Onmisbaar voor theaterkostuums: de Meester coupeur - Cultuur
bezig met laden...
Theater spreekt tot de verbeelding.
Niet zo gek dus dat sommigen zich aangetrokken voelen tot deze wereld. Dat geldt voor acteurs, voor dansers en voor ontwerpers. Maar niet voor coupeurs, zo lijkt het.“Voor mij is echt het ergste de haastverkleding,” zegt actrice Chantal Janzen in ‘het televisieprogramma ‘Backstage bij Petticoat’ (Petticoat is de musical die speciaal voor Janzen geschreven werd, red.). “Het ergste is een kledingwissel in 16 seconden. Dan moet ik een hele metamorfose met zelfs een andere pruik en schoenen, dus daar ben ik wel een beetje gespannen voor.” Met deze bekentenis maakt Janzen meteen duidelijk hoe groot het verschil is tussen couture en kleding voor theater. Want in theater speelt behalve het uiterlijk van de stukken ook de praktische kant mee. Niet alleen moeten zelfs de meest weelderige jurken in enkele seconden kunnen worden omgehangen of uitgetrokken, ook moeten de ontwerpen er veelal op zijn toegerust dat zijn drager er ongebruikelijke bewegingen in uitvoert.
Maritska van Aalst, supervisie kostuum bij Stage Entertainment, vertelt dat het voor acteurs van groot belang is om de juiste kleding te dragen. “Het is een onderstreping van de persoonlijkheid van hun personage en biedt ondersteuning van het verhaal.” Maar ook niet onbelangrijk: “In een jasje dat op het podium wordt gedragen, moet je heel makkelijk je arm op kunnen tillen, zonder dat het hele jasje mee omhoog gaat.” Anders gezegd: “De acteurs moeten zich er goed in voelen, en daarbij moeten ze er ook nog alles in kunnen doen.”
Overeenkomsten zijn er eveneens: beide disciplines blinken uit in handwerk, maatwerk en toepassingen om de vorm van het lichaam aan te passen. “Bij de musical ‘Belle en het beest’ liep er bestek rond over het toneel,” illustreert Van Aalst. Dat wordt pas geloofwaardig met het juiste kostuum.” Bovendien hebben zowel de stukken op de catwalk als die op het podium de neiging opvallend en theatraal te zijn.
Er zijn veel ontwerpers die theatraal werken en dat maakt dat veel van hen theaterkostuums een aantrekkelijke opdracht vinden. Zo slaagt niet iedereen erin om de ontwerpsters van het populaire Amerikaanse modemerk Rodarte te strikken voor een ontwerp, maar het lukte de balletuitvoering van Black Swan, dat vorig jaar in Nederland werd uitgevoerd door het Nationaal Ballet. Ook Tim van Steenbergen ging aan de slag voor een stuk van het Nationaal Ballet; Labyrinth. En modevormgever Aziz Bekkaoui zag al meerdere malen een uitdaging in het maken van kleding voor diverse operagezelschappen.
Ook jonge ontwerpers kunnen hun creativiteit goed kwijt in het theater. Zoals bijvoorbeeld Allan Vos, die in 2006 de opleiding Textiel- en Modevormgeving afrondde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Hij werkte onder meer voor Cirque du Soleil en Joop van den Ende Producties / Stage Entertainment. Zelfs zijn catwalkontwerpen zijn geïnspireerd op het theater. “Ik ben al van kindsaf bezig met theater, dat is eigenlijk nooit overgegaan,” vertelt hij. “Omdat mijn ontwerpen heel theatraal zijn, doen ze het goed op het podium. Tijdens de kunstacademie ben ik altijd al die richting op gegaan. Het leverde niet altijd even hoge cijfers op, maar wel veel plezier in mijn werk.”
Het is niet zo dat opdrachten voor ontwerpers in de theaterwereld voor het opscheppen liggen. Vos: “Het is hard buffelen om opdrachten binnen te halen,” weet hij. “Musical is de grootste markt, maar daarvoor zijn in Nederland maar een paar grote producenten. Het is moeilijk om daartussen een plek te veroveren.”
Vos leerde naar eigen zeggen het meest over theaterkleding in de praktijk; Al tijdens zijn laatste studie kwam hij in contact met Cirque du Soleil die hem een baan aanbood op de kostuumafdeling van de show Alegria tijdens de Europese tour. Daarna kwam hij te werken op het atelier van Edgar Stuurman, die hem de kneepjes van het theaterkostuum bijbracht. In aanvulling daarop volgde de ontwerper diverse workshops en specialiseerde zich vervolgens in theatertechnieken door cursussen op dat gebied te volgen aan Central Saint Martins in Londen. “Wat betreft techniek is er een groot verschil met couture,” vertelt hij. “Bij kleding voor theater moet je goed in het oog houden dat het stuk misschien wel duizend keer gedragen wordt, en dat het in twee tellen uit moet kunnen zijn.”
In Nederland was tot nu toe geen opleiding die zich richtte op de techniek voor het maken van theaterkleding. Wás, want vanaf augustus gaat er een nieuwe opleiding van start: Meesteropleiding Coupeur. De particuliere opleiding ontvangt eind deze zomer de eerste twee groepen voltijdstudenten. Maximaal twintig zijn het er, en voorafgaand aan de drie jaar durende opleiding zijn ze onderworpen aan een strenge selectie. “Direct na bekendmaking stroomden de enthousiaste reacties binnen,” vertelt Monique Sakkers, directeur van de nieuwe opleiding. “We hebben geselecteerd op niveau, want we hebben alleen plaats voor de allerbesten.”
Het initiatief voor de opleiding komt uit de theater- en modewereld. In tegenstelling tot de interesse die er voor het vak is van ontwerpers, zijn er nog maar nauwelijks coupeurs te vinden die zich willen en kunnen kwijten van deze klussen. Vanaf de start zijn dan ook opdrachtgevers als De Nederlandse Opera, Het Nationale Ballet, Toneelgroep Amsterdam, Stage Entertainment en Het Internationaal Danstheater bij de opleiding betrokken. “Deze instellingen zijn altijd naarstig op zoek naar goede coupeurs,” legt Sakkers uit. “Op dit niveau zijn in Nederland, en eigenlijk in heel Europa, niet meer genoeg coupeurs te vinden die de kleding kunnen maken.”
Van de maximaal twintig studenten die aan de opleiding beginnen, zal naar verwachting niet iedereen terechtkomen in de theaterwereld. Na een intensieve training van anderhalf jaar staan de studenten in het tweede jaar voor de keuze: óf ze kiezen voor theater, óf ze kiezen voor couture. Want ook in dat segment zijn coupeurs tekort. “Daarvoor hebben we gekozen omdat de uitwerking zo verschilt,” verklaart Sakkers. “Zowel voor couture als voor theaterkleding is het van belang dat de kleding van binnen en buiten perfect is. Het verschil is dat bij theaterkostuums ook de nadruk ligt op historische kostuums en het vinden van elegante functionele oplossingen. Een operazangeres, bijvoorbeeld, kan tijdens haar optreden enorm uitzetten in de taille.”
Uiteindelijk is het de bedoeling dat de opleiding een platform wordt waar vakmensen elkaar kunnen ontmoeten en waar ze hun kennis kunnen delen. Alle betrokkenen zijn enthousiast over het initiatief. “Ook coupeurs uit binnen- en buitenland hingen al snel aan de lijn om hun bijzondere vaardigheden aan te bieden aan toekomstige vakgenoten.” Het is de bedoeling dat de kersverse opleiding er op korte termijn in slaagt de leemte op te vullen die in de theaterwereld is ontstaan op gebied van coupeurs. De studenten gaan direct –onder begeleiding van ervaren leermeesters aan de slag met professionele opdrachten uit het bedrijfsleven. Zo blijft de kennis van het ambacht behouden. De musical Petticoat is nog tot 31 juli te zien in verschillende theaters in Nederland.
Dit artikel is gepubliceerd in FashionUnited vakblad nummer 4 van 2011