Vrijhandelsverdrag Mercosur stap dichterbij
bezig met laden...
Vertegenwoordigers van Euratex en ABIT hebben in een convenant vastgelegd dat zij de handel, investeringen en
samenwerking tussen textielproducenten en modebedrijven uit de Europese Unie en Brazilië verder willen uitbreiden. Hoog op de prioriteitenlijst van beide partijen staat opheffing van invoerrechten en belastingen. Gestreefd wordt naar een vrijhandelsverdrag tussen de EU en Mercosur, waar naast Brazilië ook Argentinië, Uruguay en Paraguay deel van uitmaken. Een vrijhandelsverdrag tussen de EU en Mercosur raakt echter niet alleen textiel en kledingfabrikanten, maar alle producenten en bedrijven in lidstaten aan beide kanten van de oceaan.Euratex directeur Michele Tronconi beschouwt het convenant als een belangrijke stap in de richting van een vrijhandelsverdrag. "Zowel onze branches als onze twee bondgenootschappen spelen een belangrijke rol in het wereldhandelssysteem en het is dan ook cruciaal dat wij nauw samenwerken om consensus te bereiken inzake kwesties rond het vrijhandelsverdrag."
Thomas Dislich, directeur van Vicunha Europe, een van de grootste denimfabrikanten van Brazilië, bevestigt dat het convenant goed nieuws is, maar benadrukt dat het slechts een intentieverklaring betreft, "er is nog niets officieel". Hij is van mening dat een vrijhandelsverdrag tussen de EU en Mercosur voor beide kanten voordeel en nieuw afzetgebied opleveren, maar hij zou nog liever zien dat er iets werd gedaan aan de hoge importheffingen op landen buiten de EU waarvoor het EUR-1 systeem wordt gehanteerd. "Hierdoor moet op een spijkerbroek die in Marokko of Tunesië wordt gefabriceerd met denimstof die van buiten de EU komt 12 procent belasting worden betaald, wanneer die broek de EU wordt ingevoerd. Dat is dus veel zwaarder belast dan de 6,4 procent die wij moeten betalen als onze denim direct in de EU wordt ingevoerd."