Dalende koopkracht raakt China

Chinese retailers beginnen de effecten van de verminderende koopkracht te voelen. "Producenten hebben de binnen- en buitenlandse vraag overschat, waardoor zij nu te kampen hebben met een overschot aan inventaris," zegt Wang Qianjin,

een analist bij webtex.com - een textielindustrie informatiewebsite in Shanghai - in een interview met de Chinese krant Global Times.

Een lager dan verwachte export heeft geleid tot het overschot. De situatie is sinds 2010 niet zo slecht geweest voor de textiel- en kledingindustrie, aldus Xia Lingmin, vice voorzitter van de China National Textile and Apparel Council, tijdens een industriebijeenkomst eerder deze maand.

"Productiekosten in China zijn ongeveer 15 tot 30 procent hoger dan in andere landen in Zuidoost Azië," merkt Sun Liwu, analist bij consultancy Sublime China Information, op.

"Hoewel de katoenprijzen dit jaar met 5 procent zijn gedaald ten opzichte van vorig jaar, zijn arbeidskosten op jaarbasis met 15 tot 20 procent gestegen, en overige operationele en financieringskosten stijgen in China," aldus Sun.

Competitie uit het buitenland neemt echter toe, met grote namen als Gap, H&M en Zara die allen knokken om het grootste marktaandeel.

Marktconform deze ontwikkelingen boekte Semir, een van China's grootste producenten van vrijetijdskleding, in de eerste helft van het jaar een winstdaling van ruim 43 procent. Het bedrijf weet deze plotselinge daling aan de hoge inventaris die eind juni 147 miljoen yuan (ruim 18 miljoen euro) waard was, een stijging van 34,4 procent ten opzichte van vorig jaar.

Vorige week zag Shanghai Metersbonwe Fashion and Accessories - nog een Chinese moderetailgigant - zijn aandelen met 9,8 procent afnemen als gevolg van een dubbel-cijferige daling van de winst in het derde kwartaal, meldt het blad Forbes.