• Home
  • V1
  • Columns
  • Mode of kunst? Interview Han Nefkens

Mode of kunst? Interview Han Nefkens

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more
Columns

In februari toonden Viktor & Rolf een spectaculaire wintercollectie met een zilveren randje.

Kledingstukken en accessoires waren letterlijk in zilver gedoopt. Hoewel de creaties van edelmetaal op de catwalk 'gewoon' door modellen gedragen werden, was een expositieruimte een logische eindbestemming voor de meer extravagante stukken. De financiering van het kostbare procedé werd bovendien mede mogelijk gemaakt dankzij de belangstelling van een moderne mecenas. FashionUnited sprak met die weldoener, kunstverzamelaar Han Nefkens, over het raakvlak van mode en kunst.

Een verduisterde zaal in het Centraal Museum in Utrecht. Vier schijnwerpers verlichten het kunstwerk dat in het midden van de ruimte op een plateau staat en rond draait, de schaduwen dansen er omheen. Het onderwerp van de opstelling is een kledingstuk. Het is geen gewaad van honderd jaar oud zoals je dat in een museum zou verwachten, maar een jurk uit de laatste wintercollectie van het Nederlandse ontwerpduo Viktor & Rolf. Het is een japon met een verzilverd bovenlijfje, een van de klapstukken van de modeshow die het duo eind februari in Parijs gaf. Met hun wintercollectie voor dit seizoen wilden Viktor Horsting en Rolf Snoeren meerwaarde aan hun ontwerpen geven. Door de traditie om kinderschoentjes te verzilveren en te bewaren kwamen de ontwerpers op het idee om hun collectie ook van een zilveren randje te voorzien. Het resultaat was spectaculair. Zij toonden klassieke stukken zoals het kleine zwarte jurkje, de witte bloes, de trenchcoat, het mantelpak en de cocktailjurk. De zilveren toevoegingen varieerden van een enkel ceintuurtje, een corsage of manchetten tot een compleet met zilver overgoten bruidsjurk met dito boeket. Hoewel de kledingstukken van edelmetaal op de catwalk 'gewoon' door modellen gedragen werden, was een expositieruimte een logische eindbestemming voor de meer extravagante stukken. Een kledingstuk dat in een museum belandt, wordt al snel tot kunstwerk bestempeld en dat stempel past ook wel bij de conceptmatige aanpak van Viktor en Rolf. Bovendien werd de financiering van de productie van deze collectie mede mogelijk gemaakt door de belangstelling van een moderne mecenas.

Exhibitionist

Han Nefkens noemt zichzelf 'exhibitionist met het werk van anderen'. De journalist en schrijver begon zes jaar geleden met het verzamelen van moderne kunst, hetgeen hij financiert met familiekapitaal. De werken van van de H+F Collection (de eerste letters zijn van zijn voornaam en die van zijn partner Filipe), zijn practisch allemaal als permanente bruikleen in musea ondergebracht. Daarnaast zet hij zich middels verschillende projecten in voor de bestrijding van aids. Nefkens is zelf met hiv geïnfecteerd, hij verloor zijn broer aan de ziekte en schreef er het boek 'Bloedverwanten' over, dat in 1995 werd gepubliceerd. Zijn kunstcollectie omvat inmiddels ruim 400 werken, die hij in langdurige bruikleen heeft gegeven aan verschillende musea. In Nederland heeft hij samenwerkingsprojecten met het Centraal Museum, het Boijmans Van Beuningen, Huis Marseille en De Pont. Tevens organiseert de Belgische conservator Hilde Teerlinck reizende tentoonstellingen met werk uit zijn collectie. De moderne mecenas heeft vooral veel foto's in zijn bezit, maar ook schilderijen, sculpturen en werk van video-kunstenaars. Het was vanaf het begin zijn bedoeling er een publieke verzameling van te maken. "Nog voor ik mijn eerste aankoop deed ben ik met de toenmalig directeur van het Centraal Museum, Sjarel Ex, gaan praten om te zien of we konden samenwerken." (Ex is nu directeur van museum Boijmans Van Beuningen, red.). Inmiddels heeft het Centraal Museum meer dan vijftig stukken van twintig verschillende kunstenaars uit de H+F Collectie in langdurige bruikleen. Nefkens beschouwt zijn kunstaankopen niet als investeringen. "Het gaat mij er niet om een kunstwerk te bezitten," zegt hij, "als iets bij mij thuis hangt raak ik er teveel aan gehecht." De verzamelaar koopt de stukken om ze te tonen aan anderen. "Wat ik mooi vind, wil ik laten zien," zegt hij, "en een museum is daarvoor de aangewezen plek." Dit 'exhibitionisme' komt naar eigen zeggen voort uit de diepgewortelde overtuiging dat ieder mens alleen is op de wereld. "Ik weet uit ervaring dat je je minder alleen voelt als je dingen met andere mensen deelt. Wanneer je een goed boek gelezen hebt, dan wil je ook dat anderen het lezen. En er zijn kunstwerken die mij zó raken, dat ik die wil laten zien." Dat hij schrijft past ook in deze levensvisie. Nefkens schreef onder meer columns voor het NRC Handelsblad, die vorig jaar zijn gebundeld in het boek 'Twee lege stoelen' en hij heeft in ieder geval nog twee volgende boeken in zijn hoofd.

Condoomjurken

De eerste modeaankoop van Han Nefkens dateert uit 2004. Hij bezocht de internationale Aidsconferentie in Bangkok en zag daar de expositie 'Dress-up' van de Braziliaanse kunstenares Adriana Bertini. De tentoonstelling bestond uit een zevental jurken, vervaardigd uit latex condooms in allerlei kleuren. "Ik vond ze geweldig en heb ze meteen gekocht," zegt Nefkens. "Ik heb ze ter plekke laten inpakken, naar het Centraal Museum gestuurd en per e-mail laten weten dat er zeven condoomjurken onderweg waren." Die eerste modeaankoop was het begin van een meerjarig modeproject. Het Centraal Museum bezat indertijd maar vier mannequins om kleding te exposeren en vroeg aan Nefkens of hij er nog drie (à vierhonderd euro per stuk) wilde financieren, zodat de zeven condoomjurken tegelijk konden worden geëxposeerd. "Dat vond ik prima," zegt hij, "maar ik vond ook dat er dan regelmatig iets nieuws moest komen om die poppen aan te kleden." Zo ontstond het plan voor een project op het raakvlak tussen mode en kunst. Het project kreeg de naam H+F/Fashion on the Edge en begint nu echt vorm te krijgen. Er is een commissie die jaarlijks bepaalt welke kunstenaars, ontwerpers en actuele thema's aan de orde komen. Naast Nefkens hebben Pauline Terreehorst (directeur) en José Teunissen (conservator mode) van het Centraal Museum zitting in de commissie, evenals Judith Clark die senior lecturer is bij het College of Fashion in Londen en curator bij het Victoria & Albert Museum. Het doel van het project, dat een looptijd heeft van vijf jaar, is om te signaleren waar mode en kunst elkaar raken. De verzilverde jurk van Viktor & Rolf was de eerste aankoop die onder het project valt. Vooraf had de commissie besloten om 'iets' van het Nederlandse duo aan te schaffen. Geen grote verrassing, aangezien het Centraal Museum al in 1998 als eerste ontwerpen van hen kocht en dat sindsdien vrijwel ieder seizoen is blijven doen. Dit keer wisten de ontwerpers echter vooraf al dat het museum iets ging kopen en ook voor welk bedrag er zou worden geïnvesteerd. Toen het verzilveringsprocedé uiteindelijk goedkoper bleek dan begroot, hebben de ontwerpers bij de verzilverde japon nog de 'slaapzakjurk' - inclusief kussen - uit de collectie van vorig jaar aan het museum cadeau gedaan.

Het tweede project van H+F/Fashion on the Edge was de participatie bij de ontwikkeling van een aantal spectaculaire showstoppers voor de collectiepresentatie die de Turks-Cypriotische modeontwerper Hussein Chalayan in oktober in Parijs gaf. Ook daarvan zullen er één of meer binnenkort in het Centraal Museum te zien zijn. Een volgend thema zou volgens Nefkens de globalisatie in de mode kunnen zijn en de invloed van verschillende culturen op elkaar. Het is een onderwerp dat hem zelf interesseert en waar José Teunissen vorig jaar de tentoonstelling Global Fashion / Local Tradition aan heeft gewijd. Namen zijn er nog niet en Nefkens benadrukt dat er niet alleen naar jonge of bekende ontwerpers gekeken wordt. Voorwaarde is wel dat zij werken op het raakvlak van mode en kunst. "Er zijn verschillende manieren om dat te definiëren. Kunstenaars willen dingen vaak vastleggen, zoals Viktor & Rolf met hun laatste collectie hebben gedaan, en daarmee hun visie op de wereld laten zien. Eerlijk gezegd zie ik mode als middel voor een kunstenaar, zoals een ander voor een verfkwast kiest en weer een ander voor een stuk klei." Daarmee wil hij overigens niet zeggen dat iedere modeontwerper ook een kunstenaar is. De uiteindelijke selectie voor het museumproject gaat volgens Nefkens echter een stuk intuïtiever dan hier in enkele zinnen wordt beschreven. "We stellen geen voorwaarden, dus een definitie is er eigenlijk niet." Misschien is dat wel de beste omschrijving voor het raakvlak van mode en kunst.

Han Nefkens
Viktor&Rolf