Nationale kledingbank opgericht

Om de bestaande kledingbanken te professionaliseren is er een landelijke overkoepelende

organisatie opgericht: De Nationale Kledingbank.

De basis voor De Nationale Kledingbank ligt in het Limburgse Maasbracht, waar Kledingbank Limburg als voorbeeld en Kenniscentrum fungeert voor initiatieven in de rest van het land. De kledingbank heeft als doel modieuze kleding te verstrekken aan mensen die dat zelf niet kunnen betalen, zodat ze goed voor de dag kunnen komen in een sollicitatiegesprek. In aanvulling op de kleding wil de kledingbank voorzien in leerwerk en activeringstrajecten en re-integratie voor mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Het is de bedoeling dat de Nationale Kledingbank in de toekomst landelijke dekking biedt.

De kledingbank werkt samen met de Van Deursen Group – bekend van modeketens Shoeby en Lake Side. Directeur John van Deursen stelt de restpartijen van de kledingketens beschikbaar aan de kledingbank: “Dat onze kleding uiteindelijk een hele goede bestemming vindt is één ding. Maar dat we met de kennis uit Limburg en onze hulp bij bijvoorbeeld organisatie en logistiek een mooie beweging in gang kunnen zetten, is waar het eigenlijk om draait. Wij helpen, andere bedrijven kunnen helpen, en wij zullen ook particulieren aansporen om te gaan helpen. Hoe meer mensen zich weer zelfverzekerd voelen, hoe sneller ze weer een bijdrage leveren aan de maatschappij, hoe beter dat is voor ons allemaal. Het komt uiteindelijk onze economie ten goede. Ik geloof dat dit de manier is om het tij te keren en een vicieuze cirkel te doorbreken” aldus John van Deursen, directeur van Van Deursen Group.

Mensen die gebruik willen maken van de kledingbank kunnen niet op eigen initiatief bij de kledingbank aankloppen; daarvoor is een verwijzing nodig van een erkende hulpverlenende instantie. Naar schatting wordt met de huidige kledingbanken ongeveer 10 procent van de mensen uit de doelgroep –mensen die onder de armoedegrens leven- bereikt.

De Nationale Kledingbank stelt strenge eisen aan de aangeboden kleding en de manier waarop de spullen worden geëtaleerd. Ondergoed is bijvoorbeeld altijd nieuw, bovenkleding moet passen in het modebeeld en er goed uitzien. Het idee erachter is dat het zelfrespect van de klanten groeit dankzij de kleding en dat ze deze hulp zien als een stimulans om opnieuw aan de slag te gaan. “Wij vinden het belangrijk dat we geen doorgeefluik zijn van afgedankte kleding, maar een organisatie die investeert in mensen die dit nodig hebben” aldus Ron Verhees.

In aanvulling op het verstrekken van kleding worden momenteel herintreders voor re-integratie en activering geplaatst bij de Kledingbank Limburg. Dit zijn vaak mensen met een grotere afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Marc Hazen van Maecon Re-integratie en mobiliteit: “De eerste resultaten zijn zeer positief. In de verschillende initiatieven die wij hebben opgezet vindt ongeveer 2 op de drie mensen na afloop van het leer/werktraject een baan. Dat is voor Nederlandse begrippen een hoog aantal, zeker gezien de verscheidenheid in doelgroepen. Op lange termijn hopen wij in Nederland jaarlijks zo’n 750 tot 1.000 mensen te begeleiden naar een nieuwe baan.”