Hip met een hoofddoek - Achtergrond
bezig met laden...
In een tijd van aarzelende consumenten die liever sparen
dan spenderen, lijken jonge, modebewuste moslima’s de ideale consument. Ze winkelen bijna dagelijks. Toch zou het nog altijd lastig zijn om bij grote ketens kleding te kopen die zowel modieus als modest is. Een aantal ontwerpers ziet wel brood in islamitische kledij.
‘Het zijn juist de Westerse mannen die dicteren hoe vrouwen zich moeten kleden’
‘Een goed ontworpen jurk kan sensueel zijn, zonder huid te laten zien’
Wie dacht dat mode en de islam niet samengaan, lijkt het mis te hebben. Barjis Chohan, een Britse ontwerpster van Pakistaanse afkomst, berekende dat moslimmode wereldwijd goed is voor zo’n 96 miljoen dollar (zo'n 75 miljoen euro). En ook uit onderzoek van Bureau Nijman + Van Haaster bleek dat moslima’s goede consumenten zijn. Ze zouden bijna dagelijks winkelen. Luxe warenhuis Harrods– dat veel Arabieren en moslims tot zijn klanten rekent – verkoopt sinds kort traditionele islamitische abaya’s. En er ontstaan evenementen waarin een link wordt gelegd tussen mode en de islam, zoals het digitale Hijabi Fashion Week en het Tilburgse Dutch Fashion Meets Marrakech.
Ingetogen en zedige kleding is een toenemend fenomeen in de westerse en islamitische cultuur, zo concludeert ook het Londen College of Fashion. “In het Verenigd Koninkrijk zien we vaak jonge, trendy moslima’s met hoofddoeken. Ze zoeken naar kleding die zediger is dan de mainstream mode, maar willen geen etnische of traditionele kleding dragen,” concludeert professor Reina Lewis in haar onderzoek ‘Modest dressing: Faith-based fashion and internet retail’. Volgens de onderzoekster is de huidige generatie jonge moslima’s opgegroeid in een consumptiecultuur. Daardoor is het uitdrukken van wie je bent door mode en consumptie vanzelfsprekend geworden.
De Brits-Pakistaanse Barjis Chohan is een ontwerper die zich heeft gestort op de markt van moslimmode. Chohan studeerde aan het London College of Fashion en behaalde een master in Design op het Central Saint Martin’s College of Art en Design in de Britse hoofdstad. Voordat ze haar eigen label, genaamd Barjis, oprichtte, werkte ze voor Vivienne Westwood. De ontwerpster die furore maakte tijdens het punktijdperk beschouwd Chohan nog altijd als haar beschermeling. Beroemdheden als Kate Moss en Twiggy omarmen de collecties van Chohan, ook al geloven ze zelf niet in de kledingvoorschriften van Allah. “Ik was altijd geïnteresseerd in mode. Ik startte mijn eigen label, omdat ik het enorme gat zag in de markt voor high-end kleding voor urban professional moslimvrouwen,” vertelt de ontwerpster. Volgens Chohan worden abaya’s vooral gemaakt door ontwerpers uit het laagsegment. Die noemen hun traditionele kleding ‘couture’, maar besteden weinig aandacht aan de kwaliteit en gebruiken goedkoop polyester. En in de reguliere modeketens hebben moslima’s weer last van decolletés en te korte rokken. Bij haar eigen label speelt religie altijd een rol tijdens het ontwerpen. “Lage halzen, korte mouwen, dat kan allemaal niet. It’s all about dressing modestly.”
Moderetailers hebben volgens Chohan maar weinig aandacht voor moslima’s. Moslima’s worden vaak weggezet als traditioneel en ouderwets. Waar komt het idee, dat mode en religie niet samengaan, eigenlijk vandaan? Media berichten over religieuze kleding als symbool van dwang door overheersende moslimmannen. Wetenschappelijk onderzoek gaat, zodra het focust op mode en de islam, veelal over de hoofddoekkwestie. Naast aandacht voor de beweegredenen van moslima’s om zich te verhullen in doeken, wordt hierin betoogd dat de moderne samenleving islamitische kledingstijlen toch vooral ziet als een vorm van onderdrukking. En wie een hoofddoek draagt distantieert zich van de samenleving. Waarom dat zo is? Eén van de verklaringen is dat religie in de vorige eeuw naar de privésfeer is verbannen. De publieke ruimte werd seculier, dus je geloof uitdrukken in het openbaar is niet gewenst. En in het Westen kan men zich moeilijk voorstellen dat moslims uit eigen keuze hun geloof uitdragen door kleding. Er heerst immers een sfeer van ‘authentiek zijn’ en ‘jezelf blijven’, terwijl religie wordt gezien als een onveranderlijke traditie, met weinig mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing.
Volgens Chohan heeft de modebranche weinig aandacht voor moslimmode omdat het niet wordt gezien als ‘stylish’. De ontwerpster wil moslimmode modieuzer maken, maar wat ze vooral wil veranderen is hoe gedacht wordt over islamitische kleding. “Er is weinig aandacht voor moslimmode, omdat de Westerse wereld denkt dat het een teken van onderdrukking is. En dat moslimmannen dicteren wat moslimvrouwen dragen. Maar mijn mening is dat juist Westerse mannen dicteren hoe vrouwen zich moeten kleding. We leven in een door mannen gedomineerde maatschappij waar vrouwen de druk voelen om zich sexy te kleding. Het kan juist bevrijdend werken om je te bedekken, zodat je je geen trofee van een man voelt.”
Ook in Nederland zijn er modeontwerpers die zich bezighouden met mode en de islam. Zoals Siham Tib, met haar modelabel voor kaftanjurken, djellaba’s en beachkaftans. Ze showde haar collecties op de The Muscat Fashion Week in Oman en heeft plannen om het presidentshuis van Indonesië te kleden, zo onthulde ze afgelopen zomer op de Amsterdamse tv-zender AT5. Ook won ze de Tans Talent Award 2012, de prijs van netwerkorganisatie Tans voor jonge hoogopgeleide Marokkaanse Nederlanders. Het modelabel Siham Tib begon als een persoonlijk gemis op de markt, voor de ontwerpster. Maar Tib wil met haar collecties ook vooral culturen verbinden en vrouwen mooier en krachtiger maken. Dat de jurken zedig zijn, en op verzoek van klanten soms worden aangepast aan hun islamitische kledingwensen, botst volgens Tib geenszins met haar verlangen om vrouwen krachtig en vrouwelijk te laten zijn. Want om een vrouw er sensueel uit te laten zien, is het volgens de ontwerpster niet nodig om huid te laten zien. Een goed ontworpen jurk met een goede snit kan een vrouw zich glamorous laten voelen.
Cindy van den Bremen – zelf humanist, geen moslim – besloot eind jaren negentig, nog voor de opkomst van politici als Pim Fortyun en Geert Wilders, om modieuze, sportieve hoofddoeken te ontwerpen. Het idee vloeide voort uit het thema ‘integratie’ dat ze koos als afstudeerproject. Hoofddoeken moeten volgens de ontwerpster vooral een accessoire zijn. Inmiddels wordt haar merk Capsters via haar online winkel verkocht in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, de Verengde Staten, Canada, Maleisië, Indonesië, Dubai en de Malediven. Ze zette zich onlangs met succes in voor vrouwelijke voetbalspeelsters. Nu zal de International Football Association Board speelsters voortaan toestaan een hoofddoek te dragen; goed nieuws voor voetballende vrouwen in landen als Jordanië en Iran. Van den Bremen was met Capsters ook één van de sponsors tijdens de tweede editie van de Hijabi Fashion Week, een online evenement gericht op modebewuste moslima’s. Iedere dag van de modeweek stond een ander thema centraal op de website, zoals work out of het vrijdagmiddaggebed. Verschillende bloggers publiceerden foto’s van looks bij dat thema.
Gaan mode en de islam samen? Ja, is het antwoord van onderzoekster Emma Tarlo. Volgens Tarlo breiden de mogelijkheden voor islamitische consumenten, om zich modieus en toch modest, vroom, te kleden snel uit. Want er is steeds meer kleding speciaal ontworpen onder de noemer ‘islamic fashion’. Bovendien zouden consumenten steeds beter terecht kunnen bij modeketens. C&A bijvoorbeeld liet vorig jaar aan het Financieele Dagblad weten veel extra kleding te verkopen door het islamitische Suikerfeest. De collectie werd in een dertigtal filialen aangepast, maar er werd niet expliciet verwezen naar het feest voor moslims. Voorlopig hebben moslimconsumenten in ieder geval een aantal trends aan hun kant, zoals de maxirok en oversized truien.
Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad nummer 4 van 2012