Innovatie in labels
bezig met laden...
Mode is kleding. De praktische kant wordt meestal vergeten. De stoffen, seizoenen, logistiek, ritsen,
paspoppen en knopen bijvoorbeeld, zijn voor de mode van groot belang. Dit keer aandacht voor labels, want ook dat is een vak op zich.The label should outlast the garment
Weinig consumenten zullen het label in een kledingstuk aandachtig bestuderen. Voor de meeste mensen is het een hulpmiddel en niet veel meer dan dat. Aan het label kun je zien van welk merk het item is, soms staat er productinformatie op of het wasvoorschrift, maar meestal is het een bron van ergernis die je het liefst zo snel mogelijk uit je nieuwe bloesje knipt.
Bij Marc Evers gaan de ogen glimmen als hij over etiketten spreekt: “The label should outlast the garment’, zeggen ze in Amerika.” En daarmee doelt hij op de aandacht en zorg die bij zijn bedrijf aan de productie van labels en etiketten wordt besteed. Evers is directeur en eigenaar van EElabels en hij vertelt met aanstekelijk enthousiasme over zijn vak. Die ergenis-wekkende labels, zo legt hij uit, hebben vaak gesneden zelfkanten, dat is goedkoper dan wanneer ze netjes worden geweven maar heeft de harde randjes tot gevolg. Hij vertelt over de creatieve afdeling van zijn bedrijf, die merken helpt om met labels en aanhangkaartjes hun merkcommunicatie te versterken. “Je kunt zoveel meer doen met een label dan er bijvoorbeeld alleen een logo op zetten.” Over de bijzondere coöperaties met ontwerpers zoals Marcel Wanders en Alexander van Slobbe. Over zijn omvangrijke klantenkring met daarin bijvoorbeeld G-Star, Summum, Expresso, Hans Ubbink en de Belgische merken Ann Demeulenmeester en Scabal. En over de nieuwe - technische - mogelijkheden om diefstalpreventie en RFID in labels te verwerken. EElabels produceert niet alleen labels voor kledingmerken, het heeft ook fabrikanten van matrassen, automatten en bureaustoelen als klant. Denk aan Auping, Daf en Artifort.
Het bedrijf en de productielocatie zijn gevestigd in Heeze, vlakbij Eindhoven, op steenworp afstand van waar vroeger de fabriek stond die zijn betovergrootvader in 1900 begon. Rijdend door het dorp wijst Evers op statige huizen en locaties die met de familiegeschiedenis en het bedrijf verbonden zijn. “Daar woonde mijn grootvader, schuin tegenover de oorspronkelijke fabriek. Een concurrerende fabrikant was eigenaar van de lap grond daar en mijn grootvader wilde dat hebben zodat hij de fabriek zou kunnen uitbreiden.”
Aangekomen bij het bedrijf leidt Evers het bezoek ontspannen rond, toont oude foto’s, stelt medewerkers voor en laat hen zelf vertellen over hun werk en projecten. Van de student-stagiair tot de doorgewinterde controller. De meerderheid van het personeel werkt langdurig bij het bedrijf. Dat was vroeger zo en nu nog steeds. In de kantine staat een manshoog glas-in-lood raam opgesteld. Een cadeau van het personeel, decennia geleden aan de eigenaar geschonken ter ere van een jubileum. Bij de verhuizing naar de huidige locatie ging het raam mee.
De bedrijfsgeschiedenis is bijzonder en kleurrijk, maar het is niet het enige waarover Evers vandaag wil vertellen. Wat hem betreft is de sterke internationalisering die EElabels gedurende de afgelopen tien jaar heeft doorgemaakt van groot belang. Marc Evers nam het bedrijf (dat toen nog Van Engelen & Evers heette) in 1990 over van zijn vader. Sindsdien heeft een modernisering plaatsgevonden. “Dat was niet alleen noodzakelijk, je moet tenslotte mee gaan met je tijd, maar de komst van internet heeft die internationalisering ook technisch mogelijk gemaakt.” Dankzij internet kunnen technische tekeningen en bestanden over lange afstand worden verzonden. En dat is van groot belang wanneer de productie op een andere locatie plaatsvindt dan het ontwerp. Inmiddels heeft het bedrijf behalve de fabriek in Heeze nog drie vaste productielocaties. In Turkije heeft men een eigen fabriek en kantoren in India en Hong Kong. Logistiek is dat ideaal. “Wij werken met merken die in die landen produceren. Dan is het makkelijker als hun kledinglabels ook in de buurt worden gemaakt dan wanneer die uit een ander werelddeel moeten komen. Het scheelt enorm in tijd en transportkosten,” zegt Evers. De internationalisering heeft geresulteerd in een constante groei van ongeveer vijf procent per jaar in de afgelopen vijf jaar. “Die groei heeft met name in het Verre Oosten en Turkije plaatsgevonden. In Europa zijn we blij dat we ook in deze tijd de omzet stabiel weten te houden.” Groei boeken is van groot belang voor een bedrijf dat de druk van de economische malaise en steeds goedkope productiemogelijkheden in Azië voelt. Per jaar verkoopt het bedrijf in Heeze ongeveer 95 miljoen labels en hangtags.
Het communicatieaspect van labels en tags vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten. “Europa en met name Lyon was het productiecentrum voor labels, ook voor producenten in de VS, en in Ameka is de marketing-communicatie geboren.” Evers benadrukt de brede mogelijkheden van de creatieve afdeling van zijn bedrijf, een afdeling die bovendien slechts een paar stappen verwijderd is van de lange rij weefmachines waar hun ontwerpen worden gemaakt en het resultaat dus direct zichtbaar is. Hij vertelt dat labels aan trends onderhevig zijn, net zoals de mode dat is. “Na een periode van steeds kleiner wordende labels, wil men ze nu juist weer steeds groter hebben.”
Productinnovatie is andere belangrijke pijler. Ten tijde van het bezoek werkt de technisch student-stagiair aan stoffen met ingeweven lichtbron. Als je erin knijpt of over wrijft verandert het licht van kleur. Een experimenteel project waarvoor niet direct een toepassing te bedenken is, maar waar wel ruimte voor geboden wordt.
Van een heel andere orde is het nieuwe product dat EElabels samen met Tex Trace uit Zwitserland heeft ontwikkeld en dat in oktober wordt gepresenteerd. De twee bedrijven hebben een RFID-label (Radio frequency identification) ontworpen, waarbij de antenne en chip in het merklabel worden meegeweven in plaats van erin geplakt. Behalve logistiek, waar de RFID-techniek nu vooral voor wordt gebruikt, kan dit label straks ook worden ingezet in de strijd tegen namaak. De tags worden van informatie voorzien waardoor merkkleding makkelijker van nep te onderscheiden is en bovendien aan een specifiek kledingstuk gekoppeld zodat het niet voor een ander item te gebruiken is. Het nieuwe label is niet alleen direct toepasbaar, Evers verwacht dat de introductie ook de omzet flink zal opstuwen met ongeveer 10 procent per jaar. Op die manier hoopt de directeur de toekomst van het 110-jaar oude bedrijf veilig te stellen. Wie een middagje is opgetrokken met Marc Evers kijkt met heel andere ogen naar de labels in zijn kledingkast.
“Marcel Wanders zocht onze expertise bij de vervaardiging van de Dining Chair uit de 'New Antiques Collection' voor het Italiaanse meubelmerk Cappellini. Marcel was op zoek naar materiaal met voldoende stevigheid, slijtvastheid en een glanzende fijne uitstraling voor de stoelzitting. Wij vonden de oplossing in een damast geweven band in een ton-sur-ton kleurstelling zwart of wit, met het Cappellini logo ingeweven. In dit creatieve project ontstond een ware synthese tussen vakmanschap en industriële technologie.”
Modeontwerper Alexander van Slobbe ontwikkelde samen met Koninklijke Tichelaar Makkum de serie sieraden 'Parels van Makkum'. De handgeschilderde vergrote, afgekante en halve parels in porselein worden geregen aan een zijden lint of koord geweven door EElabels. "Alexander vroeg ons iets te ontwikkelden dat wij nog nooit eerder hadden gemaakt," vertelt Marc Evers. De zijden linten en koorden waren het resultaat. “Inmiddels groeit ook de vraag naar zijden labels,” lacht Evers.
Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad september 2010.