• Home
  • V1
  • Columns
  • Herrie om heffing

Herrie om heffing

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

Nog vijftien maanden moeten Europese consumenten ruim 15 procent extra betalen

voor een paar leren schoenen uit China. China is niet blij met deze maatregel, net als veel Europeanen: “De AEDT roept de lidstaten op om de heffingen na deze 15 maanden voorgoed te beëindigen.”

Opnieuw blijkt het antidumpingsysteem een instrument voor protectionisme, niet voor bescherming

Middels een acht pagina’s tellend document diende China op 4 februari een klacht in tegen de Europese Unie bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO), zo maakte de laatste instantie onlangs bekend. De reden: De Chinese minister van Handel is boos dat de EU heeft besloten om de extra invoerbelasting op leren schoenen die vanuit China en Vietnam de EU binnenkomen met vijftien maanden te verlengen. De Chinese overheid vindt dat de heffingen "een overtreding zijn van diverse verplichtingen van de WTO en bijgevolg schade veroorzaakt aan de wettige rechten en belangen van Chinese exporteurs."
De zet van de Chinese minister is geen verrassing: Al meteen nadat de EU-lidstaten in december vorig jaar besloten dat de extra invoerbelasting op schoenen uit China en Vietnam niet zou verdwijnen, maakten de Chinezen duidelijk dat ze daarover een klacht zouden indienen bij de WTO. De Chinese handelaren hadden al eerder kenbaar gemaakt dat ze de importheffing beschouwen als een protectionistische maatregel om Europese schoenfabrikanten te beschermen. Toen de maatregel in 2006 werd ingevoerd, verklaarde de Chinese regering deze illegaal. Niet dat Europa daarvan onder de indruk is: "Anti-dumping maatregelen hebben niets met protectionisme te maken,” zei woordvoerder namens de Europese Commissie John Clancy. “Het heeft te maken met oneerlijke handel. Deze maatregel is het gevolg van duidelijk bewijs dat de Chinese producten in Europa onder de kostprijs worden verkocht en zo de concurrentiepositie van de EU beschadigen.”
De EU hanteert sinds 2006 een heffing van 16,5 procent op de importprijs van Chinese schoenen en 10 procent op die van schoenen uit Vietnam . De regeling werd ingevoerd omdat de import van leren schoenen uit China in 2005 snel steeg nadat de handelsbeperkingen -die sinds 1995 van kracht waren- gedeeltelijk werden opgeheven. Tussen 2001 en 2005 steeg de import van leren schoenen uit China met 1000 procent. De import van Vietnamees schoeisel nam met 100 procent toe. De antidumpingmaatregel werd ingesteld om producenten van schoenen in de EU tijdelijk te beschermen tegen deze toename. Voorstanders van de regel zijn landen die zelf veel schoenen produceren; Italië, Frankrijk, Portugal en Polen. Deze landen zouden enkele jaren de tijd krijgen om zich aan de nieuwe situatie aan te passen.
Maar toen de regeling in 2008 afliep, besloot de Europese Commissie tot verlenging. Vorig jaar gebeurde dat dus opnieuw: Het officiële besluit werd genomen door Benita Ferrero-Waldner, die tijdelijk de post van EU-commissaris voor buitenlandse handel vervulde, omdat haar voorganger Catherine Ashton met ingang van 1 december werd aangesteld als hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken, omdat Europese schoenmakers volgens de Europese Commissie 'op korte of middellange termijn' zullen lijden onder de afschaffing, wordt hen opnieuw extra tijd gegund om zich te kunnen aanpassen. Inmiddels komt zo’n 30 procent van de schoenen uit China en Vietnam.

Tot zover is alles duidelijk. De EU is voor de heffing, China is ertegen. Ingewikkelder wordt het wanneer blijkt dat ook binnen de EU veel partijen tegen de heffing zijn. Nederlandse groeperingen als brancheorganisatie Mitex omdat “Nederland het juist van de handel moet hebben” en de Raad Nederlandse Detailhandel (RND) omdat “De maatregel de keuze voor de consument belemmert, de prijs van leren schoenen opdrijft en banenverlies veroorzaakt.” Staatssecretaris Frank Heemskerk (Economische zaken) behoorde eveneens tot degenen die de EU-commissaris opriepen om de huidige heffingen te beëindigen: “Het verdwijnen van de huidige heffing is in het voordeel van consumenten in Nederland, want schoenen kunnen goedkoper worden.”
Heemskerk verwacht dat een vrije import van schoenen ook helpt de armoede te bestrijden, met name in Vietnam. “Overigens kan het ook goed zijn voor onze werkgelegenheid omdat in Nederland juist vaak marketing, design en distributie plaatsvindt voor deze schoenen.'' Ook de Europese branchevereniging van winkeliers en handelaren schaarde zich in het kamp van de tegenstanders: “Schoenen kunnen goedkoper worden als de EU-importheffing op leren schoenen uit China en Vietnam in januari verdwijnt,” zo stelde Xavier Durieude, de Secretaris-Generaal van de organisatie. “Elke verlenging van de importheffing vermindert de koopkracht en hindert zo het economisch herstel in Europa,” meent hij. Ook Zweden en Groot Brittannië hebben zich tegen de heffing uitgesproken.
In totaal stemden op 22 december jl. dertien lidstaten tegen de verlenging. Er waren negen voorstanders en vijf staten die zich onthielden van stemming; volgens EU-recht worden niet-stemmers automatisch tot voorstemmen gerekend. Het is onduidelijk waarom de landen zich van stemming onthielden. Vooral van Duitsland, Oostenrijk en Malta is het een opmerkelijke draai, omdat deze landen eerder hadden aangegeven tegen verlenging van de heffing te zijn.

"Deze plotselinge ommekeer is een catastrofe voor iedereen die geeft om Europese bedrijven, consumenten, en -meer algemeen gesproken- de plaats die Europa in de wereld inneemt,” liet Manfred Junkert, voorzitter van de Federatie van Duitse Footwear Industry optekenen. Ook Betty van Arenthals, President van de AEDT, is teleurgesteld over het besluit: “Opnieuw blijkt het antidumpingsysteem een instrument voor protectionisme, niet voor bescherming. Het anti-dumping systeem is bedoeld om bedrijven in de EU te beschermen tegen oneerlijke concurrentie; bijvoorbeeld wanneer een product wordt verscheept naar Europa om het onder de kostprijs te verkopen. Dit is een beschuldiging die onderbouwd zou moeten worden met zorgvuldig onderzoek en objectieve waarnemingen.”

Van Arenthals is er niet zeker van dat dit deze keer zo is gegaan: “Het gebeurt veel te vaak dat dergelijke beslissingen het resultaat zijn van onderhandelingen onder lidstaten, die zich laten drijven door specifieke nationale belangen. Dat verklaart waarom zelfs lidstaten zonder eigen schoenenproductie, die alleen maar geschaad worden door deze maatregel, hebben bijgedragen aan het aannemen van deze oneerlijke importheffingen.” En daarom, concludeert ze: “De AEDT roept de lidstaten op om de heffingen na deze vijftien maanden voorgoed te beëindigen.” De European Footwear Alliance (EFA), die verschillende grote fabrikanten vertegenwoordigt, ging nog verder en schaarde zich zelfs achter de Chinese aanklacht tegen de EU bij de WTO: "De EFA deelt China's visie dat de beslissing van de EU om de heffingen met vijftien maanden te verlengen, is gebaseerd op een discutabel onderzoek en een vervormde analyse van de economische feiten,” zei de groep in een verklaring, om daar fijntjes aan toe te voegen: “Ironisch genoeg worden Europese bedrijven en consumenten het hardst getroffen door deze maatregel.”

En zo is het maar net; of het moet ‘toevallig’ zijn dat China kort na het gewraakte besluit aankondigde dat het land importheffingen gaat innen op Europese schroeven en moeren. Op de importprijs moeten handelaren dan heffingen betalen die oplopen tot 24,6 procent van de prijs.

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad maart 2010.

heffing
schoenenheffing
schoenheffing