Gant: 'groeidiamant' Rugger naar Haarlem

“Rugger is de groeidiamant van Gant,” zegt directeur Olav Westerwoudt. In Haarlem heeft het Amerikaans-Zweedse modemerk een winkel geopend, waar de drie collecties - Mainline, Rugger en Gant by Michael Bastian - voor het eerst samenkomen.

“We willen meer van dit soort winkels, gericht op een jongere doelgroep.”

Haarlem

stond al langer op de verlanglijst van Gant, vertelt Olav Westerwoudt, directeur van de Fashion Concept Group, importeur van Gant in de Benelux. Een jaar geleden maakte hij vanuit de horlogebusiness de overstap naar de modebranche. “Heel dynamisch,” zegt hij daarover. “In de mode zijn meer piekmomenten. En ik ben meer op mijn eigen stijl gaan letten.”

Wereldwijd heeft Gant, dat in Amerika werd opgericht en later werd overgenomen door de Zweedse licentiehouder, zo’n zeshonderd monobrandstores. In de hoofdstad van Noord-Holland opent het merk de negende Gant-winkel in Nederland. Westerwoudt:“Er wonen veel jongeren, de stad heeft een geschiedenis en het aantal multibrand winkels dat Gant verkocht, was minder geworden. Bovendien bedienen we met een winkel in Haarlem het rijkere achterland als Aerdenhout en Santpoort.”

Het concept in de negentig vierkante meter grote winkel aan de Anegang, is net als in de winkel in Maastricht de Yale Campus, waar in 1949 de eerste Gant shirts werden gedragen door studenten en docenten. Verschil: de winkel in Haarlem is minder gepolijst en ruiger èn, er is enkel herenkleding te koop. Westerwoudt: “In Haarlem hebben we de spannendere modeitems gehangen, getailleerderd en meer met een twist. Als dit aanslaat, en we denken van wel, hopen we naast de standaard Gant-winkels meer van dit soort winkels te openen.” Waar? “In Amsterdam, Rotterdam of Breda. Maar we zijn afhankelijk van de juiste locaties.”

Met het nieuwe type winkels, waarvan de allereerste in 2010 opende in New Haven, Connecticut, denkt Westerwoudt een jongere doelgroep aan te kunnen spreken. “De collectie om dat te doen, hadden we al,” zegt hij, doelend op Rugger. Westerwoudt denkt niet dat het aandeel van de monobrandwinkels - “Onze tempels” - belangrijker zal worden dan de wholesale-tak. Gant gelooft in vier kanalen. Voor wie op reis gaat: de dutyfree-winkels op vliegvelden. Voor wie na een reis vermoeid thuis komt: de webshop. En voor wie uitgeslapen is: de multibrandwinkel om de hoek, of de monobrandwinkel.

Dat Westerwoudt niet alleen in de eigen Gant-winkels gelooft, bewijzen zijn samenwerkingsplannen met retailers. Wat hij wil: het inkooprisico meer delen. “In de uiterste vorm houdt dat in dat winkeliers onze collecties in consignatie hangen.” Daar staan veel merken en ontwerpers toch niet om te springen? “Nee, maar dat gaat om angst. Angst dat het vertrouwen wordt misbruikt. En angst is een slechte raadgever.”