Unizo in beroep tegen Zeb

Unizo en de Mode Unie gaan in beroep tegen de uitspraak van de Brusselse rechter dat de

modeketen ZEB niet in overtreding was bij het aanbieden van koopjes buiten de officiële koopjesperiode. De rechter oordeelde dat de Belgische wet in strijd is met de Europese regels. De Mode Unie en Unizo zijn van mening dat de betreffende rechter alleen staat in dit oordeel: “Amper een jaar geleden trad het Brusselse Hof van beroep UNIZO-advocaat De Bock bij in haar strijd tegen gelijkaardige overtredingen op de sperperiode. Ook het Hof van Cassatie oordeelde al dat de Belgische sperperiode niet in strijd is met Europese regels,” stellen de organisaties in een persverklaring. Unizo zegt erop te rekenen erop dat het Hof van beroep deze rechtspraak volgt en de sperperiode handhaaft. “In de zaak die Unizo vorig jaar aanspande tegen een andere overtreder, INNO, verwierp Het Hof van Beroep de vraag van INNO een prejudiciële vraag te stellen aan Europa om na te gaan of de Belgische sperperiode in strijd is met de bewuste Europese Richtlijn.”

Eerder verbood ook het Hof van Cassatie al gepersonaliseerde en direct mailings met aankondigingen van kortingen naar een deel van de klanten tijdens de sperperiode. De kledingketen ZEB adverteerde al vanaf half juni met kortingen tot 70 procent, terwijl de uitverkoop wettelijk pas in juli start. De Federale Overheidsdienst (FOD) Economie was daarom naar de rechter gestapt.

De Belgische wet op de sperperiode en koopjes is ingesteld om vooral kleinere marktspelers te beschermen tegenover prijsbradage door grote ketens. De regels over de sperperiode zijn in mei aangepast. De nieuwe uitverkoopwet verkort de sperperiode: de periode van ongeveer drie weken die voorafgaat aan de uitverkoop. Gedurende deze periode mogen winkeliers geen reclame maken voor prijsverlagingen. De periodes duren nu van 6 juni tot 1 juli en van 6 december tot 3 januari.