• Home
  • V1
  • Columns
  • Meisjes willen rokjes aan

Meisjes willen rokjes aan

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

De collecties zijn niet alleen bij kleine meisjes populair Kort haar en een lange broek? 

Aan kleine meisjes is het niet besteed. Die willen ‘zweefrokken’ met roesjes en kantjes, roze ballerina’s, lange linten en vlechten. ‘Wereldwijs en stoer worden ze wel als ze ouder zijn’.

“Meisjes willen het zelf graag dragen. Ze vinden het prachtig. En als ze er uitgroeien, dan mag het absoluut niet weg. Nooit.” Joanneke Raadsen is de vrouw achter kledingmerk LoFff. LoFff is een Nederlands merk voor meisjes - “Jongens? Wat zijn dat?”- van 2 tot 12 jaar. Het is een merk met een romantische uitstraling. “Meisjesachtig en lief,” zegt Raadsen. Wijde rokken met stroken en fluwelen bandjes, petticoats, jasjes met kanten manchetten, glanzende knopen, shirts met pareltjes geborduurd en strikken. “Het is kleding waarin kinderen kind kunnen zijn. En voor de praktisch ingestelden onder ons: het kan gewoon in de wasmachine. Een romantische rok met stoere laarzen eronder en dan lekker stampen in het bos.” Iedere collectie van LoFff, de eerste dateert uit 2007, bevat drie kleurbeelden: trend, roze en neutraal. De collecties zijn opgebouwd rond een centraal thema, voor de huidige wintercollectie is dat bijvoorbeeld ‘Arctica’ en de zomercollectie voor 2010 heet ‘Good Food’. “Dat is een stokpaardje van mij,” zegt Raadsen, “kinderen moeten goed eten.” Het eetthema is terug te zien in de kleuren (aardbeien en frambozen, maar ook prei, sardientjes, laurierblad, peper en zout) en in de prints. Zo is er een wit mouwloos jurkje met een print van grote garnalen. “Een cocktailjurk met cocktailgarnalen.” Er zijn kersen- en kiwi-jurken, rokjes met rode pepers en shirts met rozetten als een artichoc. Dat betekent overigens niet dat het centrale thema er duimendik bovenop ligt. “Ik doe het vooral voor mezelf, ik vind het leuk, en als niemand het ziet is dat niet erg.” Raadsen tekent alle stukken zelf. “Zo krijgt een kledingstuk een ziel.” Ook de prints zijn orgineel. Het resultaat is een aansprekende collectie met een zekere gelaagdheid. LoFff is niet modieus of trendy, maar wel eigentijds. Na een carrière in de automatisering begon Raadsen zo’n vijftien jaar geleden voor zichzelf in de confectie. Kort na de geboorte van haar oudste dochter. Eerst was zij dus vooral op baby’s gericht, later werd het kinderkleding. Voor de maatschema’s vroeg zij moeders in het park of zij hun kinderen mocht opmeten. “En ik heb met veel mensen gesproken: met detaillisten, met ouders en met kinderen.” LoFff is haar derde merk en hierin komt naar eigen zeggen alles samen dat zij de afgelopen jaren heeft geleerd. “Ik probeer het nu dicht bij huis te houden. Het is minder duur dan mijn vorige merk Zazi (dat in 2001 failliet ging, red.) en ik neem minder risico.” Inmiddels is daar een team van zeven man in Nederland, een productiekantoor in India en naast ruim tachtig winkels in Nederland ook verkooppunten in verschillende Europese landen.

Mim-Pi is een ander meisjesmerk van Nederlandse bodem en een groot commercieel succes. De naam betekent ‘dromen’ in het Balinees en ook hier voeren strokenrokkenen jurkjes met borduursels de boventoon. Frisse ruitjes en stippen, bloemetjes, hartjes en hertjes. ‘Ben je jarig?’ krijgen Mim-Pi klantjes vaak te horen, ‘je ziet er zo mooi uit’.
Leonora Nieuwenhuizen startte het merk zeven jaar geleden. Zonder mode-opleiding, maar met flink wat ervaring. Haar ondernemersmentaliteit werd vijftien jaar eerder aangeboord tijdens een rugzakreis door Azië. “Ik kocht zesduizend paar oorbellen op een markt en verkocht die hier door aan een winkelketen.” Via deze handel rolde zij in de kledingproductie om die waar vervolgens in eigen damesmodewinkels te gaan verkopen. Toen zij een kinderkledingwinkel begon - ‘Kinderen op zolder’, “ik had ruimte over boven de winkel in Zaandam” - schrok zij van de hoge prijzen van populaire merken. Nieuwenhuizen besloot zelf een kinderkledingmerk te starten. Voor meisjes. “Ik wilde iets maken dat leuk, apart én betaalbaar was.” Al snel kwam zij een agent tegen die het merk ging verkopen en daarna groeide het hard. Inmiddels heeft Mim-Pi een netwerk van 24 agenten, 185 winkels in Nederland en in totaal meer dan vijfhonderd verkooppunten wereldwijd. Dat aantal is stabiel, maar de omzet uit de aankomende zomercollectie is weer met 25 procent toegenomen. “Ik ben nog steeds weleens verbaasd hoe goed het gaat. Dan koop ik een vaktijdschrift in Parijs, staan er opeens foto’s van Mim-Pi in, prachtig toch.” De eigen winkels heeft Nieuwenhuizen van de hand gedaan en het bedrijf zelf houdt zij klein. “Ik heb een boekhoudster in dienst.” De collecties worden ‘puur op gevoel’ ontworpen. Nieuwenhuizen reist graag en legt verzamelingen aan. Poëzieplaatjes, kruissteek schilderijen, tegeltjes, doosjes en poppen. Op haar werktafel in het kantoor aan huis in Bergen (NH) ligt alles uitgestald en krijgt een bestemming. De kruissteek komt terug in borduursels en de poëzieplaatjes en poppen in prints. Met de kleurige linten die zij tijdens een reis in Lapland zag, zijn strokenrokken afgezet. Een ander rokje is gemaakt van sari’s uit India. “Het creatieve traject spreekt mij het meest aan.” Noodzakelijke know-how huurt zij in. “Ik heb bijvoorbeeld een wedstrijd uitgeschreven om een print te ontwerpen en zo een meisje in Servië gevonden dat dat nu voor Mim-Pi doet.” Zij werkt graag met jonge creatievelingen. Mode-illustrator Merel Boers (Lancôme Colour Design Awards) tekende mee aan twee series en voor de nieuwe zomercollectie is samengewerkt met Flobberdewotsky, een kinderkledingmerk dat vooral retro, vintage en kringloopmaterialen gebruikt.

De twee merken zijn verschillend, maar hebben ook veel gemeen. Zo zijn de collecties van LoFff en Mim-Pi zijn niet alleen bij kleine meisjes populair. Beide merken hebben inmiddels - ‘Op veler verzoek’ - voorzichtige stappen in de dameskleding gezet. Raadsen: “Eerst hebben we wat stukken uit de kindercollectie in volwassen maten gemaakt, maar dat werkte niet. Inmiddels zijn we aan de derde damescollectie toe en worden al leuke orders geplaatst.” Mim-Pi brengt sinds afgelopen zomer een babycollectie op de markt. “We zijn er nu dus van 0 tot 10 jaar.” De ‘Mim-Pi Mama’ collectie is nog klein: wat jurken, bloesjes en accessoires.
Beide merken worden grotendeels in India geproduceerd en de twee eigenaressen hebben ieder duurzame relaties opgebouwd met de mensen daar. LoFff heeft een eigen kantoor in het land en Raadsen brengt de verschillende fabrikanten met gezamenlijke etentjes bij elkaar. Nieuwenhuizen zamelt tweedehands Barbies in en deelt die uit aan kleine meisjes in Delhi.
Door alletwee wordt opvallend veel aandacht geschonken aan de halfjaarlijkse verkoopbrochure. In die van Mim-Pi zijn bijvoorbeeld ook pagina’s geweid aan Made-By dat zich inzet voor duurzame productie en waar het merk bij aangesloten is. De ‘catalogus’ van LoFff heeft meer weg van een sprookjesboek; een lust voor het oog. Het zwaartepunt lijkt niet te liggen bij geld verdienen, hoewel zowel LoFff als Mim-Pi het financieel goed doen en inmiddels honderden mensen (fabrieksarbeiders) voor hun inkomen van de merken afhankelijk zijn. “Meisjes mooi maken” zegt Raadsen. “Vrolijkheid” zegt Nieuwenhuizen. En zo stap voor stap groeien, net als die meisjes doen.

Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad januari 2010.
LoFff
MIM-PI