Het kan in Almere: een denimfabriek beginnen. Dat blijkt uit het onderzoek dat de gemeente Almere ernaar heeft laten uitvoeren. Het
House of denim zoals de gemeente het zelf noemt, omvat een hoogwaardige denimweverij, een museum en een winkel. Op dit moment is het onderzoek naar dehaalbaarheid van het plan in de afrondende fase. Sabrine Strijbos -sectordeveloper Fashion & Design voor de gemeente Almere- heeft goede hoop op een positieve uitkomst: “Grote jeansmerken zoals Blue Blood en Intoxica hebben al positief gereageerd,” zo vertelt ze. Het onderzoek is in handen van James Veenhoff, oud-directeur van de Amsterdam International Fashion Week en mede-eigenaar van het adviesbureau Fronteer Strategy.
Het is de bedoeling dat de weverij de productie zal gaan uitvoeren voor jeansmerken in het hogere segment. In aanvulling daarop zal een museum informeren over de geschiedenis van denim en het productieproces van jeans: Hoe de stof wordt geverfd, geweven en in elkaar gezet tot een spijkerbroek, maar ook hoe de branding in zijn werk gaat. Tot slot zouden de broeken te koop kunnen worden aangeboden in de museumwinkel.
Een katoenplantage -katoen is de grondstof voor denim- komt er alleen niet bij het
House of Denim in Almere. Waar de stof voor de weverij dan vandaan moet komen, is nog niet vastgesteld.