Iran snijdt in kledingimport

Iran gaat proberen om in de invoer van niet-essentiële goederen zoals kleding, bagage,

behang, mobiele telefoons, auto’s en vloeipapier van sigaretten te snijden. Op die manier probeert het land de Westerse economische sancties, die Iran zijn opgelegd vanwege zijn omstreden nucleaire beleid, te ontlopen. Dat meldt Reuters.

De regering heeft ook een beroep gedaan op burgers om het gebruik van buitenlandse kleding, mobiele telefoons en auto’s zoveel mogelijk te verminderen en om in plaats daarvan te kiezen voor lokale fabrikanten. Door op sobere voet te leven wil de regering voorkomen dat de sancties nog meer invloed hebben op de inkomsten van het land. De inkomsten uit olie-export werden eerder dit jaar al fors geraakt door de sancties.

De Iraanse autoriteiten hebben de invoer van goederen daarom verdeeld in twee categorieën op basis van hoe belangrijk ze zijn. Importeurs van basisgoederen, zoals eten en drinken, kunnen tegen een gesubsidieerd tarief importeren, maar importeurs van door de regering bestempelde niet-essentiële goederen kunnen alleen tegen een veel hoger tarief invoeren.

“Als we de import van deze goederen, die niet zo noodzakelijk zijn, kunnen verminderen, kunnen we buitenlandse valuta sparen,” aldus Mehdi Ghazanfari, de Iraanse minister van industrie, in een verklaring. “Als burgers deze goederen niet nodig hebben, dan zou de behoefte naar deze valuta tot nul dalen.” Jaarlijks importeert Iran 10 tot 12 miljard dollar (8 tot 9 miljard euro) aan luxegoederen en niet-essentiële levensproducten.