Faillissement Judith Osborn beëindigd

Niet alleen tegenvallende verkoopcijfers zorgden ervoor dat het bedrijf van Judith Osborn, (officieel The Confection Company B.V.) eind 2007 failliet ging, maar ook het opstappen van het merendeel van het personeel deed

een duit in het zakje. Dat blijkt uit het eindverslag dat is gepubliceerd ter afronding van het faillissement.

De verkopen van de collectie voor de winter van 2007/2008 vielen tegen. Daarnaast zouden er nagenoeg geen geïnteresseerden zijn voor de zomercollectie 2008. De vennootschap heeft over het boekjaar 2005/2006 een verlies van ruim 210.000 euro geleden. De omzet van dat jaar bedroeg 370.935 euro In de periode 2006/2007 kwam de omzet uit op 772.989 euro, met een verlies van 319.000 euro als resultaat.

Verder zou volgens het verslag het vertrek van de werknemers bij de vennootschap ‘de continuïteit in gevaar hebben gebracht.’ Volgens het verslag waren er ten tijde van het faillissement nog 2 personeelsleden werkzaam voor het bedrijf, terwijl dat er het jaar daarvoor nog 7 waren. De curator zelf, Sander Arends, trof slechts één medewerker aan.

Hoewel Osborn en haar nieuwe zakenpartner Peter Blokker in 2008 nog grootse toekomstplannen ontvouwden voor een kleding- en schoenenlijn onder de naam Judith Osborn, is er nooit sprake geweest van het voortzetten van het bedrijf of een doorstart, vooral omdat betrokkenen de curator hadden laten weten daar geen prijs op te stellen. De website is uit de lucht. De merkrechten uit het failliete bedrijf, waaronder de merknaam Judith Osborn, zijn verkocht voor een bedrag van 80.000 euro. De verkoop van de inventaris leverde 10.263,25 euro op.

Al met al is dat bedrag niet toereikend om de schuldeisers -waarvan de belastingdienst met een vordering van 247.570 euro de belangrijkste is- te betalen. Daarom wordt het faillissement vereenvoudigd afgewikkeld; wat inhoudt dat alleen de preferente crediteuren, zoals de belastingdienst, het uwv en de curator (deels) worden betaald.