niet alleen om de naam, maar om de kwaliteit van het product dat ik aflever."
Sowieso valt het voorlopig nog niet te onderbouwen met cijfers of het daadwerkelijk zo is dat bedrijven tegenwoordig liever grote namen inschakelen voor de kleding van hun personeel, laat Beks weten naar aanleiding van het onderzoek naar bedrijfskleding van Modint: “Het is ook mogelijk dat bedrijven die informatie gewoon eerder naar buiten brengen.” Beekman herkent deze ontwikkeling: “Ik maak al heel lang bedrijfskleding, maar ik heb nooit zo de behoefte gevoeld dat van de daken te schreeuwen. Toen Mc Donalds mij vroeg of het goed was dat ze ermee naar buiten traden dat ik had meegewerkt aan de bedrijfskleding, dacht ik: ‘Waarom ook eigenlijk niet? Ik ben er trots op."
Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad nummer 3 van 2011.